N A T U U R
aamvaUkereii. Symmachus, kai dtaluthey hey
epiponos, en de iverkzame zal onibonden räorden,
welke verklaring Hieronymus berifpt, Gemeenlyk
word abhionah door begeerlykheit,
groote trek , vermaak-vindtng overgezec, van
hec worcelwoord abhah, hy heeft gewilty hy
heeft genoegen gevonden ; namcnclyk die dingen
waar door hy vermaakc geweell, oudscyds de
jeugdheefcdoorgebracht, zynhem, vankrachcen
nu vergaan, tot eene afkeer.
Ook de elendige onthond zig van de gevonde
zaken , en vreeß die te gebrttiken. Dit verlies
van zondige welluft en begeerlykheit is den bcjaarden
ouden lieden zeer wel te pas körnende,
cm dat zy nacnentlyk gelegendheic gekreegen
hebben cm van vele gebreeken en fchadcn zie
af te trekken. O voortreffelyk gefchenk -van äe
bejaardheit, nademaaldezehevan onswegneemd
het welk in de jengd het alderondeu'
K U N D E . 12 5 7
gendßeis, namentlykdewelluß. Cicero over den
Glider dorn.
Het Versje fluicen deze woorden : want de
menfchegaat naa zyn eeuwig huis, ende de rouw'
klagers zullen in der flraate omgaan. Iloti epareut
hey ho anthroopos eis oikon aioonos autou ,
kai ekukloofan en agora boi koptomenoi. IVIet de
vinger word hier de dood zelve aingeweezen',
de uicftap iiir die leven. Alwaar i^eth gnolam,
het (e7i-j:ig hms, de zitplaatsder eeifjjigheit kan
berekenen i. HetGraf, waarinderaenl'chmoec
blyven tot aan den dag der Üpftandinge toe ,
want¿»o/á7« berekent niet altyd de eeuwigheic
bcftiptelyk zoo genaamd, maar nu en dan eene
zeer lange duiiring. 2, Den Staat der dooden
zelven , dewelke cot dit leven , hec welk zy
genooten hebben , niet wederom keeren. 3.
Het tweederley huis dereeuwigheit, dehemel
en de helle.
P R I N T B L A D E N DXCIII. DXCIV.
ter dan de zihere koorde mtketcnt tuorde, ende de güldene ßhale in fliáken geflooten
mrde^ ende de kruike aan de Sprink-ader gebrookeniüQrde, ende het rad
dan den bornput in (iukken geflooten worde. Predik. X 11. vers 6.
De zvyße Forß, die ooit de Zon
Befcheen, de Koning Salomen
Verfchafte ää« S c h e u c h z e r ß o f tot leerzaam onderzoek
In zynen Prediker, ecn overdierbaar Boek.
Hy, door kimßyver aangefpoort,
Vertoont aan ons de zdvre koorti
Met al haar zenurxen, en fpieren, die de ßant
Van 't menfchlyk Ugchaam, eengevormt door 's Scheppers handt
Als onderfrhraagen-, en daar by
IVat of de tniddelborßpvp zy.
En -x-elk een eigenfchap en d'een en d'ander heeft.
ö T'íí'eetal Prenten; en u kunßvertoog.' gy gecft
My meerder licht dan ik ooit had.
I k k u f f ' de kunfi en letterfchat.
DEze fpreekwyzen van den alderwyften
Prediker, van dehichtverhevelingen cnt-
Icent, ftellen voor oogen voornamentlyk de laacile
moeyelykheden van den ftervenden ouderdom,
de toevallen derzieltogendenzelven, en
geven te gelyk te kennen , dat de Koning in
de Ootleedkunde zelve over ervarcn is geweell.
Eer dan de ziivere koorde ontketent •¡¿•orde :
de LXX. heoos hotou niey anatrapey fchoinion
ton argiiriou, tot dat het toww van het zilver
niet verbrooken 'Vi'ord. Symmachus, kai prtney
kopeynai apo fihomou argnrion, cn eer het afgeßteeden
--ji'orde van de band des zihers. Voor
chebel hakkefeph komt voor te zocken het witte
gedeelce des ligchaams, ja zclfs de ziivereverwc
hebbende, lang gelyk cene koorde, millchien
ook gefpannen , en uit vele andere vezeltjes
te zamen gefielt, hoe meer eigenfchappen nu
wy met eene koorde en wel eene ziivere, overeenkomende
zullen vinden, hoe nader wy het
doelwit zullen treffen. Fn alle de beile ünt -
lecdkundigcn zullen de Uitleggerszyn, dewelke
ons voor oogen ftellen het geheele opHel
der zenuwen, voornamentlyk het Kugge-merg.
De zcnuwen zyn wie van verwe , zilververwig,
even als een couw, koorde, uit vele draadjes
te zamen gewccven, door het gantfche ligchaam,
tot bewecging en gevoel, uitgeipannen:
de eerfre fcheerdraaden van deze draadjes
geeven de herflenen, de laacile worden in alle
de deelen van hec ligchaam geeindigc. In de
gematigde uitipanning van deze zenuwen beilaat
en hec leven en de gezondheic, in al te groote
z z z z z of
I
•7