il
II
lili:
l&i 7„- I'U I,
l i i b F i i i . : '
-I'll!
1 2 5 2 G E E S T
- Contrahimur 1 miroquemodo decrefcmus i^ß,
Diminm noßri corporis ojfa putes.
Nec c/elüin fpeßare licet ^ fed proria fincctiis
Terram, ¡i quagemtaefi, reditura, videt.
Fitquetripes prorjus, qneidru^esque, iitparvnlns
irifans,
. Et per for'dentem ßebile ferpit hiimim.
Ortiis cunäafms repetunt,mortemq»creqmrimt,
Et reäit admkilim, quodjmt ante tiihil.
Het zal, volgens Salotmis raad, den jongeling
dienftig zyn aan zynen Schepper te gedenken
eer de Zorme ende het Licht, ende de
Mane ende de Sterren "verdnißert worden, vers
2. heoos hou meyßiotißhey ho heylioskaitophoosi
kai heyßleyney, kai hoi aßeres. Deze woorden
verklaren de meefte Uitleggers van den
oogen des ligchaaras , als dewclke niec alleen
ona hare inkrimping oud worden , maar 00k
wegens de verdikking der vochcen, en gebrek
vanvoedzel, donker, oftcneenemaal van licht
beroofd worden. Zoo wierden donker de oogen
door ouderdom van Izaäc, Ifrael, Eli, Gen.
X X V l I . i . X L V I l l . ' o . I. Sam. lV. i?. Tobias
zat in den donker, en hy zag niet het licht des
hemels. Tob. V. 12. En her is war zeldzaams,
wanncer aan Mozes honderd ende twmtig jaren
oud de oogen niet donker -worden, üeuc XXXIV.
7. Dog de Vermaarde Witjius verklaart den
T e x t becer van het inwendige licht des gemoeds,
onder de benaming van de verduifterde Zonne
L i c h t , Mane en Sterren verftaande het afnemende
verftand , gcheugen, bekwaamheit om
te redeneeren van wegens de fchikkingderherffenen
of al te zeer verzwakkende, of ftyf geworden
, de ontbreekende affcheiding en verdunning
van het vloeibaar zenuwzap, waar van
daan cok de oude mannen tweemaal kinderen
worden. En miiTchien wyft Salomon met de
vinger op de trapswyze ainemingen van de
krachten des verftands, als het welk in de kracht
van zynejeugd gelyk de Zonne had geblonken,
eerftelyk afdaalt tot hei flaauwer licht van de
Mane, daar na tot dat der Sterren, tot zoo ver
dat het geheel verduifterc. Deze zaken behagen
meer dan die ladder van zommigen Schoolgeleerden,
dewelke door de Zonne verftaan het
hoogfte en voornaamfte licht des gemoeds, het
verftand; door het Ltcht zekere mindere zielsvermogens
, een lydend verftand , waar door
zy de uitwendige voorwerpen ontfangen j door
de Mane, een gedeelte van de ziel meer gevoelig
dan redelyk door Sterren eindelyk alder-
E L Y K E
hande dcnkbeelden in de ziel als aan het uitfpanllel
blinlicnde. Derhalven zoude ik veel
lievcr her eerfte gevoelen de voorrang gevcn ,
het welk den Text verklaart van den oogen
des Iigchaan:is, de piaatzen voorheen aangehaald
te zamen zynde vergeleken.
Van de ziektens des gemoeds, getrouwe reisgezellen
van het ligchaam naar het graf krom
gebogen , daalt de Prcdiker af tot de zwakhe.
den van het ligchaam den ouderdom aankleevende.
