" 0 0 G E E S T E L Y K E
Wat ztUzmmhcin -vcrtoont deez" Prent f
t t n Slmgbez'Mtriier m deez" tydm onkkmt,'
En eenm, dk zieh dorn- vat ßanm
Befinmen ziet, m f d docr honderd beeten pranrm
Ve f e n van hcHRVCHXEK koomt u 'teen
Man, geefl, de valjche warn onttooten,
S c k f l van he, goud, defchuim, de -^aarhe,,'van den hegen.
BY aldien er inhet Heilig Bybelboek ecnig
e aldermoeydykfte plaats is, zoo is het
d e z e , des t e zwa a r d e r omt e v e r k l a r e n , omdat
w y Icven mzodanigetydeeuwen, in welkezoo
w e i n i g geloof aan bczweeringea en toveryen
Word gegeven . dat nauwelyks een Befncede
J o o d dezelve geloofd.
W y zullen deze ftoffe afleiden ui t d e eclite
brennen van d e Aloudlieit te gelyk en Iiedendaa^
gfche W y s g e e r t e , ziillende rcn laatften z r a ,
w e l k e de zm van den Heiligen Pfaimdichter
Zoude können zyn.
D e eerfte zwar ighei d , dewelkc voorkomt,
b e t r e f t de dove adder en echter hoorende , geo
o r t en nogtansdoot . Dealderoudfte Natuur-
Kundigen leeraren ons, dat eene adder fcherper
h o o r r , dan ziet. Nicander in Theriacis vers
162. ieerd , dar eene flapende adder door hct
a l d e r z a c h t l l e geluid wakker word:
En vadzigfchynt zygedmrig te knipoogen
met door deßaaf beznuaarde oogjes •
do^ wanneer zy door een aandachtig cor het zy
een geriiifeh ofeenige Stern hoord, verwerft zy
van het Ugchaam de komeßaaf.
Z u l k s ftemc Plinius loe in het VIII
23. kap. Over lang heeft tegen ditgebrek (de
n a t u u r der dingen) gegeven zwakke oogen , en
dat dezelve met m het voorhoofd, maar m de
ßafen van het hoofd zien : derhalven word zy
opgewektyeeläkwyldei-doorhetgehoor, dandoor
het gezicht. h n MerenUaU, : aan alle Jdder
zyn dezedmgengemem, een zwakgezicht. tra
ge gang, fnel f y „ gehoor. Ook ftaan de fie
Hj i'nrf^ii^T i•i 'K' o— Q-^jNy " I• t wuK iraan. a_e_ iie
d e n d a a g f c h e Schryversgelyk Severm. de riper
bl, 130. 239. CharrasJnat. Vifer, bl 114,
aap dir beeil, welkers aardzy door eene ongel
o o f t e l y k e fnecdigheit hebben nagefpeur t , her
g e h o o r roe, waarvan zy echter geen werktuie
n o g uitwendig nog inwendig vertoonen. Dat
z y hooren is n o o dwe n d i g , by aldien het waar
IS, het welk van den Indianen Temtra HM
PerJ. L 11 29. kap. vcrhaalt, dat zy door
b e z w e e n n g e n de Hangen zodanig gewennen,
dat dezelve o p hetgefpeel > ^ • • - '
d e beweeging van de lucht gefchud zynde
n'odormtt Auguflmm, en ¿iíTchien
O u d v a d e r s van de Eer f t e Ke r k hebben z i g wvs
g e m a a k t , darcene adder d o o f i s , nietuitlniuur
maar door oeffening , om dat zy de "oren
toef lopt , het eene met de ftaart, hetander
e met tegen de aarde te d rukken , of, gelvfc
R. Sahmo redeneert , de coren met aarde t «
T " om de (lemme des be.
w e e r d e r s met te hooren. Dog hoc kan zulks
g e f c h i e d e n , by aldien het dicr g l e ooren h c e f t '
D e r h a l v e n ,s het noodzakelyk dat het deneus
£ t e n toeílopt by aldien het beeil door d e rSver
behulp hoord, of d e huid zodani g weette
voegen dat het d e trillende beweegingln
d e gelui d gevendc lucht niet ver„eeL,®by aldien
het hoord op de wyze der viflchén / ge.
l y k mderdaad de fchubachtige en harde f c h f .
k i n g van de huid het v e rwanSf eha p tuf fchen de
v i f l c h e n en (langen aantoond.
