I N D E X.
Num, f. Radices Salab, parvdt, ex Pcrfià.
Kleine PerHäaniche Jaiai-worteltjes. 89
S. Radix Salad Perfici, Cordis figura.
Perfiaanfche Salab, hebbende de gedaante van cen hert.
ibid.
9. Oxys Afficana, fiore albo, trif olia, bulbo fa. Promo ntorii
Bonce ^ i .
Driebladi^ Zuuring-gewafch van het
de Ooede Hoop.
T A B . LXXXIV.
Num. 1. Coluber TJehua, ßu Jgneiis, pcrpulcher, ex ii^yti Hi- Nuna.
ibid.
s.
ibid,
ibid.
Num. ;
90
5. Kux Avellana, Indica.
Een foort van Weft-Indifche Hazelnoten. ibid.
6. .
ibid.
Hid.
Zeer fchone Adderflaag uit Nieuw Spanje.
Serpens Petzcoat), Jeu Anguis lubricus, Mexico
Mexikaanfche Slang, genaamt Petzcoatl.
Serpens Americana, Pela di6ia, Pediculofa.
Weil-Indifche Bofchrat, met hare joneen.
Glis JyheJfris, Americanus, cum Catiuis fuis.
Amerikaanfche Luizen-ilang.
Kux Avellana, Indica.
Een foort van Weft-Indifche Hazelnoten.
Cinanioini Jjflveftris, Americani, nanulus.
Tak van w'ilde Kaneel, met zyne bladeren.
T A B . LXXXV.
Serpens ex Regno Peru , confpicillo infignita.
Peruviaanfche Bril-llang.
Serpe/is minor, Peruviana, fine confpicillo.
SJangetje van Peru zonder bril.
T A B . LXXXVI.
Serpens yEfculapius, Orientalis. maximus.
AlJei^rooüte Ibort van íj-fft¿j;'/«j--l\angen , van Cei-
Ion. ibid.
Lacertus Americanus, Amphibius, Tupinambis diñus.
Weil-Indifche Hagedis, in t water en op "t iandt levende,
I'upinambis genaaml. ibid.
Lacerta Ajricana. "solans ; feu Draco volans.
Fraaie vliegende Krop-Hagedis, ofDraak, uit Afrika, gz
Anguis Scytale, minor, ^elegatis, ex Chio infula.
Sierlyk Stokflangetje van Chio. ibid.
Serpens eximia , Africana, crocea, fronte alba.
Ongemeen Weft-Indifch Slangetje. ibid.
Erica Africana, Myrti folio , acuto S hirfuto.
Heigewafch uit Afrika. met bladeren als die van Myrth,
heel haairig, en puntig toelopende. ibid.
T a b . lxxxvii.
Serpens Boitiapo, feu Cobra de Sipo, BrafüieHßs. fpinofa.
Boitiapo-ihxig . van de Brazilianen Cobra de Sipo gebeten.
93
Avis Paradißaca, Brafdienßs ; feu Cuiriri Acamacu,
crißata.
Braziliaanfche Paradysvogel , van de inlanders Cuiriri
Acamaku , of getopte vogel genaamt. ibid.
Ramulus Styracis fecunda, Mali Cotonei folio , Americana.
A^efnede takjes van den Styrax-boom . twede foort.
uit Weit-Indie, met humie aankomende vruchtjes
• • ibid.
. Cobra de Capello. Fmiella.ftne Perfpicillo. feu 7t-ipudia.
Het wyije van de voorgaande Slang, maar zonder bril. gy
T A B . X C I.
, Serpens Ceilonica, maxima, Pimberah diña.
Groocfte foort der Ceilonfche Slangen , ^door de inlanders
Pimberah genaamt. ' ibid.
T A B . XGII.
Coluber Depone, maximus, Mexicamts, maculi: disco-
Iwibus.
Mfixikaanlche grote Adderflang. met verfcheide verwen
gevlakt. en fraai getekenc. ibid.
T A B. XCI I I .
Vìpera Bitin, Colubri de genere , major, Ceilonica . ehgantijjitna.
Grote en rai'e foort van Adderflang, van Ceilon. gs
T A B . XCIV.
Serpens Malabai-ica, Diademate coronata, Jive Conjpicil'
lo iiiJigfiita, ^ Cobra de Capello di¿fa.
Malabarilcne Brilllang, Cobra de Capello genaamt. 99
Vipera Major Ceilonica, Bitin diña, Foimella.
Het wyije van de Adder-Ilang van't voorgaande Talereel.
ibid.
T A B . XCV.
Serpens Crotalophora, feu Vipera Caudifona, Americana.
Schei- of Ratelllang uit Weí t-lndié. ibid.
Vípera Caudifona, Americana, feu Teutlacotzouphi ;
Fcamina.