Dus zegd hy : eir dt PFolkm weder-
• kamen na den regen ; heoos bou epißrepzouß ta
nef hey efißn tou hiietou. Door deze woorden
verftaat hy buiten twyfel , ook volgens het gevoelen
der meefte Uitleggers, de zmkingachtige
zwakheden, ongeßeltheden, denoudenltiiden
fchadelyk. Allengskens worden de vezels
der uitdryvende buis-pypen ftyf, en zyn de
klieren van de kecl, van de neiis, oogen, van
de vafthoudende kracht beroofd , gelyk eene
zeeve, waar door de vochtcn, aan het fluimachtige
vlies komende zondcr verhindering,
doordruipen, zoo dat de traanen van de wanl
gen rollen . uit de keel de flymerige vochten
uitgerochelt worden , en de kinderachtigheit
van eene fnotterige neus daar hy komt , welke
moeyelykheden of verwekt of vermeerdert allerley
koudachtig windjedeuitwaafleming, anderffinsdenbejaardenlaftig,
belettende, ofelke
misgreep in de eetregel begaan. Deze redene-
" " g . gegrond op de beginflelcn van de Tuigwerkkundige
Geneeskonft , voegd beter, daa
dat ontbreeken der Oiiden van het aangeboren
warm, en het ingeboren vocht. En ten eenemaal
komt met de onrleedkunde niet over eea
het vooroordeel van het gemene volk, waar
door het ligchaam van den menfch word vergeleken
by cene Maas ofoverhaalglas, hcthoofd
van eene diftileerkerel, waar in deopklimmende
dampen vergadert worden , op dat zy van
daar door de bek zouden uitvloeyen. Salomon
fchynd inderdaad zelf dir gevoelen te begunftigen,
onder hetzinnebeeld van regen en Wolken.
Zinkingen of herlfenvloeden voorftellende. Dit
zeggen gelt hier : alle gelyk heeft zyn ongelyk.
Die woorden . err de wölken weder tomen na
den regen , können zodanig verftaan worden ,
dat de eene zinkingachtige herHenvIoed op de
andere volgd , gelyk eene golf de andere aanftoot,
en de regen gevallcn zynde zig zwarre
wölken op een pakken , hewyzen van nieiiwe
regen.
Predikei- X I I . vers 3.
Inden dage niameer de wacken des hnkes zullen beeven, ende de flerhe mannen
haar zelven mlkn krommen : ende de maalßers zuUen flille flaan, am dat zy
mnUer geworden zyn: ende die door de venßeren zien, mrduifíert zuilen worden.
De
N A T ü U R
De H. LeeraarderHeidenenooemdhetmenfchely
k ligchaam, het aardfche hiiis dezes tabernakeh
2. Kor. V. i. Inderdaad die-ons ligchaam
en delFelfs aldertederfte zamengeftel in
aanmerking neemt, ziet het gelyk te zyn die
leeme hatten > welker grondßag in het fiof is.
Job. IV. 19, Eene woonpLiats van de ziel,
dewelke menigmaal in de tedere jaren dreigt in
te ftorten , en by hoogen ouderdom zekerlyk
overhoop valt , dan namentlyk, wanneer de
Wächters des huizes beeven. ean faleuthooßphulakes
teys oikias, namentlyk dcgewrichcon, de
becnen en armen, den menfch ter bewaring gegeven,
gelyk de klaauweo aan zekere becften,
aan allen anderen zekere werktuigeii,' door dewelken
hy zig tegens den aanvallen van anderen
zoude können vcrdedigen. Dus gebruikc
de ftervende Jakob . zullende befchryven de
befcherming vanjofef regende macht der broederen,
en te gelyk de overwinning over hen
behaald, het zinnebeeld van armen Gen. XLIX.
24. zyne hoge is inßyvigheitgebleven, ende de
armen zyner banden zyn geßerkt geworden door
den banden des Machtigen Jacobs, daar van is
hy een Herder, een fieen Ifraels. Deze wach,
ters beeven in den ouderdom , |zoo wegens gebrek
van invloed der dierlyke geeften, als wegens
de opkrimpingderzenuwenzelve, dewelke
het vloeibaar zeniiw-vocht niet met die gemakkelyke
doorftraling , gelyk in het eerft ,
doorzenden. Ja ook zelfs können gevoegelyk
onder de benaming van wachtcrs opkomen, volgens
de uitlegging van den zccr Beroemden
Praunius, de dierlyke gceßen zelve, de uit werkers
der beweeging en der zinnen , dewelke aïs
op fchiltwachtßaan aan de deuren van dit ver.
wonderenswaardig e hitis, namentlyk in de werktuigen
der zinnen. Uit mangel van deze word
de beweeging in den ouderdom bevenc*
Niet alleen böeven de Wächters , maar de
fierke mannen krommen haar zelven-, de LXX.
