N A T U ü R
kranken oog-zakjcs, voor de teering. Dus
droegen oudstyds de afgodifche wyven d e beeldekens
der gemaakce Goden tuOchen de borften
, getuige dnar van is de zwaare klachre,
dewelke ftaac by H o z . II. 2. Liuatze
K U N D E. iidi
reryen van haar aanzezichte , ende hare overfpeelderyen
van tujf^en bare borjlen wech doen.
M e n leeze Georg. Henr. Haberlius Fafaculus
Myrrha , Verdediger was Job. JVilb. Bantnanny
te Tubingen 1690.
P R I N T B L A D DXCVI.
«Ill
Myn Liefße h my een tm van Cyprus, in de Wyngßarden van Ungedi. Hogei*
I . vers 14.
Kruid kenners koomt en boet alhicr hfl:
Schoon gy niet zeilt, naar d'een of d'and're kuß,
Klint hier SCHEUCH ZEK zytge om zulk een zaakgehouwen }
De Kamfer draagende Laurierboom klaar befchou-juen ;
Als 00k de boom van Cyprns, ryk van bladn;
En emdelyk de li-ilde Galgiaan;
Vrieboomen, -welkerßant, en wuchten, bloem, enblaaren,
Deez' Prent, e« S c H E u c H z E R « , naar hnnnen eifch verklaareni
ENgedi was een vlek in de nabuurfchap van
Jericho , van Pliniiis V , B. 17. kap. En.
gadda genaamd, ten IVeßen (vande Alphalcitifche
"Zee) isgeweefi het Stedeken Engadda,
bet tweede m vriichtbaarheitnajeruzalem, en
door de bojfchen van'wyngaarden, nu eenet'weede
begra^flaats. By Ftoloraoius en Stephanus
Engada , by den L X X . engaddi. Her bccekeiic,
volgens hcc Hebr e e i iwi ch, de fonteine des
boks, gelykzulks 00k Hieronymus verklaarc in
den namen. Men zegd, namentlyk, dachet
z e l v e heefc gelegen op eenehogerocze, aKvaar
eene fontein is gcweei l allcen voor bokken toegankelyk
, welke aan hec ftedeken den naara
heeft gegeven. Dezelve plaacs word 2. Krön.
X X . 2. genaamd HazezonTamar, vanwegens
de tencen, ofhucjes, dcwelke Inden wyngaarden
van die plaats gcvonden wierden , want
thamar is eene druif dragende 'o^yngaardrank, en
chitfas betekenc nog hedendaags by den Arabieren
hutjes, boere huisjes. ßy dit gehuchc nu
is niet alleen geweeft eenaangenaamwyngaardb
o f c l i , maar 00k een Balfcm-bofch , waar van
Joßfiis Oudh. IX. B. 1. kap. In het oorlog namen
zy in ( de Moabiten en Aramoniten ) Engadde
een ßeedje naby het Jfphaliitißh meyi-,
300. fiadien van Jeruzakm gelegen. Dnar in
nugroeyenvoortreffelykedriiifdragendewyngaarden
en baifemboorn-fap. Hier van daan is het,
dat vccle alhier door de wyngaarden van Engedi
verftaan dezc zelve BalfemboiTchcn , om
dac de balfcni-ftruiken cven alswynitokkenzyn
geplant gewceft./'//»/FTI XI I . B. 25. kap. 2y
hebben dit becßergezvafch, de Feldheeren van
Fefpaßanris by de St ad getoont. — In het geheel
IS het eene andere aard, als de onze en bnir
tcnlanders hadden ver meld. JVant het gelykt
tncer naar eene '•jiynßok, dan naar eene Myi'theboota.
Men zegd, dat het zelve van-wy-ngaardboten,
onlangsgebendeny even als eene-Jt;ynßok,
word gepoot , en de heuvelen op de wyze vah
wyngaarden beßaat. Jurtinus X X X V I . ß. De
Balzem-boomcn hebben eene gedaante gelyk de
pekboomen, behalven dat zy Tager zyn , en op
de manier- van '^ynßokken aarigek'ujeekt ".¿worden.
H e t CIL l'rintblad vercoond deze ftruik afgefchecft.
By den Talmudiften zyn ook geweeft
die landbouwers, aan welken Nebuzaradan
jerem. X X X I X . lo. heeßgegeven wyngaarden
en akkers, aan wien is overgegeven geweeft de
Zorge Over de Balzem-boficheu , en de verzameling
der Balzemen van Engedi af tot Rä'
math toe.
V o l g d eßcolcopher, botros teys Kupron. Zommigen
zectea hec o v c r , mec Pagninus, Cant'
phora, ZOO ook onze Lacynfche, botrus Caphura,
biiiren twyfel wegensdevermaagfchapping
der woorden Gaphura, Catnphora en O -
pher. Want nooit is in Jiidea de Kamfer-dra-
¿i-Wf ßww; geplant geweeft, in Japan, Sumat
r a , Borneo, en andere plaaczen van Üoftindie
voorkomende , welke de Türken noemen Kafiir,
in hec Meervouc Kcwafir. Meninzk.
JVoordenb. bl.-38+9. Alhoewel wy alhicrgeeti
Kamfer toelacen; hebben w y echter willen voor
oogen ftellcn Fig. I. het afbeeldzel van de
liamjerdragende Laurierboom uic ¿s Kämpfen
Amainit. Exotic. bl. 770 cn te gelyk dcrzelver
befchryving. daar by te vocgen: Dezelve is
, eene wilde boom, in het wefterdeel van Ja-*
, pan en de aanleggende eilanden tot deaange-
, name en breede grootte van eene Lindeboom
, opgroeyende. Dezelve fteunt op eene valte
, en ccn weinig wyd uicgefpreide wortel , de-
, welke boven andere deelen de Kamfer-reuk
, van zig gccfr, en door koking word verkrcebbbbbb
„ gen".