Weft-Indilche B^telilang ; het wyije van de voorgaande.
JOO
Vipera Caudifona, Ceilaniea.
Ceilonfche Ratelllang. ibid.
T A B . XCVI.
vipera Orientalis, maxima. Caudifona -, Fcumina.
Grootfte Ibort van Ooft-Indifche Rateldang, zynde een
wyfje. 101
/ Bojobi Brajtlienfts,Serpens Braftlien Tetrauchoatl Tl eoa , Lit/ita-
»is Cobra Verde.
en angelachtige punten.
T A B . LXXXVIII.
Aspis .Mgyptiaca, permiana.
Grote Aspis-flang uit Egypten. 94
Aspis Ceylonica, rubra.
Rode Ceilonfche Aspis-flai^. gs
T A B . LXXXIX.
Num. I. Serpens Noja. Siamenfis, cnm Confpicillo; feu Cobra de
Capello vel Cábelo diñus.
Siamfche Bril-ilang, Cobra de Capello of Cábelo genaamt.
ibid.
s. Serpens cum Coifpicillo, minor.
Bril-flangetje van Ternate. ibid.
3. Serpens Indicus, cum Confpicillo . lepide circulatus.
Aardig gebandeerde kleine Ooit-Indifche Bril-Ilang. ibid.
4. Sei-pens Brafúienfis, cum Confpicillo Cordis oculati formam
habente.
Braziliaanfche Bril-ilang, wiens bril naar een hert gelykt.
96
5. ElicJjryJon , feu Aurelia Africana.
Afrikianlche Elicb-yfon, of Gulde-bloem. ibid.
6. tJicbryfon Africanum , argenteum , folio laciniato, mU'
JUS.
Afrikaanfche Goud-bloem, twede foort. met een zilvere
bloem, groter van bloem, doch niet boven een
voet hoog. ibid.
T A B . XC.
Num. I. Serpens Indicus, coronatus,Diadfmate feu Confpicillo infignitus,
Lufitanis Cobra de Capello lUñus.
Indiaanfche Slang. met een kroonof bril geteteat, van
de Portugeien Oibra de Capello geheten, ibid.
Schone licht-groene Slang, van de BvizWidSien Bojobi, en
van de Portugezen Cobra Verde genaamt. ibid.
Avis de Ococolin diiia, fpecies Pici.
Vogel, genaamt Ococolin, een foori van Spreeuw. loa
Avis de Ayoquantototl.
Vogel, genaamt Ayoquantototl. ibid.
Avicula de Cacatocotl, toto corpore nigra, cum vittd
albà.
Schoon zwart Vogeltje . Cacatototl, meteenwitte kuive.
ibid.
Sceleton tur di noßratis.
Geraamte van een inlandfche Lyiler. ibid.
T A B . XCVII.
Serpens Indicus Noja , feu Lußtanis Cobra de Capello
diiìus, maximus. confpicillo notatus-, Mas.
Grootile foort van Bril- oi Oogen-ilang van Ceilon, Kaja
oiCobra de Capello genaamt -, het mannetje. ibid.
Serpens Indicus, feu Cobra de Capello , Fcemella, ßnt
S. 6
WyQe van de voorgaande Slang . zonder brìi. 103
Serpens Ceilonica, Conjpicillo notata, feu Cobra de Capello.
Brilflangetje, of Cobra de Capello, van Ceilon. ibid.
Serpens, Confpicillo ornata, ex Novà Hifpanià.
Sierlyke Brilllang.uit Nieuw Spanje. ibid.
"Thymelea, latisfoliis, candentibus, tnollibus inflar ferici,
Africana. C. Bauh.
Breed geblaade Mezsreon uit Airika ; van Cafp. Bauhinuf.
104
Frutex Africanus, plumofus, Serpilli foliis.
Afrikaanlch Struil^ewafch , van bladeren als de wilde
Jhimyan. ibid.
T a b . xcviii.
Tamacuilla Huilia, feu Serpens Oculea, Mexicana ; Fa:-
mina.
Grote lierlyke Slang van Mexico ; het wyije. ibid.
T A B . XCIX.
Serpens Ceilonica, fp^dicea, Manballarf/ifa. caput habens
baud abjimile Canis Venutici.
Ceilonfche Slang. met een hoofilt als dat van een jagfhondt,
ongemeen iierlyk gekleed. ibtd.
Serpens excellens ac fpeciofa , Bnfilienfis, è regione Guai'
rà. Regina Serpentum habita. ^
Voortreiìèlyke Slang, die voor de Konmgin der Slangen
wordt gehouden, uit de provincie van Guaira, loj
Genijìa Africana, Styracis folio , flore purpureo.
Takje van een Afnkaanfchen Bremboom , met bladeren
gelyk de Styrax, en purper-blaauwe bloemen. ibii.
T A B .
I N D E X .
