í
1 2 4 0 G E E S T
ben zy bevonden dat de uicrekening der gelyk- 1
heit tuffchen die en dac water voornamcntlyk
2ag op de alderwyfte verdceling der warcren
längs de aardklooc, de legging der vlakcens in
de zondvloed geraaakc: dar in Iralie, Vrankryk
en andere landen de fonceinen en rivieren
by droger jaar geftelteniilen gebrek licbbcn; dac
de hoügfte toppen der bergen gene fonceinen
bebbenj dar zy alle voorcvloeyen uit aihellendeplaatzen,
boven welken hcger tappen overhangen;
dac de bergen van tonteinen overvloeyen
ryk in vlaktens en weiden, alwaar de regen en
fneeuwaceren door de vlaktens der aarde können
doordringen, ofook in zekere holügheden
te zam«'n vergaderr worden j dac die door iteenen
en klippen riiwzynde ontbreeken: datdikwyls
de waceren door eene lange ftreek door
cnderaardfchc vlakcens henen vloeyen. Dac
ten voorbeelde zyn de Modenecfche Fonceinen,
dewelke ter diepte van 6j. voecen eene doorbooring
gemaakc zynde , mec eene zoo groote
krachc oncfpringen, dac dczelve binnen korcen
tyd cor de mond van de put opklimmen , en
door eene cuiTclienruirace van 10. tTiylen daar
van daan uit de Apennynfche bergen ontfpringen.
Ik voeg 'er gewicht by uit de Natuurkundige
Befchryving van Zwitzerland, weik
bergachcig Land kan genaamd worden deryke
Waterbewaarplaacs van Europa. Hier van
daan komt her, dat door G O D S alderwyfte
Befluit dikwyls eens 200 veel regen en fneeuw
valc dan dat gene, hec welk eiders op vlakker
landftreeken word vergaderc. Hier van daan
is hec, dat op de topkruinen van onze bergen
eeuwigduurende fneeuw-hoopen ¡eggen. J,
zelfs zyr
de Rhone,
fonteine
groocfte
mand za
de re' )p het hoogile gei
de Rhyn noemeik, welker bronlaamd.
zyn Ineeuw-bergen van hec aldersvaarce,
welker beftaan zckerlyknieafleiden
van het water door onderirdfche
buizen uit zee aangebrachc. Wederom
ftaat het aan deze Wysgeeren , by aldien
de wapenen uic de Schriftuur zyn tehalen, cer
beveftiging van hetgevoelen in onzenText van
Salomon by te bren gen , alle de heckcn gam in
¿e z,te, nogtans cn ward de zee met voi: na de
piaatze daar de beeken henen gaan, der^-juaarts
gaande keeren zy 'u.-eder. Namentlyk zoo veel
•waters als 'er door de monden der rivieren in de
zee invloeid , zoo veel word 'er door de Zon
en winden , onder de gedaance van dampen ,
in dt lucht opgecrokken uit deoppervlaktevan
de zee, welke dampen door het geleide der
winden rot wölken op een gcpakc, doordegeheele
rondom hec aardryk leggende damp gedreeven
wederom door eene alderjuille cvenredigheic
in verfcheiden landftreeken wederom
nedervallen door regens en fneeuw, en al zoo
de fonreinen, beeken cn rivieren maken, door
de afliellende vlakcens in zee afvloeycnde. J5y
aldien miflchien aan iemand, min ervaren in de
Natuur-Befchryving eene zoo grooce vcelheid
E L Y K E
van waceren uit de oppervlakte der zee opge»
crokkcn, als 'er alle oogenblik in zee loopt,
zoude als een wonderlyk gevoelen voorkomen,
den zodanigen ftelle ik voor oogen als voor een
becoogiyk ftaalcje de uicrekening, dewelkein
de Traiìfaiiionibns Philof. nom. 189. aangetoond
heefc de Beroemde £ì/»7. H d k p n , door
proefnemingen beveftigt. Die heeft bevonden
, dat door de gewoonlyke wärmte der zomer
Zonne uicwaafiemen rj,. van eene vinger in
de cyd v a n i i , uuren, by gevolg in de tuflchencyd
van des morgens tot des avonds in de ruimte
van eene vierkante graad der aarde, ofvan
69. Engelfche Mylen uit te waailemcn
33000000. Tonnen, derhalven uit deMiddellandfche
Zee, welke hy wil van 160. graden
te zyn, by de loop van eenen Zomerfchcn dag
ten minftenuittewaànemcn528ooooooo. i onnen,
welke oprekening de winden uitermacen
vermeerderen, of tenminften verdubbelen. Dac
de rivier de Ibeemt by Kingfion-Bridge te Loaden
5344000.
inen (_ derleden
zyn van rf^- r.
