I I 2 0 G E E S T
àen heml vUegt, alwaar buicen twyfel alle zoort
van vogelen verftaan word. Deut XIV. ii.
Allen reinen vogel zultgy eeten. Deuc. X X I I . 6.
Wanneer voor nw aangezieht een vogels nefl ob
den wege voorkomt, in eenigen boom. oße op de
aar de , met Jongen ofte eyeren, ende de moeder
zittende op dejongen, oñe op de eynen, zoo en
Zült gy de mede?' met aejongen niet neemen. Ff.
V I I I . Onderwerpt G O D den voeten der
menfchcn het gevogelte des hemeis. Dit zelfde
woord in de aangehaalde Texten voorkomende
word van de allerroofgierigfte vogelen gebruikc.
Ezech. X X X I X . 4. 17. geeft G O D over het
heirleger van Gog en Magog aen den roofmge.
Jen aan het gevogelte van dien vleugel
Echter zullen de Rabbynen
niet ontkennen, dat tßppor hier en eiders in de
Schriftuur eene zwalwwe betekent. Ook hcbben
de LXX. Stroutbion. Dog van dit zelve
woord en dat van eene z-^alwwe kan uic de
Griekfche en Lacynfche oudheid eene gemene
zin aan alle vogel getoond worden. Uic de hedendaagfche
Oofterfche Talen vinde ik geen
toenaam van de zwaluwe, dewelke met tßppor
eenige verwandfchap heeft, ten zy gy hier toe
zoud willen trekken der Türken ti'ibeßr, ßefarijet,
eene ligtgeele zwa luw, Meninz. fVoordenb.
2964.
Deror word van den Zurigers , Woordenboek
Schryvers en verfcheiden Verralingen eene
zwdicsje overgezet. Dog Bùchart verftaac met
grooter recht door dit woord alle zoort van ¿¿«Zven,
voornamentlyk phattan, eene hont oiringeUiiive
en eene Tortelduive , trugoona. De
Griekfche, GemeneLatynfche, Kaldeeuwfche,
Arabifche, Syrifche overzettingen ftemmen zulks
toe. Andersfins betekent dit zelve woord deror
vryheid. By aldien w y deze betekenis aanneemen
voor ecn grondilag , of by een verbinden,
ZOO z a l i f W zyn cene vrye vogel j welke eigenfchap
flaat en op eene zwaluwe en op eeneduiv
e , raaar voornamentlyk, by aldien w y den Arabieren
hooren, op eene wilde duive. In dezen
zin noemd BaßUtts 75. iBne/devliegendemaatfchappy
der duiven autonomon ageleyn , eene
kudde dewelke haar eigen meefter is, Want
autonomos is by den Grieken zoo veel als eleut
her OS, levende naar zyne eigene wetten, vry.
Epaminondas noemd zig zelven burger van eene
E L Y K E
vrje en volgms hart tigern wetten Itvende Stad
by Pltitmhiis in het Boek ovcr den Befchermengel
van Sócrates. Derhalven vergelykt de
Pialmifl: z i g zelvcn by eene dui v e , naar het AI.
taar, naardeheihgc Wooningdes H E E K E N
onbedwongen henen vliegende, en aldaarncrtelendc
, ende dezen ftaat der zwaluwen en duiven
by dien , in welken hy toen had geleeft,
verwydert van het Huis G Ü D S. Mynt zieh
IS begetrig, endt kfwykt ook van verlangen naa,
de vomhoven des HEEREN: mm herte tu
myn vltefch rotfen uit tot den kvendigen GOD.
vers. 3, Bekend is het uit het Gebouw-verhaal
^ n de Joodfche Tempel, dat de halten des
Teinpels van Cederhout geweeft zyn. In dnsdamge
houtbalken nu waren de duiven gewoon
te nellelen. Hier op flaat de plaars uit de <
Idyll, van Jheocritus.
Maargy, mynegelukkigemaagd, zullvcr.
eert worden met eene ringtlduivt,
e bogt.balk van
N A T U U R K U N D E it i t
alhoewel vry vele aanmcrkingcn werkftelligge'
Dit haar nefl verbergt i.
