[ l i
T H - E S A U R U S . I T r
g c i l a : , variis pingimtur coloribus. Ad caudam, fingulari itidem pictiirà (ituratè Arantii colorís ornatam,
t^ua anus hiat, tuberculum conípícitur, telHculum referens, lie. A indicatum j quod tamen hand penitus
prominet. Uiide de eo certi quid haud alTerucro. Squama imi ventris, cincrco flavefcentes, maculis
nigricantibus, magnis, parvis, nitide variegantur. Longitudine quinqué cubitos exíuperat liare Serpens,
pro ratione interim longitudinis minus craila. Solis vefci Avibus dicitur.
T A B U L A CENTESIMA ET QJJ I N T A.
N u m . I. Zí^fífr/wj-Tejuguacuj oculeus3 feii S^urus diBus^ Ceilonkusi mas.
Gallis Laizard de MeYy Lacinis Lacertas marttimus ^ á nobis vero Dcfenfor lìttorìs maris vocatur-, ficjuidem
Piíciculis morcuis, tarn niarinis, quam fiuviacilibus, ad litcus ejeótis, vcfcacurj niinquam prohindioribus
ie credens aquis, utpoce natacui ineptus, organisque remigio iieceilariis delHcutus. Videtur
proxime accedere ad Jguanarutn familiam, quaram illam, qua: Tecuixim vocatur, in Opcris hujus Tom. I,
T a b . X C V I , Num. 3, exhibuimus j alias verb ex America oriundas, congeneres, Sau'vegardes didtas,
ejusdem Tomi Tab. X C V I I I , Num. 3 , &: Tab. X C I X , Num. i , reprsfencarunt. Diííerunc equidem
• ratione formx, extern^que pidtura:, multum inter fe : nec immeritò Principem omnium vocavcris huncc
e n o l h u m , il veilcm ejus eximiam ipedes. Superna corporis univerfi facies, ex obfcurè cxrulco perfundata
, tenuiilimis ornatur iquamulis. Caput, íímiliter comparatum, tenue, longum , ore in acumen
convergente confpicuum, albicantibus pundis, tanquam margaritis minufculis, in tuniculum colligatis,
variegatur, aliisque iterum pundis per areas intermedias diflmguitur. Ifthcec variegatio in capitis vertice
coronam reprxfentat. Oculi, auresque, profundé fuis in cavis demerfa hxrent : auribusque pellucida
quail Pifcis íquama fuperindudta eft. Lingua, qualis Serpentum, bifida. Cxterum tota corporis fuperior
regio, crura, pedesque, albicantibus, Argi quail, ocellis, ex unionum linea veluci conflatis, tanquam
acu, pingitur j fic, ut 111 ocel l i , ordinatim Se jufta diftantia inter fe digcfti, catenulas forment,
in longum porredas, quarum intcrftitia pundis iterum minutis, partim albis, parfim dilute ca:ruleis,
denfiflmie conicruntur. Caudx, dorib acuminato inftrudx, pars iuperior maculis imgularibus, in magnos
annulos conformatis, ornatur; inque his ipiis oculi priores quafi deliqueicunt: dum reliquum cauda:,
ad finem usque, minutis fquamu is annu atim tegicur. Ventrem afbicantes veftiunt, tenuesque,
i q u a m x , dilute cxruleis nubcculis, marmoris in modum, variegata. Propè anum bina vifuntur tuberc
u l a , majores vcluti Caryophyllos aromaticos refèrentia, capiculis aculeacis hórrida, non abimnlia Teiticuhs.
N u m . 2. Lacerta cerulea ^ ex alho maculata i ex Java.
T o t a corporis fuperficies, heíc ex ceruleo perfundata, maculas geric albicantes utrinque ad ventris latera,
femora poftica, atque caudam. Caput tribus conípicuum ell lineis, albicantibus, ab ore & ocuüs
usque ad auriculas profunde capiti immeriàs, elongatis. De reliquo íquamula: faruratc ca:rulece caput
ob Ion s um,
in goede order gefchikc, cn met verfcheidc kleuren gctekent.