'nde, dacelkva
: bare wateren
•¡nen ài Ebro, di
vier-
1 de groot-
• deMid-
Rhòne,
de
dagelyks aan de zee overgeefc ;
vierkante roeden of 20300000, Toi
halven zal eene Ton 5
kanc.) Nu gelide
fte Rivieren, dewelki
delandfche Zee uitftoi
de Tyber, de Poo , de Donauw, de Tyr
Nieper, de Tanais, de Nyl tienmaal meer
ters inbrengen dan de Theems , namenclyk
203000000. Tonnen, derhalven alle ce gelyk
genomen 91827000000. dagelyks, zoo zal
hec ingelopcn tcn minften-. grooter zyn als
dat gene, het welk in de tyd van 12. uuren uic d e
Middellandfche Zee kan uitwaailèmen. Vele
zoorcgelyke uitrekeningen brengt de boven aangehaalde
Fallmerms by. Hetonderfcheid cuffchen
de beide Ündcritelling beftaat aüeenlyk
in de weg, welke de wateren houden, welke
de zee wederom aan de aarde door het recht
van weder-afvordering ter hand ftclr. Daar
gefchied de omloop door onderaardfche buizen
, hier door de lucht. Die weg is gebaand,
aan de zinnen van alle menfchen opcnbaar.
deze nog door vele doornen van z^ • • •
bezec. Deze of gene verzwygd de
Ryksvorft , de waarheid zelve in
uitdrukkingen voorftellende, nogtai
; re merken is,' daar by voegende, vai
beeken , die m de zee gaan, dac de;
door met voi word, ofoverloopr. Namentlyk
tot dat zelve einde, het welk ik eiders breeder
hebbe aangewcezen, heeft de zee van den aldergoedgunftigen
righedcn
alderwyfte
algcmeenc
IS, dac aan
1 zoo vele
:clve daar
Schepper cene zoo zeer uicgcbreide
oppervlakte verkreegen , op dac de
menigce der dampen uic dezelve op ce halen beftipcelyk
de overvloed der invloeyende wateren
zoude beancwoorden.
De zedelyke Toepaillng, dewelke de doorluchcigfte
Prediker in hec 00g heefc gehad, is
uic de vocjrgezegde zaken klaar. De fonceinen
N A T Ü U R K U N D E 1241
uen en rivieren zyn
ging naar de zee eoe
opgecrokken naar de;
waarlyk ons leven, (
•orden geduriglyk
door de a in eene gedurige bewee- arde en kaken des d o o d
en de dampen uit de zee
arde door de winden: zoo
n alle menfchelyke zakea
by ogcnblikken van gem
vcranderd : alle de rivieren worden door de zee
ingezwolgen
zonder onderfcheid alle menfchen. Dat deze
dingen de begeerte opwekken naar dat leven
zonder einde, alwaar zelfs gene fchaduwevan
verandering plaats zal bebben.
P r e d i k e r I I I . vers 11.
Uy heeft ider ding fehoon gemaaht in zynen tyd: 00h heeft hy de eeuwe in haar heV"
te geieid, zonder dat een menjcb het werk dat GOO gemaakt heeft y kan uit'
vinden, van het hegin tot het einde toe.
ren. By GOD isgeiie verandering nogfchadtiwe
van omkeenng, Jak. I. 17. h y is eeneeuwig
Weezen. in wien nog voorleden nog toekörnende
plaats heefc. Daar in tegendcel alle
Schepzelen aan de tyd zyn onderworpen, voorwerpen
van verandering, ondergang, vergecelheic.
Daar en is gene gedachtems van de voorgaande
dingen : ende van de navolgende dingen
die zyn zulien, van de zelve en zaf ook gene gedachtems
zyn by de gene, die namaah weezen
zulien. Fred. 1. 11. De cyden worden verändert,
en wy worden verändert in dezelve. Dog
deze zelve veranderingen zyn op het aldernauwkcurigfte
van GÜD, den Stichtervandencyd,
afgemeetcn. Dit verfchafc een onoverwinnelyk
bewys van GüDS alderbefte Voorzienigheit.
Deze zyn de tyden ofgelegendheden, die
de Fader in zyne eigene macht gefielt heejt.