O v e r de bezweering der Slangen moeten een
i g e z a k e n alhier by g e b r a c h t e n fcwaarfehöiiwt
voor by (läppen om dat nog h?dendaags de
verzameling van (langen de belweering tofmed
e g c z e l l i n n e hce(t, of fchynt te h e b b e l olt
d e ( l a n p gemakkelykcr dan andere beeilen
können bczwooren worden, ishetgevoelen van
iiit het zeker bewys'van de vervor'dl
' T wa a r o m
w o r d het tegcndeel met beflooten? waarom bez
w e e r t eene (lang niet den menfch ? Dir Ts z l
d e
a n d e fluit danílcn'
de una flauta , y las
haziendo las baylar al fo
rebuelven al cuello, y hazen conellaVotrosßmv
. ; : r uuK^tn loneueallsa , otros • emecantes
ademanes. Die gehoor van de adder verdiend
in vergelyk gefteltte worden met het ge.
h o o r d e r v i f T c h e n , dewelke hooren of door de
n e u s g a t c n , het wel k zommigen wi l len, ofdoor
cen zeer fyn aanraken, het vel door de trillen-
--Q ...w» wvw uitiJiciir uit ]s
, dat oudstyds al by vry vele volkcren
bezweering der (langen is g eme e n geweel l Te"«'
voorbeelde zyn de Marjet, de Pfyllen J j l
yks á^ Egtftenaars by n\a 'fj
T ' 1 ^' ' " ' • • » f i » by den NMenfer
Landbefchryver van de eerfll Lnchtftreekj
Ueel. die van Pertt by S f i t t l k , ¡„ de Verza.
mehngen de (ndianen by izetzet CUl. 2 i Z
M M ' T" «u e flang
a o d c l y k verwond wcderom in het leven hcck
h e roepeii In d e voor rede van Orphetisde Lapid
z u l t g y d c v o l g c n d e w o o r d e n l e e z e r : '
PIy zal weetenpl te doen houden hetgeknars
I Z t °í t í"' : ' ' ! e
b k f f hen hetfihelyk vergtf, fwerpfchicht. )
W e l k c woorden des te grooter oplettendheit
waardig zyn om dat dezelve ovcr een koraen
m e t d e f p r e e k w y z e v a n P í » ; , « . E f e Vi ifi
de vyerige pylen des bozen mtbhjfchen. Zoo
w o r d
N A T U U R K U N D E
Word M i /wg e z e g d doorde zangkunllbetovert
t e hebben de ilang o f d e Draak, bewaardervan
het goude vlies.
Door eene liefelykeftem het fchrikdier ge-
Jlreelt te hebben.
Jpollonim Argonaut. IV. B. 147. vers. Het
welk Ovidius VII. B. der Gedaante-verwifil.
t o c f c h r y f t aan Jafon
Na dat hy dezen heeft hefirooit met het gras
t i o l
En driemaal woorden, zachteJlaap verwekkende,
heeft gefprooken.
Andere vertcllingjes van dit zoort ga ik ftilzwyg
c n d e voorby. Het fchynt my toe, dat de
G e l e t t e r d e n onder den Ouden, en gehele Volkeren
begaan hebben bedrog van geen oorzaak
als van oorzaak. Het is bekend, dat vele ftervelingen
o p het zien van (langen als d o o r zeker
e (chrik verflagcn en verbaall worden; aan
zodanigen konden die gene die met flangcn-ge-
( i a c h t gemeenzaam worden, gemakkelyk wys
m a k e n , dat zulks door zonderlinge konf t , bez
w e e n n g e n gefchied , en tot verdere overtui
g i n g opzeggen zekere woorden, ofvaerzen,
o f zonderlinge gebaarden maken. Gelyk nog
hedendaags by het onbedreeven graauw een
Uang-beminnend menfch , dcwelke (langen in
d e n boezem d raagt , en dezelve o f o m de armen
of het gantfche hgcliaam omrolt, tot verwond
e r i n g is, en een tovenaar genaamd word Die
g e n e , dewelke in naturelyke zaken niet onbed
r e e v e n zyn, w e e t e n zeer w e l , dat (langen fchadeloos
können behandelt worden , behoudens
d a t dezelve niet toorni g gemaakt worden. Ook
können deze beei len, by aldien zy een fcherp
g e h o o r bezitten, door zekere woorden, vaarz
e n , hedjes zodanig gedreelt worden, dat zy
handelbaar worden: deze redeneering wordge-
( l a a f t door de zangkunde zelve , een geneesn
i l d d e l tegen vele gefteltenilTen van geell en
I i g c h a a m , degencezing door het beellje r ^ r a -
trtla genaamd , over welke zaak meerder is te
leezen in het Gefchiedenis-verhaal van den raz
e n d e n Saiden den g rooten Geneesheer en Aartsz
a n g k m i f t e n a a r David
M i l f c h i e n zai erne mcer byzondere aanmer
King Over d e bezweeringen , dewelke omirent
d e (langen gefchieden, deze (lofl i ophelderen
Daar zyn -er geweef t , dewelkc alleen door
^ n r a k e n de (langen bezwooren hebben. Firgil
v i f ßoek van ^
Diegewoon was de faap en door gezang en
doordehandvoorttebrengen. ^
Sdim Itaheus I. B. 4 , , . vers;
Ook den [langen van hun dodelykfenmteont-
I V a h "' ^ " r l J r l n
A l h i e r , het welk ieder een ziet, (chuild oeen
kwaat onder. Hoe zachter dat de (langen behandelt
worden, hoezy minder fchadelykzyn.