T A B . C.
Num. I. . de Guadalajara, Mextcanus; mas.
't Opperhoofdt van Guadalajara, m Mexico ; het mannetje.
105
2. Tucuman , five Miguel de Tucuman dUfa Serpens, ex
Paraguaja.
Slang_. genizmt Tucuman , oi Miguel de Tucuman, uit
Paraguay. 106
•z. Serpens Apamea , Syriaca, biceps.
Tweehoofdige Slang, by de Syriers en Arabieren Apamea:
genaamt. ibid.
X. Serpens Corallina, elegantiffma, Amhoincnfis.
Schoon en ongemeen fraai Koraal-Ilangetje van Ambon.
107
T A B . CI.
Num. I. Serpens blanda, Ceylonica. Polonga diäa , prodigioßs maculis
inß%nis.
Verwonderenswaardig fchone Ceilonfche Afgod-ilang,
ongemeen fraai getekent. ibtd.
T A B . CII.
Num. I. Serpens , Jacua-Acanga di^a.
Braziliaanfche Slang, genaamt Jacua-Acanga. ibid.
T A B . cm.
Num. I. Serpens Aràbica , Braßlienßbus Ibiboboca B Boiguacu
diäa; aliàs . „ .,.
Voortreflèlyke Arabifche Slang .• van de Brazilianen Ibiboboca
en Boiguacu, anders Argus, en van de Portugezen
Cobra de Korais, als mede Cobre de Verdo
genaamt. 'o^
2. Salamandra aquatica, ex Arabià, feu Salamandra Cordylus,
^^fptiaca.
Water-SalamanHer uit Arabie, ofEgyptifche Salamander,
Cordylus geheten. log
3. Lacerta Jirumofa , Americana ; Mas.
Krop-Hagedis uit Zuid Amerika; het mannetje. 110
4. Prioris Lucerteli formella.
Het wy^e van de voorgaande Hagedis. ibid.
T A B . CIV.
Num. 1. Rex Serpentum, Orientalis , Lamanda di£tus, ex Javà
mißis. rarìfi'fius.
Pronkjuweel, öt" Koning der Slangen, Lamanda genaamt.
T A B . CV.
Num. I. Laceitus Tejuguacu, oculeus, feu Scaurus diitus. Ceilonicus
; mas.
Ongemeen iierlyt getekende mannetjes Sauvegarde uit
Ceilon. Il l
2. Lacerta cmrulea , ex albo maculata, ex Javà.
Hemelsblaauwe Hagedis , van Java , met witte vlakken.
ibid.
3. Lacerta maritima, maxima, five Crocodilus. ex Arabià.
. Zeer grote Zee-Hagedis of Krokodil uit Arabie. 112
4. Serpens Tojuqua. coronata , ex Kùvà Hifpanià.
Byzondere foort van gekroonde Slangen uit Nieuw
Spanje. ibid.
T A B . evi.
Num. 1. Serpens noßras, praipinguis , dijjéifa.
Geopende inlandfche Slang. 113
T A B . C VI I .
Num. 3. Pars cutis dorfalis, Serpentina.
Een iluk Slangen-huidt v;m boven van den rug. iif
4. Pars cutis injevioris, abdominalis.
Een ftuk Slangen-huidt van den buik. totd.
T A B . C 1X.
Num, I. Serpentis Anatomia.
Ontleding van cene Slange.
T A B . CX,
Num. 1. Sceleton Serpentis indi^enie.
Slang.
• Geraamte van een inlandfche
Exuvia Serpentis.
Afgeilroopt vel van een Slang.
<V» »IUI V,».!« ^lailfy.
Sceleton Serpentis refupinatum.
Geraamte van een S
• - ' n Slang, '
ina, rar
longitudinqlibiis notata.
ibid. enz.
Caput Crocodili junior is, ri&u apeita oris inter iot'a mon-
Het'hoofdt van een jongen Krokodil, met de bck wyd
open, om het binnenrte da;ir aan te vertonen, m
Imerme Gekko Jeu Salamandrce vera , Ceilonica , Amphibia>,
partes.
Inwendige delen van een Gekko , of waren Salamander .
van Ceilon , op het droge en in 't water levende. vis
Grandior Lacerta per medium veirtrein apcita.
Eene grote Hugedis, längs het midden van denbuik.van
liet hootdt tot den llaiirt toe, geopent. 126
Bina Rana Americana in pijccm mctamorpboß mutata.
Twee Kikvorfchen uit Amerika, die wedeiom van Kikvorlchen
in Viilchen ilaan te veranderen. 127
T A B . CXI.
ibid.
leggende op den rüg. ibid.
Serpens Americana, rarior, lemnijcis rubrts ^ albis
longitudinqlibiis notata.