Aaii den ftaan,die mede fraai met eene byzondere tckeninghoog
Oranje-verwig is, zit aan de opening een bultje, eelykende naar
een b"alletje,mec Lent. A aangcwczeni maar om dat hec niet gehcel
uit is,kan men daar nicc veel van zcggen. Dc onderlyffche
afch-ecle dwarsfchubben zyn mede fraai gerekenc, en met zwarte
vlalcken, klein en grooc van gedaante, als overmarmerd. Zy
is over de vyh cllcn lang, en naar mate van hare lengte niet heel
dik. Daar wordc van gctuigt, dat zy allcen op vogelen ;ult.
H O N D E R D EN VYFDE TAFEREEL.
Num. I. Ongerneen ßei'lyk getekende mannetjes Sali'
uegarde y uit Cetlon.
Z y wordt van de Franfchen Laizard de Mcr^ van de Latynen
Lacerta narifirm, en van ons Bcfchcrmer van bct Zeeßrajtdt gc noem c,
doordien dcze dicrcn hun vocdfel van kleine en dode viilchcn aan
het zcellrandt, als mede aan dc kanten van de rivicren zockcn} want
z y begevcn zieh niet dicp in 't water, om dat zy nict zwcmmcn
kunnen, en dc delen ora te roejen hen ontbreken. Hct is een
byflag van Uuanvs^ of Leguanen, waar van in ons eerfte Deel,
o p 't X C V I Tafcrcel, Num. 3, een is vertoont, met den naam
van 'Tecuixim, als mcde op 'c X C V I H Tafercel, Num. j , en op
' c X C I X T a f e r e c l , Num. i , uic Wcil-Iridiö, alle van 't zelve
g e f l a c h t , cn Sauvfgardes 'gcnaanit. Zy vcrfchillcn veel in gedaantc
cn uitcrlykc tckcning, waar van deze, wcgens harc fraaie
bcklcdingc, hct hoofdt of de voormuxmitc mag genaamt worden.
D e grondt van boven over 't gehele lyf is donkerblaauw,en zeer
fyn gefchubt, als mede over 't hoofdt, dat dun en lang-puntig
toeloopt, met witte ilippels, als klein gercegde zaad-pcrcltjes
overmai'mert, en lufichen in geftippelt. Boven op 't hoofdc is
de marmering getekent als met de gedaante van een kroon. De
oogen zitten diep in 't hoofdt, gelyk mede de ooren, die als met
een doorfchyncnde vifchfchubbc ovcrdekc zyn. Hunne coii^ is
gelyk die der flangen als in tweën gdpleten. Vcnier is dit flag
over 't gehele bovenlyf, de bcnen en poten als gcborduuit, mcc
wit gepereldeoo^jes,gelyk Argus-oogen,in eene gocdc order en
tuflcnenwydte, ïnoci-sgewys, van malkandcr afgelchciden, tuffchcn
dc afdclinge met wit en licht blaauw, klein en vol geltippelt:
boven over den ílaart, die een fchcrpcn rug hccfc, ziitcn
c n k c l e , groot geringde, plckkcn, daar zieh de andere oogen
verliezen, cn verder ten eindc uit klein ringsgewys gefchubt is.
Hec onderlyf is wi t , fyn gefchubt, en licht -hemclsblaauw gew
ö l k t , als gemarmert. Onderaan de opening zicten twce uitwaflchen,
in dc gedaante van twec grote kruidnagclcn, oí CaryopbyUi,
waar vau de hoofden gcdoornc zyn, en naur tellikclcn
gelyken.
Num. 1, Hemelshlaawwe tí age dis y 'van Ja'va,
met mtte 'vlakken.
Deze Javaanfche Hagedis is blaauwvcrwig over hcc gchcle
l y f , m c t witte vlakken längs weêrzyden van den buik,dc achterfchinkcls,
cn den Itaart. Aan 'c hoofdt, van de oogen en den
bek tot aan de dicpe ingedogene oorcn, zittcn drïe langwerpige,
witce, ftrepen. Verder zyn lict langwerpigc, puntige, hoofdt
en de rug met kleine donkcrblaauwe fchubbetjes egaal gcklcurt.
Ë c i De