ean diaßraphooßn andres teys dmameoos, byaldien
de mannen der ßerkte 'zuilen verkeert zyn,
änderen > zig zuilen omgeboogen hebben, zoo
ook onze. Moedertalige , die Helden krümmen
ßch , Symmachus , diaphtharooßn hoi andres
ißhuroi, de ßerke mannen zyn vergaan. Deze
iyfÖKW, fterkc mannen, zyn niet alleen de
beenen tn voeten, gelyk onze Latynfche Randuitbreidingen
hebben, maar alle de wervelbeenen
van hecrugge-graat > het voornaamfte fteunffel
van het ligchaam. Om deze oorzaak word
de menßch niet alleen driebeenig, tripous brotos,
by Heßodus II. ß. der JVerken enz. zoo dachy
o p eene ftok moet leunen, maar
Deßchouders zyn gebrooken , en het
hooßd ziet naar de v'loer.
„ Hier van daan komt het , dat de ter neder
,, zullende ftorten ouderdom op eene ftok leu-
„ nende de logge aarde- mct een zorgvuldig
K U N D E. 1253
„ ftokjeflaat. (Enhyworddricvoetig, geheel
„ viervoetig, gelyk een klein kind, en Ichreyen.
„ dekruipthylangsdevuilegrond,,) De ßerke
Mannen, dus zegd de voorgepreezen Praunius,
zyndewervelbeenen, de doornen van dm
hals, namenthk de Atlas, de Odontoeides, jizon
cn anderen tuffehea de fehouderen aßoopende'
Hier van daan de Pfalmifl : Ik ben krom geworden
, ik ben mtermaten zeer mdergebogen ,
Ff. XXXVI I I . 7. Dezt krommmg -van het
ruggraat hangt af van de mfioffmg onder de
Kraakbeenen , door de ßyvigheit en zamenrimpeling
der vliezen van den Opperbmk, waar
door de opreehting van het ligchaam belet word.
Vergelyk Hogel. IV. XJwen hals is als Davids
tooren , die gebouwd is tot ophanging van wapene
», daar duizend rondajjen aan hangen, ab
temaal zynde frhdden der Helden ; alwaar 'c
favvar den hals betekent, en door ßerkte en door
vaftigheit , dewelke dezelve heeft van de wervelbeenen.
Niet alleen word gebrooken de
kracht van het ruggraat defTelven, en der kraakbeenen
tiilTcheudewervelbeenengelegen, maar
ook der rugge- Spieren, welker krachten by aldien
zy 120. ponden dragen , van den hedendaagfchen
met 25585. Ponden gelyk te zyn
gerekent worden. Schmiedt van di Mufculn.
Verder ßaan de maalßersßille, zoo dat zy
weinig malen , eyrgeyßan hai aleythoußai, hoti
ooligootheyßan, de malende hebben opgehouden ,
om dat zy vermindert zyn : Symmachus, kai
argeythooßan boi mulof, de molens zouden opgehouden
hebben: onze Moedertalige, die Mullerinnen
boren auf mahlen , weil ße ßch verminderen:
De maalßers banden op te malen, door
dien zy zieh verminderen. Namentlyk daar
word te ^kennen gegeven het gebrek van tanden,
aaii het welk de oude Heden onderworpeil
zyn.
De ongelukkige moet het broodmet ongewapend
tandvleefch ( tandelooze kevels )
kauwen.
De tanden worden overaardig door den Prediker
thochanoth, molares, molitrices,
genaamd, om dac dezelve, evengelykdc
molenfteenen, de fpyzen klein maken , enalzoo
den weg baneii 200 tot de klein-maling ,
als tot de verdouwing. En nog heden worden
de achcerfte tanden 200 wegens de gedaante ,
als wegens het dienftwerk , van den Onrleedkundigen
maaltanden genaamd , in tegenftelling
van de voorfte, deweike fny-tandcn ea
hünds-tanden genaamd worden.
Van den tanden gaat de Prediker voort tot
den oogen : die door de vetißercn zien verdui.
ßert zuilen worden^ skotaßoufm hai blepoußai en
tais opais, zy zuUen verdonkert worden die door
de gaten zien. Sj'mmachiis, hai horafeis dia
toon opoon , aanzieningen door gaten. Onze
Moedertalige, die werden fnßer feyn y welche
durch die Fenßer fehen, Luither beter, dii<ie.
yyyyy ßcht
&
i f i
i' .'i« ;