De Rabbynen om de waarheidtezeggen verzinnen
vele dingen van de fcherpe platen en pinnen
op het toppimt van de Tempel cpgerecht
Cole oreb gcnaamd, door dewelkczorgisgedragen
, dat op de tinne des Tempels gene vogels,
m het byzonder onreine ravens zitten zouden.
Doch ™ dezelve gewaagt de H. Schriftuur
met. Dog al genomen zynde dat de vorft des
Tempels met dusdanige nagelfpykerswasgewapent
geweeft , zoo belet dog zulks dat niet,
waaromgeneofzwaluwen. ofduiven, ofmusfchen
in de balken , waarop de Tempel ruft,
zitten , en aldaar neflelen zouden können.
In de voorraatkamers der hedendaaofcheTalen
zuk gy geen gelyknaamig woord van opgetelde
vogels , met ons deror verwand, vinden
Maar daar komen wel bydenamenvaneenÄorhoen
als diirrag, gemeenlyk tiirag, in het Mecrmud
derarig: diirraget, in het Meervoud ¿¿r-
- r l ' . in iKt Arabifch durra^
knfi by den Türken. Meninzk. ¡Vomdenb ii^t
20+3 welke bofch, berg-vogel wel vry iscn
onbedwongen, en rein , en naar eigen wetten
levende. doch alhier in dien zin, in welken
komen ™ • '^' ' y " ' ' « P^s te
Pfalm L X X X I X . verff: 12. 13.
De hemelhmie, ook is de aar de um ; de werelt ende hare volbeit die hebt gy eem«d
Het mrden ende het Zmden, die hebt gy gefchapen: Thahor ende Hermmmichen
mumnname. ¡mmn
Boven vers 3. dus Ethan de Ezrahiter ^of magindtnhemtlttgtn den HEEREitfchattet
G O D : mdehemtUtlvtMtgyuwewaarheid -worden. De Pfalntift „amentlyk v e rhe f G ü S s
gevefligt : en vers. 6. Dies loven de hemtltn Majefteit , zoo als dezelve in her r
sonderen 0 HEERE, vers 7. f^ant w.e fchipehdom zig i ^ n ^ "ochSaL?,:
lyfc
lyk in het alderwyduitgeftrekft en alderfchoonfte
gebouw der heinelen , op dat hy den gelovigen
zoude opwekken tot vertrouwen op dezen
zelven H E E R E en G O D , Schepper des
hemeis, en de algemeene Kerkvanbefcherming
en verloiling verzekeren. Her zy dan, dat de
Pfalmift onder de benaming van hemelen verftaar,
die onmeetbare draaikolken derZonneen
VafteSterren, ofdenhemel, dewelke ons aardryk
omringt, deze waarheid ftaat onwrikbaar,
cn het betoog, dat daar uit v loeid, van GODS
beftaan , regen allen aanval van Epicureefche
ondeelbare deeltjes, en Ongodiftifche Drogredenen
beveiligt. Klaarder namentlyk dan de
Zon zelve, betoogbaar uit die dingen, dewelke
wy tot nog toe raeer dan eens van den Hemel,
delTelfs onmeetbare grootte, vloeibaarheid, Ord
e r , heldere doorfchynendheid , beweeging,
verwen , en andere hoedanigheden hebben te
voorfchyn gebracht, dat G Ü D is ecn oneindigmaal
wys en machtig Weezen, en het befluit
van den Pfalmift vers 14. koper-vaft is:
Gy hebt etnen arm met macht: wsie haut isflerk,
Uwe rechter-hand is hooge
Het Noorden ende het Zuiden, dit hebtgygtfthaftn.
De LXX. ton borrhan kai thalaßan
fli tktifas, Het Noorden en de Zet hebt gy gefchapen.
Aquila , Borrhan kai dexian , dar
Noorden en de rechterhand, zoo ook Hieronymus.
