" j
'il
'i ' ' ,„
1 .
G E E S T E L Y K E
1 2 3 0
verroeren, maar aanftonds word deze gevange
en gebonde prooy naar hec neft voorcgefleepc.
B y aldien de vÜege tcn eencmaal voor de Spinne
onoverwinbaar is, ZOO oncbind zy zetve die
van den draaden , of fclieurt 00k wel een gcdeclre
der wcbbe van cllcaiideren, op dat voor
d c z c l v e , ZOO veel als eene goude briig gelegd
zynde j zoude können wegvliegen, dog hermaakc
de Spmne aaiiftonds wederom hec geicheurde
geweefzel.
Ik ben niet van zins een geheel Spinnekopsgeflagt
regifter te befchryven, doch achte hec
nodig de voornaamfte onderfcheiden der Spinnekoppen,
ten minftcn in Europa voorkoraend
e , aan te tekenen. Dezelve worden voornamentlyk
gebracht tot VI . zoorten, allermeell
ondericlieiden door de ftanc der oogen , echter
op hec Princblad niec onderfcheidentlyk uicgedrukt.
1 . De Hms Spinne heeic 6. kleine oogen in
eene eironde lyn op hct voorhoofd geplaacft.
Deze breid hare webbe uic in de hoeken der huizen
en kamers. Jaarlyks verändert dezelve van
h u i d , gelyk de kreeften, zelfs tot de pooten
toe. Zy ftrekc hec leven uit tot over de vier
jareii, in welke tuffchentyd zy veel eer dikker
woid van pootcn, dan aan hec overige lyf. Dezelve
blyfc niet lang op dezelve pkats, maar
verändert van wooning, zelfs 00k beflooten zynde
fterft zy. In warmer luchtftreeken, gelyk
hec A' t f/' i^ÄKoninkryk, word zy, door zekere
ziekce zynde aangetaft, vol fchubben, en lelyk
om aan re zien, en fteric aan de Luisziekce.
2. De tum-Spinnt maakt eene breede ronde
webbe in de vrye lucht, heefc 4. groote oogen
midde.n in het voorhoofd, en 2. kleinderaanelke
kant; verändert van verwen, wir, afchgraeuw,
grcen.
3. De Kelder-Spinne, ook de gaft van omheinings
muuren en oude puinhopen, is alleen
me: vier oogen voorzien» cwee midden in hec
voorhoofd, twee aan elke zyde van hec hoofd:
is zwart , zeer ruighairig, kort van pooten ,
Aerk van ligchaam, kwaadaardig, langer dan
andere levende, by aldien de tyd van weinige
jaren langlevendheit kangenaamdworden. Dez
c verdedigt zig cegen den aanvaller, en byt het
werktaig, waarmede zy gevat word. De buik
fchoon doorftooken zynde leefc zy nog twee
dagen lang, door welke wondede andere in hec
kort fterven. Deze fpint gene gehele webbe ,
maar trekt alleenlyk draaden 7. of 8. vingers
lang uic haar neft als het middelpunc. tene
vliege aankomende fchiec zy aanftonds coe de
buit zullende vangen, en ook vat zy met hare
nypers de wefpen en overmeeftert dezelve.
4. De ofnzwrvende Spime, blyfc niec in
een neft hangen, maar zwerft herwaarcs ende
derwaarrs zig op de jachc toeleggende. Dezelve
heefc twee grooce oogen midden in hec
voorhoofd, twee kleinder aan heteiiide van hec
Voorhoofd, cwee in het achcerhoofd> en cwee
o p de krnln van hec hoofd. Deze verfchillert
in groot teenverwe, wit, zwart, rood, afchgraeuw,
ook verfcheidentlyk gefpikkelc. Hec
vyfde paar poocen, dewelke den dienft van handen
waarnemen, heefc aan hare uicerfte cinden
gene klaeuwen, maar gelyk als eene gcpluimde
kam, waarmede z y de vliegen vangc, en dcrzelver
beweeging ftremt.
5. De yeld-Smne, de Timmer-Spinne, by
den Franfchen Faucheur , grasniaatjer, heeft
een ingedrongen en doorfchynend hoofd en
buik. Eene groote vlak van eene zwarce verwe
word op de kop gezien > twee kleine zwarte
oogen zeer dicht by een gelegen, aan beiden
zyden drie andere grooter als in eene driehoek
.geplaatft aan weerkaacen, in eene zekere uitpuiling.
De fchinkels zyn lang en dun, maar
de armen kort, vleefchachtig: de pooten zyn
zoo ruig, dat dezelve, door een vergrooc gUs
gezien, geheelmec véeren fchyuen omzec ce zyn.
6. DtTarantulay eene vergiftige aardfpjnne
onder de aldergrootfte en alderfterkfte. De
pooten van deze, ea het onderfte gedeelre van
de buik zyn wit, door zwarte ftippels gecekent,
dog aan het bovenfte en voorfte gedeelce heefc
de zwarte verwe de overhand. Het hoofd en
de borft worden befchut door een zwart fchild,
gelyk de fchildpad : de oogen zyn wit. en geel
blinkende vier in getal, grooter midden in hec
voorhoofd vierkanc van gedaance, en van vooren
4. kleinder lynrecht gefchikt. Kwaadaardig
zyn dezelve van aard , ja verderiFelyk ,
voornamentlyk in het Koninkryk van Napels.
Van derzelver verwonderenswaardige uitwerkingen,
hct Tarantismus, en deiTelfs Geneesmiddel,
gelyk ook van het gebruik en defchade
der overigeSpinnekoppen, voornamentlyk van
de zyde der Spinnekoppen, waar van de Uitvinder
is de zeer Edele Francois Xavier de Bon, Raadsheer
van den Koning van Vrankryk, en Voorzictend
Raadsheer van den hoogften Raad ,
Parlenient, te Montpelier, een man door gezag
en verdienften hoog achtbaar , van deze
zegge ik, zouden zeer veelmeerderezakenzyn
te zeggen, by aldien men op tyd en plaats gene
acht moeft flaan. Men leeze Martinus Li-
Jler over den Spinnekoppen : van den te vooren
genoemden Wel Edelen de Bon over de niittigheidvan
de zyde der Spinnekoppen, te MontpeU
Iter 1726. in 8. De Memoires de l'Acad hoy.
1710. bl. 386. van 1707. bl. 339.
T e n bcfluit van deze verhandeling zullendc
volgende afbceldingen dienen.
Fig. I. is eene Hagedis, hoedanig dezelve
uit een overoud Afdrukzel van voor
oogen ftelc Lamhecins Comm. Bibltoth. Caf. VI.
B. 294. 299. bl.
Fig. zAzTarantula, tegelykmethethoofd,
oogen en nypers onder een vergrootglas.
Fig. 3. vercoonc onder een vergrootglas de
legging der oogca, en de nypers in eene huisfpinne.
Fig. 4-
'JT. ;»>iti. Cuii..
• •C.inn
L^LFn.lru-h.
1 . •
I, , .
I I
il .'i