m
1 , ; S
„.Hill
„ , ,
it v,!'!
i ,••!!
Il
!l T'l •
. i r
G E E S T E L Y K E
I 2 2 I
meefte gebreeken zouden können getrokken worden.
Inderdaad onverzadelyk zyn degulzigaarcs,
hierom naa een bloedzuygcr , keelzuygers
genaamd : de welluftige vrouwen zyo waariyk
bloedzuigfters. Hierom die jongeling by
Flaufiis in Ciircul. van zyne vryfter.
Dc-juelke my elendigen mmaar het bioeil heeft
mtgedronken.
Hec gemeene elendige volk is de bloedzuig
e r v a n d e f c h a c k i f t by Cicero 1. Boek aanAttikusi6.
Brief.
Vers i6. Vier zaken worden opgerelt, dewelke
nooic zeggcn : hetisgenoeg Scheol, hcc
g r a f , otfcr racham , degeßotene baarmoeder.
Dieonvruchcbaar is, ruftmeceer, voordaczy
vruchtbaar is gemaakc. Rachel tegen Jakob
G e n . X X X . i. Geeft my kinderen , ofte mdien
niet, ZOO benik doot. Deaarde, dsevarfMaterniet
vei'zadigt enwort -, d ü n n e , zandige,
aanftondshet opgeftorce warer wegzendende:
eindelyk hec yunr , alle voorkomende zaken
verfwelgende. In eenen zedelykenzin, gelyk
ftraxISgezegd,verdienen vry veledezebynaam
van onverzadelyk, voornaraentlyk de gierigen,
welkende dwaaze begeerte naar gdcdagen en
nachten prikkelc, zeer gepaft te vergeiyken by
hec graf, eene coegeflotene baarmoeder, aarde,
vüur. Spreuk. XXVII. 20. De helle ende het
verderf en -¿jorden niet verzadigt, alzoo en worden
de oogen des menfchen niet -verzadiget. Solon
i n het ßoekj e van Plntarchiis van de Lief de tot
Rykdom,
denfiervelingen.
Prudentius ;
ff^ant de honger naar g
het verkreegen gont.
Dog op dar ik niet zoude ichynen van onzen
Text henen re gaan zonder hec gelag te hebben
betaalt, hebbe ik het nodig geoordeelt om de
Figuren van dit tegenwoordig Printblad op te
helderen , eenigc dingen hier aan te kooopen,
dewelke het natuurlyk verhaal des bloedzuigers
betreffen. De
f ig. I. vercoont eene bloedzuiger onder de
gemeene zoort, zwartachtig op de rug , aan
weerzydeniiic den wit-bleekgeele, getekentin
eene ondcrfcheide ftreep door zwartachcige ftippen,
daaren boven op de biiik door eene andere
ftreep van gezegde verwe uitdenwit-blcekgeele
kenbaar, deweike zieh fterk aan eene rronk
hege , namentlyk door den aars, door middel
van zeker flymachcig vocht
Fig. I I . Kene andere bloedzuiger gcel van
werwe, door gene Ilreepen nog ftippen tuiTchen
beiden onderfcheiden , minder met ftrecpen.
Fig III. Eene Bloedzuiger vol bloed , in
welke c. betekenc de bek j b : de drie zachter
fanden, dewelke zy in hec vel geftooken hebbendegebruiktom
cezuigen, a.b.c, hethoofd.
Fig. IV. Vertoond de inwendige zamcnfchikking:
alwaaraab. wederom is het hoofd,
d. de hals , e.e. e. de heriTengedaantige fchikking,
g g. de zakjes , dewelke door bloed,
vervuld worden, cn vervuld zynde ook maandenlang
zonder voedzel blyven. hh. de vleezige
fpicrachtige fteunftyltjes, door welker beweegingenzamentrekking
het bloed, totvoedzelvanhec
beeft , in zyne vloeibaarheid word
bchouden, als gedur^lyk zynde gefchud. kk.
de klierige ligchaamtjesuitdewelkegedrukt zyn«
de hec melkachtig vocht uitloopt tot de heriTenen
zelve, gelyk hecfchynd, behoorende, 1.
de aars, werwaartsdie heen ftrektvandemond
zelve afgeleid, doorgaans met flym vervuld.
De zuiging van die beeft moet zodanig begreepen
worden, dac de bovenfte lip even als drievorkig
zynde , hec met de onderfte door middel
der fpieren het vel zoo ftcrknaar zighaalt,
eninzuigt, dat het zelve gefpannen zynde eindelyk
word boven op van een gefcheurc, en gefcheurd
zynde bloed uitlaat: lerwyl hetinmiddels
door zyne ftaart en aars zieh zoo fterk aanhegt,
dat het eer diild , dat hec verbrooken,
dan uit de plaats bewoogen word. Men leeze
Job. Leopid Kamper üijf. de Hinidine: te Jen
a 1 6 9 ? . yoh. yac.Dillenius in Ephemer. Ger-
\man. Cent. VII. obferv. 57- Poupart dans U
"jownaldes Scavans 22. Jul y 1697. Tranfact,
P R I N T -
DLXXXV:
PROV. c a p . x x x . V. i r
C o r v i iiiiJinuT-i^'eroruiii cariiiiices.
r i ' ,
I
f •
• •! I • .
»Iii
il-,
• j