Hl. W a l l e r iu s heeft ’er naauwlyks anderen,
\ T v l cn beiden fpreeken niet van dat tnasfieve gedee.
H oo fd - gen Koper, daar men zo fchoone Stukken van,
TGedeegenfedert eenigen tyd , uit Saxen overgebragt
Koper, h e e ft: hoewel men het ook by Graslits in
Bohemen, by Fahlun in Sweeden, in Siberie
en met roode Kryftallyne Koper--Erts omgeven
by Dognatska, als mede by Schwats in
ïiro l aantreft. Het is digt of Korrelig op de
breuk, en vertoont z ig ,zo gepolyst als onge-
polyst zynde , volmaakt gelyk Rood Koper.
Ik heb daar fchoone Stukken van , geheel zuiver,
van Kamesdorf, als ook met Kopergroen
en bruin, en met roode en witteDropfpaath.
Ook heb ik dergelyk met Pyriet en Koper-
Pek-Erts, van Blankenberg in ’t Zwartburg-
f e , en een allerfchoonst Stuk met Kopergroen
van ’t Eiland Timor, my uitOosdndie toegezonden.
Voorts heb ik een zeer raar Stuk
van zodanig masfief gedeegen Koper, dat
Oppervlakkig in ’t Aardryk gevonden wordt
by Lentini op ’t Eiland Sicilië, gelyk daar van
M g * t , op P l a a t X L V I , de Afbeelding
voorftelt.
III. (3) Koper, dat gefoyftallizeerdis, agtzydig.
Cuprtent
Cryllalli* .
nam. VOl-
Kryftal-
J yn . ( j ) Cuptwm c r y f ta lli fa tum o fta è 'd rum . Sijst. Nat. 1 7 8 .
N . i- Mas- Tesf. 60. C u p rum n a t iv um C r y f t a l lifa tum .
W a l l . Syst. Min. I I . p . 2 7 4 .
Volgens L i n n ^ us komt dit gekryftalli-
zeerd Koper in de Indiën voor; volgens Ro- XXVI.
m 1 e o n e l’I s l e in de Engelfche en Hongari-
fche Kopermynen, onder ander gedeegen Ko- KryflaU
per,waar van het een enkele Verfcheidenheid^-
zoude zyn. De Heer W a l l e r i u s beeft
het ook daar t’buis gebragt. De Kryftallen
befchryft onze Ridder als met de Aluin-Kry*
Rallen overeenkomende: zie PI. X X X V , Fig>
23. Ik heb gekryftallizeerd rood Kop^r uit
Cornwall, een zeer fraay en zeldzaam Stuk,
doch waar in ik derzelver Geftalte niet kan on-
derfcheiden.
II. Gemineralizeerd Koper.
Veel overvloediger komt het Koper in zyne
Ertfen vo o r , alwaar het zig of als een Kalk
of met Zwavel en Y ze r, of met Rottekruid
daarenboven gemineralizeerd bevindt. Van do
eerstgemelde is onder de Okers gefproken,
de anderen zal ik thans befchryven.
Alle dé Koper-Ertfen laaten z ig , zo Hf.mc- Het pro-
kel en Brugman opgemerkt hebben, meer ofErtf|n,
min aantrekken van den Zeilfteen, ’ t welk aan
de tegenwoordigheid van Yzerdeeltjes in de-
zelven zal toe te fchryven zyn. De meeften ,
immers, zyn met Yzer bezwangerd. Men
probeertze , zo wel als den Raauwfteen en de
Koperflakken, gemeenlyk, door dezelyen fyn
ge