111.
A fd e e l .
‘XXVIII
H oofds
t u k .
' Goudmijnen,
Berg*
werken
'by Katha-
rkieburg.
,, ja agthonderd Pond Goudhoudend Zilver;
„ in ’t geheel van den aanvang deezes Berg-
,, werks af tot het jaar 1771, dat is in drie-
„ en-twihtig Jaaren , meer dan tienduizend
5, Poed Blikzilver , ’ t welk over de driehon-
, s derd agttien Poed Goud en ver over de ne-
„ genduizend Poed fyn Zilver ( #) inhieldt,
,, meestendeels uit den Siangenberg, aan de
„ Smelthutten gebragt ” Het Argunfche Bergwerk
heeft volgens den Heer G e o ï i c i ,
die Streeken naderhand doorreizeade, in agt-
envyfcig Jaaren uitgeleverd 216.000 Ponden
Blikzilver, houdende meer dan 250 Ponden
Gouds. In de nabuurfchap van Katharineburg
worden jaarlyks omtrent tweehonderd en tag*
tig Ponden Stofgoud vergaderd.
Immers, al wat men daar heeft, zyn Goud-
, wasfcheryëo , hoewel het Goud ’er niet in
Zand vak of in Aarde. De Mynen leggen
twee of drie Duitfche Mylen van die plaats,
in tweederley Streeken van Gebergte, in de
eene aangelegd in ’t jaar 1745 , in de andere
in 1752. Tot deeze laatften behooren een
menigte Schachten,die bearbeid worden, waar
onder een Konstfchacht is met een Rad ;
gaande fommigen tot vyftien Vademen diep.
De
(O Dit bedraagt , yolgens ons Gewigt, wel ,36.000
Marken Gouds en 513.000 Ponden , of meer dan een
. millioen Marken , Zilvers.
d e G o ü d - E r t s j ï n . 339
De Ërtsryke plaatfen zyn vol kleine Aders en Hl
Sprüchtels , die fteil nederwaards loopen, x x v ilL
van Westen naar ’t Oolten. Sommigen zyn ^ °0FD”
naauwlyks een Duim, anderen tot één of twee Goud*
Voeten dik: gemeenlyk van vy f tot agt of tien mynen>
Vadem lang. De meeften worden hoe dieper
hoe armer van Goud, De Bergftof is doorgaans
een zagt Kleijig Gefteente, doch forn*
mige Aders beftaan uit een zeer harden Hoorn*
Heen , dien men door Buskruid moet doen
fpringen ; want met Houweelen is hy niet
breekbaar. De gemeende Erts, in alle deeze
Mynen, beftaat uit een donkerbruine , naaf
'Yzerfteen gelykende, fomtyds digte, fomtyds
Spongieuze Stoffe , met merkwaardige ge*
ribde Markafieten, van een hal ven of geheelen
Duim en grooter, en een fchoone, bruingeele,
ryke Oker, waar in het Goud gemeenlyk als
een fyn,byna onzigtbaar Stof,is ingefprengd,
vertoonende zig fomtyds ook in Vliezen en
Blaadjes, op de Ertfea en Kwarts. In die
Stoffen, welken hier tot de Waschwerken gebruikt
worden, is het Goudhof zo fyn ver*
fpreid, dat men het naauwlyks met een Ver*
grootglas kan ontdekken. Evenwel komt het
ook voor het bloote Oog zigtbaar voor, in
eene zogenaamde Pu; vift een ■ Erts, welke geheel
voos en vol holligheden is, byna als wel
gereezen Brood of Spons, ziende wit of geelachtig
en fomtyds graauw, zo digt als Puim*
y S f tp p n
III; Dm. v. Sur*,.
«a
I