
T H E S A U R U S .
Eleganter equidem pida fqiiamulis veftitur ex fuico purpuréis, quas nigro fufcx ornant macula:, oblong
a ; , bini conjugara-j ex albo fimbriatx. Juxta ventris utrumtjue lacus macuk itidem circulares, ob-
Icura:, disponunmr, albis pundis notati. Cauda tota albis tufcisque fquamulis quali annulata eft/ Capitis
íquamx majufcula; funt. Ventris fquamula; dilute plumbeo colore refplendent.
T A B
U L A O C T U A G E S I M A .
Num. I.
T e t Z a u h c o a t l ; five Serpens farißma, ex Nova Hifjjania.
R i f l u patulo, quafi Canino, fummum incutere terrorem potell iis, qui ita hiantem ofFeuduut. Ñeque
tarnen adeò, uti videtur, maligna eft: quin ad confpeftum Hominis fugitat; nec nifi, nuod vincere
potcft, adoritur. Asmodmm Princifem, ex Japonià miffum, ante repra:fentavimus, qui form.ì ac
piftunà buie multum fimilis eft. At nitidior h i c eft & venuftior, colore (padiceo, & nigricante varie-'
gatiöne, fcutoruni, textiliumque operum, a:mula, fuperbiens. juxtà ventrem grandes hiren't fquamar,
maculis luteis, nullo ordine, confperfa;, ex candido carterum pulchrè reiuceutes, qua ab infignibus imi
• ventris fquamis fufcipiuntur.
N u m . 2. Serpens amana, ex Nova Hijpania.
Venuftè pifta fquamulas gerir minutas, faturatè lúteas, tarniis, latis anguftisque, viridibus, circularas.
Capitalis fafcia latior, & os, dilute flavefcunt. Infimx fquama:, transverlales, ex albo & obicurè
luteo varice furit.
N u m . 5. Con'Volvulus, Afrkanus, foliis Sagittn, flore campanulato, objolete
luteo, fundo furpurajcente: Horti Beaumoiltiani.
Inde Cmvolvulis nomen eft, quod circum obvia quoque fefe convolvant. Variir eorum funt (pecies,
flore aut folio discrepantes. Sy veftres .ilicc funt; alia: iterum, ornatus grafia, in hortis coluntur, aut
ollis fidilibus infita: ante vitra feneftrarum collocantur, florum foliorumque amcenitate deleflanres. ' Sylvefttes
utplurimum humiles funt, flore vel candido, vel rofeo, vel ex .libo purpurafcente, infi<Tncs.
Hortenfes autem, grandioribus foliis, floribusque, pridita, caule fcandente juxta perticas aiTurgenres j
inftar Phafeoli Turcici, qua:cunque illaqueant. Harum quxdam ultramarini diéli coloris floribus confpic
u x funt ; alia; Ilorem Principis adpellatum colore & forma imulantui:. Quem vero hic exhibemus. Convolvulus
Horti Beamnontiani eft progenies, qui, licet pumilus, folio tamen & flore venuftis, non vult'aribus,
fuperbit. Folia fagitta;, aut vulgaris Convolvuli a;mula funt. Flores, dilut.á flaVedine, qiafi
confpurcatà, tinfti, lituris Arantii coloris notati, fundum verfus purpurafcunt, campanulasque referunt è
calice viridi emergentes. Semina ex Africa miifa funt.
T A B U L A
dit inlaiidrch en nog levend hagedisje bbföhryven. Her is fraai
fctekc-nd. Over de kleine bruine en paarircichubberjeszittcndorier
bruine, langwerpige, plekjes, tweeaintwce, met wi t befoomt
aan weirlyden. Längs den buik zyn mede ronde donkere
plekken, met witte Hippen. De Haart is ganfeh wit als beringt,
inec Witte en bmine fcluibbetjes. Het hoofdc is grooc gefchubt.
D e Ichubbetjes onder den buik zyn licht lootvenvig en glanzig.
Num.
T A C H T I G S T E TAFEREEL.
Num. I. Tetzaulicoatl, of hyxmder rare ßavg
uit de Spaanßhe it 'eß-hidlen.
2 y heefc een opcnftaanden bek, gelyk de honden, het welk
c^cn vreeslyk gezicht niaakt, als incn zo een dier in die gedaante
ontmoet ; doch ze zyn niet zo kw..ad als men daar v:m zoii denken
i want zy vluchten voor de menrehen ; ook zullen zy het
gcen zy niet bemächtigen kunnen niet aanvallen. In 't voorgaandcTalereel
hebbenwyeenevertoont,die den naamvan^imaäieui
Primeps drangt, en van Japan is gezonden, körnende in gedaante
en tekening met deze al veel overeen ; doch dezc is netter
en fierlvker, als mede van koleur kallaniebruin , met eene
zwarte marmering,als fchilden en werken, opgepronkt. Längs
den buik zitten grote rchlrbben,die met cele vlakken,zondcrorder,
verllrooit zyn, die in de grote ouderlyrrchc fchubben Iluiten,
en fehoon wit-glanzig zyn.
Tm. II.
Vermalelyli ßangetje, «k Nieww-Spatije.
Het is fraai getekent, met kleine fchuhbeties, donker grel,
Ihet groene, breje en fmalle, banden omringt." He brede bande
over het hoofdt is hcht-geel , als mede over den bek: van oudcren
is ze wit en donker-geel over de dwarslchubbtn.
Num. j. Afrikaatifche Kkkjes'wmden.
Z y worden aldus genaamt, om dat zy zieh rondoni het gene
2y aanrakén wmden. Zy zyn van verfeheidc foorten, en ot ton
opzichte van de bloemen,of ten opzichre van de bladeren onderfcheiden.
Zommige waflchen in t wild ; andere duurcniccen
worden tot fieraadt in hoven geteelt, in potrcn gepLuit, en voor
glazcn gcrtck , en verlieren de zelve mei vcrmulcelyk groen en
bloemen. Diein'rwildgroejcn zyn Jdcin en laag aan dengrondr,
welker bloemen fpierwir, roze klcur, of wit m<.-t purperverwige
ihepen zyn. Die in de Hoven gcrecit worden, zyn grooc
van biade en blocm, iopen by de Ilukken Hoog op , cn iliiigeren
zjch overal om, gelyk Turkfche bonen. Daur zyn 'er, die heel
lierlyk blaauw Ulträranrin-verwig, als mede die van klcur cn gedaante
zyn als de Flos Principh , da.ir zy ook 't meeft mede OV^Teenkomen.
Dezc, die wy hier vertonen, is gcgrocit in den hof
van den Hczrc Be-iumont ^ en al is het laag van gewafch, hcefc
het echier een fierlyk bladt en blocm, die vremd zyn : de bladeren
gelyken naar die van de water-Ranunkels, als mvdc naar het
gemenc klimop; de bloemen zyn licht-gecl, met Oanje-ilirecpjes
uicgemonflert: doch ecnigzins als bcmorl l , naar binnen purpcrverwig.
Verder hceft het de gedaante van een klok, die uit
een groen knopje fpruit.c Het zaadt van deze is uit Afrika eezondcn.
^
V EE N
mIM