Maar Theodorion , ton borrhan kai noion;
het Noorden en het Zuiden. Welke manier
van fprecken ons als by de hand geleid tot
het gehele Opftel der hemelen, maarbyzonderlyk
tot de onveranderlyke plaatzing van de As
der aarde in.de aldervloeibaarfte lucht rondom
gevoerd. Van welke alderllandvaftigfte hoogie
van het Afpunt of afmecting , als cok van de
onveranderde plaatzing der Vafte Sterren dealderzekerfte
aanwyzer isdemiddaglyn, hetvoetftuk
van de gedeelten der wereld , die grondflagdcrSterrekundigeWaarneniingen,
voornamentlyk
van de T yd, op welke de Zon ende
Sterren 200 Vafte , als Dwaalende, het top.
punt bereiken, insgelyks van de lengtens van
de piaatzen van her aard r y k , by gevolg ook
omde wereld of Landbefchryving te vcrbeteren
en te voltoyen. Deze lynftreep trekt elk Starrekundige
in zyne Befchouwplaats der Sterren,
maakt zynde, en genegeringe tyd doorgebracht.
Dog Lodewyk de X I V . Koning van Vrankryk
is wyder voortgegaan, voor dit AW¿men.Z>«-
den door zyn gantfche R y k , Zoo verte het zig
uitftrckr, zekere wysgeerige of wiskundigeOpperheerfchappy
oprechtende, en heeft te gelyk
eene aldervafte grondOag van de afmeeting det
aarde geftelt. Die groote Koning had wel m het
jaar 1669. aan Picard bevel gegeven, dathy de
middaglyn zoude vervolgen van Amiens af tot
, op de grenfien van het Gatinois en
Hiirepoix, welke afftand z ig meer dan eene graat
uirftrekt. Deze zeer beroemde Wiskonftenaar
nu had gevonden 5 7060. zes voeten voor eene
graac. Dog nademaal 360. van dusdanige graden
den omtrck van de aarde uicmaken, en de
kleine raisrekening van eene graac eene 360.
maal grooter in de afmeeting van de aarde veroorzaakt,
en eene lichte dwalingindetoenaangevange
bearbeidingen zig kon vermengen, zoo
wegens de derthien driehoekcn, dewelke beperkt
moeften worden in de tuflchenwydte van 32.
Franfche Myle n , als wegens de fwarigheit om
de breedtens van hec Afpimt te vinden, alwaar
de misrekening van 4. mnuten fecondcn eene andere
op de aarde van 66. zes voeten na z ig fleept,
zoo wierd het raadzaam geoordeelc eene lya langer
uic re ftrckken, en daar door de dwalingen
of te verbeteren, of ten minften te verminderen.
Derhalven heeft de Koning belaft gins
en weer van i'iir^jafeene Middaglyn uic teirekken
tot aan de Pyreneefche berg-roppen ter af«
Itand van byna lo. graaden, waardoor, byaldien
dat 'er al eene Sterrekundige dwaÜngmogte
begaan zyn, alleenlyk 36. maal zoude zyn
vermeerderc geweeft. Dit groot voorneemen
van den grooten Koning hebben werkftelliggemaakt
de groote Sterrekundigen Caßn en dit
Hire in den jare 1683. ende 1700. dcwcikeharc
Landmeetkundige uitwerkingen ce gelyk verfterktcen
met Sterrekundige Aanmerkingen, in
het byzonder der verduifteringen in de Planeec
Jiifiter; op dat aan zoo groot een werk niets
zoude ontbreeken, het welk in gehele hoeken
het Genootfchap der KoninklykeFranfcheHo.
gefchool heeft befchreeven.
Pfalm X C. veifs: i — á,
HEER E, gy zyt ons geweeß eene toev/ucbt van geflachte tot geflachte. Eer dé
bergen gebaren waren-, ende gy de aarde ende de wereld voortgebracbt haädet:
¡a van eeuwigheit tot eenwigheit zyt gy GO D.
Gy doeil den menfche wederkeeren tot verbryzelinge: ende z f«, keert weder n
menfchen hinderen. j & & s/
IVam dui^end jaren zyn in ,me oogen, als de dag van gifleren, als hy voorby ge.
gaan is: ende als eene nachtwake.
mm mm Cy