l i o R E R U M NATURALIUM^
N u m . 3. Lacerta firumofa. Americana,- mas.
pas verte, bma protrudu tubera , princpium , gramínea undique pingit vUi tas, faturatc iSgiisfi^siSS
por?io ejus final,?, fubitò gracilefcens, obtula illa tubera promit.
N u m . 4. Trioris Lacerta fcemella.
Ciim n^are fiio, quoad formam, & pifluram, convenir. ílrum.á &kem, vel facce inHatili, minote,
caudaque utplurimura non ramoià, gaudeiis.
T A B U L A CENTESIMA ET AUARTA.
Num. I. TO Serpentum, Oncntalis, Lamanda diBus, ex Ja-vk mijus,
mmmm
rarijfmus.
B^cellenriffima. hanc S e t p - ^ , P-er .ia
nobis «ansi.1 ,r fcb — i fapientiffimo Natur. Aichiteao elaboraras Num. 3. Krof-Bagedh uit ZuU-Ammhai het
mametje.
Hy Is van St. Jago de Chili,aan de rivier Maiio,en voort van
Cadix mede gebragt, lynde cen mannetje, en hebbende een opíezwollen
dilkenlrop onder de kalcebcnen van den hals,dievan
Einnen hol is, en dien zy, ais xy kwaad lyn, met wmdt opzettèn"
offtei k'opblazen. 'verder is hct hoofdt ongemeen fierlyk
met grotcfchutbcn, ais wapenen, bekleed, zce-groen van vcrwc,
mn rode ftippen ais befproeit. De bek is Iicht geel gefoomt,
met zwart gevlakt. Zy hebbcn grote heldere oogen : de
coren zitten achter de kakcbenen diep m 't hoofdt, zynde rood
eeklcort. Boven op het lioofdc zittcn twee langyerp.ge bulten,
klein gcfchubc, afch-geel van veiwe. Vcrder is íeze Haged>s
over -t eehele bovenlyTgras-grocn, met donker rode vlakjes in
verrcheiJe eedaanten, tot aan de aclitcrTchinkels, daar de d.kke
ftaart bcgint, ais mede de fcliinkels en benen. De poten zyn
Etof Eefctiubt, met vyf lange vingeren en kromme nagels, De
íiaart''is ongemeen m?t zytakjes nitgewalTchen , dat men zeer
ftlden ziet, maar wel die in tween verdeelt of gegaffelt zy n Hy
is aan het dikfte eindt geringt, en klcin langwerpig geichubt,
omtrent een vinger lang: dan wordt het dunlEe ilaarteinde lehielyk
dun, daar de aitfpriiitrelcn ais Itompjes uit voortkomen.
. Num. 4. Het 'Uijfje 'am de noargaande Uagedis.
Het zclve komt met het maimetje in gedaante cn verwe overeen
, behalvcn dat de krop of windbuidel 10 groot niet is: 00k •
is de ftaart gemcenlyk zonder uitipruitfelen.
H O N D E R O EN VIERDE TAFEREEL.
Num. I. PronhjmDeel, of Kerning der Slangeni
Lamanda gmamt.
Deze uitmuntende Slang is ons, ncvens andere fraaie ftukkcn
door cen soed vriendt uit Java toegezonden, onder den naam
v a n i i B i Ä , of Slangen-koning. Hct is een zeer vremd dier,
van eene wonderbare tokening over de huid-fchubben, die zo
fierlyk en kunltelyk, en met zo groten luiller door den alwyien
Schepper der Nature daar in is gewrocht, dat de mccllcrlyke
kunllnaaldt ecen middel hecft kimnen vinden om het rccht natunrlyk
na tc?maken, fehoon hei hier met grote mocue, zo veel
het mogelyk is geweeft , is gedaan Het fchone langwerpigc
hoofdt ?s ¿p het voorhoofdt lieht afch-geel, met rumge fehubben
waar over een donker rood kruis, dat boven Ipeers-wyze
toel'oopt, cn beneden on den neus wat dundcr met twee ringetjes
cn ecnige plekjes geliert is. Van den nek tot aan de helder
flinkerendp oogen loopt aan be,de zyden angs de kakcbenen cen
donker braine llrecp, als gemarmcrd, gelyk 00k längs de onderftckicuwen,
Het achtcrhoofdt is mede fraa. gcvlalct > de bek
zit onder en boven vol pnntigc en hakenge tandcn Vcrdcr is
deze Hang over haar bovenlyrals vol wappnen en kronen, van
verfchcidSgcdaantcn op 't fierlyklle m malkandcr gevloehten ,
als door de kunll daar in gewerkt. De fchubbeii zyn als nuten