B y aldien dit eene bezweer ing i s , zal zulks ook
z y n de liefde en de vricndfchap, dewelke zeer
dikmaals door aanraken ofverkreegen worden,
o f heveftigt. Ik zoude , by aldien ik uitweid
i n g e n b e m i n d d e , alhier eenige zaken bybrengen
van de gemeene bygelovigheid van veele,
d e w e l k e vermeinen, dat de menfchen door verg
i f t i g i n g geperll worden door aanroereo s en
t o t wederzydfche liefde gedwongen worden.
By a dien wy de zaak dieper inzien , zoo zyn
d e b e l e e f d h e i d , minzaamheid, vriendelykeoogen
, de gemoeds-gefteldheden der menfchen
z e l v e n de aldergemeenile en alderzekerfte licfd
e - d r a n k e n
A n d e r e Skngenbezweerders hebben eene rond
e kringop de aarde g e t r o k k e n , en bezweeringen
of gemaakt . of geveinft te maken eenig
e kreiden op de grond hebbende geftrooit.
1 en getuige verllrekt de Thelfalifche vrouw
m de Send Tenum, dewelke, eenegewyde (lang
z u l l c n H e d o o d e n , heeft gettaan in het middcn
van eene kringswyze omgetrokke vlakte met
A r t z e n y e n , het welk men lecll in de Verwender
ens-w aar dige dmgen van Jrißoteks, of die
d e Schryverdaarvangeweef t is. Insgelyksdie
Ka deer by Lmwmts m den Valfehen Vrtend,
welke o p cene vroege morgen in d e velden Slangen
zullende verzamelen Zeven heilige namen
i i i t e e n oud fchtift had vergidert, driemaal de
k r i n g s w y z e ruimt e had rondom gegaan, enmet
z w a v e l en eene fakkel gewyd. Eene andere
p l e c h t i g h e i d befchryld Seneca, in het Treurf
p e l Medea genaamd 4. Bedryf:
En het droevig heiUgdom met de linkirhand
toevouwende,
oeft zy defchadelyke befmettingen, dewelke
het zant van het brandende Lybie zou-
Anderen gebruiktten (leene, houte berdekens,
en o p dezelve gel lernde kringswyze gedaantens
gegraveert. Arnobius II. B. wyzoekengeneesmiddelen
tegen defchadelyke enfemmge beeten der
ßangen, en befchermen ons met flaaties, dewelkc
de Marfen en Pfyllen verkoopen. De Nubier
Landbefchryver Clm. i. 3. D . zegd , dat
d i c h t by de ftad Cueu in Ethiopie Slangenhom
wafcht, het welk de (langen uit hare garen
trekt , endengenen. die het zelve houc
in de banden valt houdt , zoo Ilouthcrtig
m a a k t , dat zy onbevreeft die beeften vangen:
van welk eigenfte hout anderen verbalen , dat
een zodani g met kringswyze gedaantens gegrav
e e r d e g e l l c r n d e h u l p m i d d e l c n T a l t f m a n s , vcorz
i e n , dermaren voor den (langen en fcorpioenen
een vyand is geworden , dat hy die alle
o p de vlucht dryft. Volgens het getuigenis
van denzelven Landbefcht) ver is 'er in zeker
gewelfzel van de Stad Emefa eene (leen met
cenc