ri
i i
a .
• 1'
! 'í'
II, ;!„.;;.
iirii.i
ti66 G E E S T
van de kegd open, op dat zy hct tongetje AI .
u i t f t e k e n d e , daar water medezoLidenIcheppen
können. De Fig. X X I I . vertoond de Phalíis
z c l v e met het tongecje A I . De Fig. X X111.
d e neften , welke zy zig op flykachtige ftecn
maken , met de tongetjcs , welke z y voorby
delTelfs oppervlakt e uitftrekken A K.
V o i g t eene andere zoort van eene Ztc-Sta'-
re , welke Rtmmur noemd ctne Sterre met
fi-aaltakkn gelyk dc flnart van eene Hageäs.
F i g . X X I V . Deze volvoerd niet de voortgaande
beweeging door behulp der p o e t en, gel
y k gene , welke wy boven hebben befclireev
e n , maardoor dienll der ftraaltakken zelve,
z o o dat zy ziillende naa B. vcortgaan de ftraalen
of armen R R . zig kroramen, terwyl ondertulTchcn
de tegenoverftaande M M P. uitgeftrekt
blyfc, maar legen de aarde uitgeftrekt,
g e l y k w y pleegen een fchip liet roer naar ftrand
gekeert hebbende naar de tegengeftelde zydc
voort te dryven.
Her leger der Zee Gediertens, waarvanhet
t e g e n w o o r d i g te pas kwam om te ípreeken,
Huite de Echmits Mannvs, de Zee-Egel. Fig.
X X V . Een beefl; insgelyks van de alderlangzaamfte
beweeging, her wel k echter uit 2100.
p i n n e n , als zoo vele pooten beftaat, door dew
e l k e het zelve de voortgaande beweeging, ende
w c l i n a l l e n verfcheiden ligchaams-ftand, waar
in het z y voor of achter over leggende het zelve
b e e f t l e g d , uitvoert: dog tuffchen deze pinnen
E L Y K E
z y n 1300. hoornen geplaatft, dewelke uitgt.
ftrekt en opgezwollen zynde , opgcyult n«
taay vocht , zig vaftmaakenaanzodanigeplaat.
z e n , alwaar cvervloed van voedzel eene vafe
verblyfplaats aanraad. De Zee-Egel word
hier blood cn met pinnen gewapend vertoond,
beide voor en achter over leggende.
Dat uit de groote ende -wyl -van rvimte zu
'•s'riemelende gedierte, ende dat Zander gelei,
kleine gedierten met groote genoeg zyn, dewd.
k e i k te voorfchynhebbegebracht, araDaviii
v o o r l l e l l i n g te betoogen. iiy welke gelegend,
h e i d i k niet kan v o o r b y gaan om met waardige lof.
p r y z i n g e n te verheffen de onvermoeide naar.
ftigheit van Reaiimur, wiens arbeid, deze uit.
fpanning, dir werk is geweefl: , om te onderz
o e k e n d e T u i g w e r k e l y k e k e n n i s , daden, wy.
z e van leven der zee-gediertens , en ook zelfs
daar uit de alderwyfte macht van den Aldcrg
r o o t f t e n e n A l d e r b e f t e n G Ü D , enaldervoür.
zienenfte zorg voor derzelver bcwaring te be.
veftigen. Dog naderaaal om deze onuitputti;.
l y k e Beeften-voeding te belchryven geen em
Herkules machtig genoeg is , zoo wil ik vur.
z o c h t hebben, Zoo vele als 'er aan zee woonti,
en liefde hebben voor de Nattmrkundige Bc
f c h r y v i n g , dat z y , op dezevoetfl.appen voortgaande,
dit gedeelte der Natuurkundeteoeffc
nen voortzetten, en benevens ons met aldereer.
biedigfteprysgevingen de Grefte Werken GODI
verheffen.
Pfalm C V . vers iS.
Hy mid dtiißmüjje , ende maahte het duifler : ende zy en waren zynen mmit
niet wederj^anning.
Zie Ex od. X. vers 21.
Pfalm CV. vei-s 29.
Hy keerde hare wateren in Uoed: en ly doodde hare mißchen.
Zie Exod. VII. vers 17. enz.
Pfalm C V . vers 30.
Haar land bracht Dörfchen vom in overvloed, tot in de binnenfle Jtameren hurK
Koningen.
Zie Exod VIII vers i.
Pfalm C V . vers 31.
Hj ßrah, ende daar kwam eenvermengingevanongedierte: luizenhiharegant[át
¡andpale.
Zie Exod. V I I I . 16.
Pfalm CV. verff. 31. 33.
Hy maakte baren regen tot hagel, vlammig vtmr in hären lande. ^ ^^
'1'
N A T U U R K U N D E 1167
Ende by floeg hären wynflok ende hären vygeloom, ende by brak het geboomte barer
landpalen.
Zie Exod. IX. vers ii.
Pfalm C V . verff: 34. 35.
Hy fprak, ende daar hwamen fprinkhanen ende levers, ende dal zondef getal.
Die al het kruid in haar land opaten , ja aten de vrucbt barer landou-me op:
Zie Exod. X. vers 11.
Pfalm CV. vers
Hy verßaeg ook allen eerßgebooren inbaarland, de eerßelingen aller barer krachten.
Zie Exod. XI verff: 4. enK,
Hy
Pfalm C V . vers 39.
eene wölke uit tot een dekzel, ende vuur om de nacht te verlichten.
Zie Exod. XIV. vers 20.
Zy baden, ende hy <
Pfalm C V . vers 40.
; kwakkelen komen, ende by verzadigdete met hemelfch brood.
Zie Exod. XVI. vers 4 enz.
Pfalm C V . vers 41.
Hy opende eene Jleenrotze , ende daar vloeiden wateren uit : die gingen door de
dorre plaatzen als eene riviere.
Zie Exod. Kap. XVII.
Pfalm C V I. vers p.
Ende by fcbold de Schelfxse, zoo datze verdroogde; ende hy dedeze wandeleii door
de afgronden, als door eene woeflyne.
Zie Exod. Kap. XIV.
Pfalm C V I . vers ij.
Doe gaf by ben hare begeerte: maar by zond aan hare mien eene magerheid.
Zie Num. XI. vers 33.
Pfalm CVI . verlT: 17. 18.
De aarde dede haar op , ende verfhnd Datban , ende overdekte de vergaderinge
Abirams.
Ende een vuur brandde onder bare vergadering : eene vlmme flak den godbxfH
aan brand.
Zie Num. XVI. vers 32.
P R I N T .
SkH'
illCtti.
m:
Irli
•Mi