Hand. T. 7. Hy heeft lat eenen bloedehetgantfche
gefachte der menfchen gemaakt m op den
gehelen aardUdem te ivoonen. befcheiden hebbende
de tyden te vmngeordineert, ende de bepalingen
van hare vjoningen. Hand. XV IL 26.
Hier uit volgd van zelfs by wyze van een Gevolg
uic die Voorftelling , dat de menfch aan
GOD en den tyd alles moet overgeven , zig
naar den tyd voegen, en eene naarftige rekening
Van dezelven houden. Ik hebbe gemerkt,
vervolgc onze Prediker verll: 12. 13 dat'er
niets beters voor henlieden, den menlchen, is,
dan zig te verblyden endegocd te doen inzynle.
veu. Ja ook dat ieder menfch etc ende drinke,
ende het gocde geniete van zynen arbeid: dit is
eenegave GODS. Nochtans fluit niec uit,deze
regelom tcleven, de noodwendigeZorge vaa
den menfch cot behoudenis van zig zelven, wanc
j^lles heeft eenen beftemdm tyd : ende alle
voornemen onder den hemel heeft zynen tyd^ vers
I. Alle beweegingen gefchieden in der cyd,
en worden door den tyd afgemeecen. Maar
de tyd is geene zekere wezentlyke zaak, van
de zaken zelven onderfcheiden : de duuring
wel van de zaak, van het beftaan, der beweeging,
rufte-aan-houding, afhargelyk van GOD
den Schepper. Jugiifiinus zullende van den
tyd een befchouwend denkbeeld vormen bekend,
dat hy in eene verwarde zaak bezec was, Confefion.
XI. kap. i+. By aldien my niemand
vrnagd, wat de tyd is, zoo weet ik het, by aldien
ik het den vrager zoude mtleggen . 'zoo
weet ik het niet. Vaardiger ontwarren zich uit
de zwarigheden, dewelke den tyd met de in
wezen zynde zaken zamt-nvoegen. Dus zingd
de Konmklyke Harpftager ten aldervolften overreed
van de aldervoorzienenfte Goddelykegunfte:
Maar ik vertrouw opu, 0 hi E ERE-,
ik zegge, Gy zyt myn GOD. Myne tyden zyn
in uwe hand : 'ik geheel, hoe gering ik ben ,
myn !igchaam,myne zie!, noodlottcn, myne duuring.
Pf XXXL 15.16. Zoo ook nemen wy
voor den tyd de mate des zelfs. en de mate nemende
ligchamen, voor jaren, maanden, weeken, dagen,
de beweeging der Zonne, Mane,Sterren ,
wctìe ligchamen" G O D zelf in hare beweeging
alderllandvaftigft heeft geftelt iof tekenen, ende
tot gezette tiden, ende tot dagcn, ende tot
jaren , Gen. l. 14. Derhalven onderfcheiden
wy den tyd in eenen volflrekten, -waren en wiskmidtgoi,
welke altyd in eene gelykvormige
loop doorfchiet , en in een€
-waarfchynelykcn en gemecnen
volgens de mate van andcre
dewelke lichamelyk zy
overdenking gcleid ons lang!
opzichtelykeì
hoedanigen wy
achtbare zaken,
afmeeten. Deze
eene rechte weg
t de kcnnure^GO DS. die allesgefchapen heeft,
op dat elk fchoon zoude zyn. Indcrdaad eene
overgenoegzame gelegendheic zoo om de Wysheid
als de Goedheid van GOD meteerbiedige
lof^ryzingen groot te maken is 'er overig, zoo
dikwyls als wy zicn altyd diiuren degehele ligchamen,
de Zonne enbterren, deTydmcetingen,
dog de andere die vergaan zulien bybeurten
te duurcn by uuren, dagen, maanden, jain
dellelfs hand<
gegeven iniddele
worden, ja de e
kit, zonder dat
gemaakt heeft h
het einde toe.
heefc de aldergoedfte GOD
, waar door hy kan behouden
we heeft hy in haar hertegC'
nmmfch het werk, dat GOD
mtvinden, van het begin tot
11. Dac is, de gehele wereld,
htcgeheel AI, en voornamentlyk in dezelve
de Tydmaten , dewelke aldernaauwkeurigft
zyn, de Zon, Maan en Sterren als Spiegels,
dewelkeophetalderklaarblinkenfteGOD
heefc voor oogen geftelt, van Macht ende Wyst
t t t t he id.
limi
nii:^
i p
Sl,
è l i