Slang uit de Spaanfche Well-Indien , zeer raar en fierlyk
met twee rode en drie witte banden over den rüg
getekent. 115
5. Exuvia Serpetrtis integra.
Atgeílroopte Slangemiuidt , volkomen en ongefchonden.
ibid.
6. Sceleti Serpentis pars.
Gedeelte van het geraamte van een Slang. ibid.
7. Caput Serpentis offeum, cum parte fpina dorß, & coßu-
Iis, fupernè confpicuum.
Geräumte van een slangenhoofdt van boven, met een
ihik van het rugbeen . met ribbetjes. ibid.
8. Mandíbula Serpenti/ majoris dentata.
Onderlle kinnebak van een groter Slang, voi lange kromme
tanden. ibid.
g, Coßa bina majores Serpentis.
T wee ribben of grote graatbeenderen van een Slang, ibid.
T A B . C V I I I.
im. I. Sceleton Serpentis maxima, Ceilonica.
Geräumte van eene dergrootile Slangen van Ceilon. ibid.
5, ^ina dorß Serpentis.
• Een ituk van een opgefnedenruggraadt van een Slang. 116
Tom. II.
Num, I. Lapides Betoardi ci Orientale s.
Onentaalfche Bezoarftenen.
2. Lapides Bezocirdici Occidentales.
Occidentaalfche Bezoaritenen.
T A B . e x II.
Num. I. Lapis Bezoar ex Hippopotamo, vel Equo marino.
Grote Bezoariieen. gegroeit in de maag van een Zeepaardt,
daar de zelve is uitgehaalt. 134
2. Fra^metrtum prioris Lapidis.
Een iluk van den voorgaanden iteen. ibid.
3, Lapis Bezoar Coromandel, è Vaccà marinà.
Cormandelfche Bezoarfleen, gegroeit in zeekoejen en
zeepaarden. 135
T A B . C X I I I .
Lapides Porcini , five Hijiricini, Malaccenfes, I tal is Fedra
del Porco de Malacca , Belgis Steenvan een Egei-
Penne, feu Stekelvarken, vocati.
Stenen van Egei- Penne- en Stekelvarkens, by de Italianen
Pedra del Porco de Malacca genaamt. ibid, enz,
Litt. A. Lapis Bezoardicus è Cervo.
Bezoarfteen uit een Hartebeed. 139
B. Lapis Cai man us , Jive Crocodilinus.
Krokodillen-fteen, ibid.
C. Altera fpecies Lapidis Crocodiliiii.
Twede ibort van Krokodillen-iteen. 140
D. Lapis Guanos, Jive Iguana.
Leguaan-fteen. ibid,
E . Lapis Lacerta marina, Saurus di eia.
Grote Hagediilèn-fìeen, die Sauvegarde ,
van de zeekanten genoemt wordt.
F. Lapis Hezoar, Lacerta Ceilonica.
Bezoarfteen van een Ceilonfche Hagedis.
G. Lapis Armodilli Americani.
of Befchermer
ibid.
ibid.
Amerikaanfche Armodillo-fteen. i + i
H. Lapis Teftudinis marina , Gallis Pierre de Tortue de
Mer di^us.
Zee-Schiidpadfteen. door de Franfchen Pierre de la 'tortile
de Mer genaamt. ibid,
h. Lapis Monocerotis , vel Unicornis marini.
Steen uit een zee-Eenhoorn. ibid.
M. Lapis felleus Tigi'idis marinae, Afrtcanae.
Gilfte en uit eenTygerdier van de Afrikaanfchekuften. 142
N. Lapis felleus Elephanti Ceilonici.
Galiteen uit een Oliiknt van Ceilon. 14.3
T A B . e x IV.
Num. I. Pila VituUna. alba-, Tophus, ßu Ovum ex Vítulo no-
Jìmte.
Witte haairbal, uit de maag van een inlandfch vet kalf
gefneden, 14+
2-4. Alide L'iUe P'itulinae.
Andere haairbalien van kalveren. ibid.
5. Pila Vaccae noßratis.
Inlandfche Koei-bal. ibid.
6. Pila Esquina , Americana.
Ma^bal uit een Paardt gefneden in Zuider Amerika.
ibid.
7. Pila, vel Pedra del Vacca, Americana.
Koei-bal uit de maag van een melkkoe, uit de Spaanfche
Weft-Indien. 145
8. Lapis Bezoar ex Mulo Asnericano. aut Hinr.o.
Haairbal uit de maag van een Weft-lndifchen muilefei
gehaalt. ibid.
9. Pila pilofa, Aprites , in ventrículo Apri a Venatoribus
reperì a.
Haairige Varkens-bal, door de jagers uit de maag van eeo.
wild varken gehaalt, ibid.
IO. Pila pilofa Caftoris Siberíci.
Haairbal uit de maag van een Siberifche Bevergehaalt. i^O.
Num. n.