i p
FS
i . : I 1:1 •!
•'•i
f I ' ::
: ïlljl;: |illli,i.
' ' i - i i l
l I
' '/i!'
1145 GE E S T E L Y K E
P R I N T B L A D DLXIIL
Hy heeft de aarde gegrout op bare grondveßen ; zy en ml nmmermeer mg eeuws-
, /yk niet laankekn.
Gy hadze mst den afgrond als een hleed overdekt : de ivateren flonden boven dt
bergen.
Van tm ßhelden vlooden zy, zy haaßeäen haar ivegh voor de ßermne uwes donden.
De bergen reezen op, de dalen daaldden, t er piaatze die gy voor hejtgegrondethal
Cy hebt eene pale gefielt , die zy niet overgaan en mllen : zy en zullen de aardt
niet toeder bedekken. Pfalm C I V . verli: 5 — 9.
NB. Deie twee laatile vaaraen können verftaan worden van bergen, dar zy opklimmen en de dalen nederiakkea
cm. gelyk zulks de ürickea cn Hieronymas verftaan hebben. Doch de Kaldeeuw verklaarc bet ook van
Gy, die 't gevoelen van Kopernikus bezint.
Kirnt in deez" net be'jjerkten print
En in het fraai vertoog, gegeeven
Door ScHEucHzERs geefiy wiens lofzal de Eeitwen overleeven,
Uw 'weetluß hotten en verzaân.
Hy toont n onweêrfpreek'lyk aan,
Vat zyne fielling met de Godgeivyde blaâren
Niet ßryd, en daar meè koomt in alles evtnaaren.
ALhier word met nadrukkelyke bewoordiogen
befchreeven zoo de eerfte, als de tweede
fchepping van de knd-water-Uichtkloot,
derzelver aldermachrigfte bewaring , en waar
van op zyne plaats meer te zeggen. Door Iiet
5. en 6. vers, als door zoo vele ilerkegefchucftukken
, onderftaan de navolgers van Ptoloma
»s het Lcer-opftelvanÄ'i7;'emi?<ioverhoop
te fchieten, en rechten ten dien einde voornamentlyk
drie Batteryen op. Laten wy zien,
hoedanige.
O p de voorfte ryge word geplant het woord
]a^ad, hy heeftgegrondvefi. Hy heeft de aarde
gegrond, zegd de Ffalmiih Daar uit befluiten
de navolgers van Ptolomeus door een gcbaand
gevolg , dat de aarde onbeweegbaar is en on-
Mwogen, onbekwaam van hare plaats weggefchooven
te worden , eeven als een gebouw,
het welk op zyne grondveft vaft ftaat gebouwd.
Ter beveftiging van welk zyn gevoelen daarenboven
dienen de pilaren der aarde Pr LXX.
4. en eiders vermeid. Deze fchooc, niet zoo
zeer van eengefchiit, als van eene pyl , maken
de Kopermkanen zeervaardigengcraakkelyktoc
niet, door het gevolg te ontkenncn. Ook by
dezen ftaat de aarde gegrond op hare grondveften,
en zoovaft, datdezelvenietalleenniet
waggelen, ik latc ftaan ontbonden zoude können
worden. Derhalven ftaac ook het voorgaan -
de, zooalszulksindeSchriftuur isuitgedrukt,
onbeweegelyk. Dat de 'waterenvry vhedcn van
hetfchelden des HEEREN, dat zy zig wech
haaflen voor de ßemrne zynes donders, dat de bergen
opryzen, en in dalen nederzinken ^ nochtans
ftaat de aarde v a i l , fteunendeop hare grondveften:
het zy dat dezelve aangemerkc word in ha«
tezamen ftellendedeelen, uit welken zy beftaat,
of als eene Dwaalfterre. Zoo vaft is de zamenvoeging
der vafte en vloeibare deelen, dat gene
niet van een verit rooit, deze niet van een können
weg vHeten. Alhoewel dat in de diepfte ingcwanden
der aarde overruime water en lucht^
waarplaatzen geftelt worden, zoo zai echter ha
bovenfte verwelfzcl niet inftorten. Op zyne
plaats ftaat elkeLandftreek, Wingeweft, Srad,
Maar de pilaren der aarde, het welkeop een=r rci'
zeisgezegd, zynveel lieverte zoeken indeal
dcrvloeibaarlleligchamen, delucht, enbovenfte
lucht, en derzelver bezwarende kracht, oi
ook in het binnenfte getimmer van de aarde, dan
buiten de aarde , als dewelke niet ftaat op eigen
tlyk zoo gezegde pilaren, gehangen aanetn
niet. Job XXVI . 7. £venzooisiietmetde/'//i-!
rendes hemels, |obXXVl. 11. En inderdaad
doorde navolgersvan Ftolomans zoüdedcnctß
opgefchort worden tegcn die, dewelke van et«
pilaren des hemels voor deflclfs onbeweegelyk*
heic bewys zoude willenontlecnen. Dufdanigc
Spreekwyzen. gelyk ook mofedoth, fondammtendeshemels,
2. Sam. XXil, 8 zynalrydifl
eenen overdrachtigen zin te verftaan, overeeokörnende
met den aard der zakcn zelven: en bctekenen,
dat ftral<s is g e z egd, dan eens de binnenftedeelender
aarde, gelyk de eene ftaan op
den anderen, evcn als 2. Sam. XXII. lö Dt
gronden , mofedoth , der wereld -¡verden cntäekt,
door 't Jchelden des HEERE N. en
X V i n . Iß. alwaar dezelve woorden voorko«
jncn.
T-A.B.IJLXm.
PSAJ^, CIV. V. ß . I, .
Ten-ii litis iimtlnlci bijlïliua.
' ^ . l i l l . ITV. I'. s - 0 .
l u f f tlun-u -^Jt-ithi.