Arorar ^aa^ Liet Loodglas heeft geen aandoe*
xxv ii. 11JDg op het Zilver , maar door Spiesglas gaat
j w d - het ten deele jn Rof)k t e j j d , e ] e in Slakken
over. Op zig zelve vereifcht het een taame-
lyk fterk Vuur, doch fmek ligter dan Koper
en gloeit byna op den zelfden tyd als het begint
te vloeijen. Het is , wanneer ’er geen
andere Stoffen bygedaan worden , taamelyk
Vuurbeftendig. Twee geheele Maanden on*
ophoudelyk vloeijende gehouden in een Glas-
Oven, hadt het naauwlyks een twaalfde deel
vetlooren (J>). Evenwel vondt men , in de
Munt teParys, vry veel Zilver sin het Schoor-
fteen-Roet. Ook wil men , dat het in ’t Brandpunt
van een grooten Brandfpiegel geheel in
Rook verzwendele. Jn, een aanhoudend wél
fterk Vuur verfmelt het, zo wel als de Kalken
, die uit deszelfs Solutiën neergeftooten
z y n , tot een Opaalverwig o f Hyacinthgeel
Glas.
^elfuik1^ ^ oe zeer het Zilver van ouds in achtinge
van ’t eP 1Q §ehruik geweest z y , is t’over bekend
Ziiver. uit de Heilige bladeren. Het werdt gerekend
onder de voornaamfte Schatten van iemands
Vermogen. A b r a h a m was zéér ry k , in
Vee, in Zilver en in Goud. Al vroeg werdt
het
00 Hydragogum Argentum Boylei f. Angeli Safe.
Vïd. Boerh. Chtm, Proces f. 183.
OO Ejusd, Chem. Tom. L p .37.
bet Zilver by Stekels, die men Zilverlingen Hf»
noemde, afgewoogen : want Koning A bi - xxvii.
m e l e c h gaf aan A b r a h a m een Gefchenk,^™*“*
van duizend Zilverlingen (q). Men hadt een
vasten Legger, ten dien opzigte , genaamd
de Stekel des Heiligdoms, welke ongevaar een
Loot bedroeg j terwyl de gemeene Sickel
maar de zwaarte hadt van een half Loot. He
overvloed van Zilver, die ’er onder de Israë.
lieten plaats hadt, ( blykt uit de ontzaglyke
Sommen , welken tot den bouw des Tabernakels
opgebragt werden; naamelyk honderd
Talenten en 1775 Sickelën (r) . Dewyl ieder
Talent drie duizend Sickels hieldt, zo bedroeg
dit meer dan driemaal honderdduizend Sicke-
len > en deeze, naar den Sickel des Heiligdoms
gerekend, maakten ruim honderdvyftigduizend
Ryksdaalders uit. Maar naderhand, ten tyde
van Koning S a l o m o , werdt zo ongemeen
veel Zilvers ingebragt, dat het naauwlyks
van waarde was. Die Koning maakte het, te
Jetufalem, zo gemeen als de St^enen ( s ) .
Mooglyk wil dit zeggen, dat men het tot bevloering
gebruikte van Vertrekken o f tot pla-
vleijing van Voetpaden. In de Tempel te
Jerufalem was het getal der Zilveren Vaten
en
(q ) Gen. X X . v e r s 1 6,
(r) Exod. X X X V I I I . V e r s 1 5 .
CO 1 Kon. X. yers 27.
III» Deel. V* Stok.