in» De Koper - Móltn $ die graauwis, gemeenlyfc
XXVI. Zilverhoudende, als. ook de geele en bruine,
»tu& ÏD* doorgaans flegts Yzlerhoudende Steen- of Aard-
foort , met ingelprengde korrels van Koper-
kies, fchynen bier insgelyks geplaatst te
moeten worden. Ook die Klompen van Kies-
achtige Stoffen , dikwils in de Steenkolen-
Mynen voorkomende en veelal eenigzins Ley-
achtig bepaald, welke men Koper - Brand - Ei ts
noemt ('z), kunnen hier t’huis gebragt worden. XII. (i 2) Koper, ( misjchien) dat Hemelfchblaam»
t S X " * is en vonkende.
Lazuur-
De Stoffe, die men wegeüs de KÏleur Ld*
zuurfteen noemt , heeft haar afkomst uit, het
Land der Bucharifche Kalmukken en anderé
deelen van het Ooften, gelyk China en Per-
fie , als ook uit Afrika en Zuid-Amerika, by-
zonderlyk üic Chili; van ’t Eiland Cyprus iü
de Middellandfóhe Zee , en valt j zö foitimigen
("d) Minera Cupri Carbonaria. Wall. Sp. 13. Zié
bladz. 277, hier vbor.
(12) Cuprum ? coeruleum, fcintillans, Syst. Nat. XII.
Tom. III. Sp. 12. Cuprum coeruleum. Syst. Nat. VIII.
j>. 176- N. 6. Zeolites particulis impalpabilibus, Argento
& Ferro. Cr o n s t . Min. §. 109. Jaspis Colore coeruleri
et alio mixto, Cuprifer. Wall. Min. 91. Zeolites particulis
fubtilisfimis , Colore albo & coeruleo, Argentum
continens. W all. Syst. Min. I, p. 326. Lapis Laztili.
Just. Min. 19. Voa. Min, 102. BAUm. Min. I. p. 257.
gëh willen, öök in Italië , Tirol, Hongarie .
'eh Saxen. xxvr*
Meer verwarring zal 'men zfg naauwlyks Snl°.FD~
verbeelden kunnen , dan deeze Stoffe Veroor- Lazuur-
zaakt heeft onder de MinëfaJogiften. Oüdtyds
werdt zy eenftemmig voor een Steen gehouden
welken Plinius met den naam van Sapphi. Lapis
tus zöü bedoeld hebben ; térWyl 1M yiI e ps us
er den naam aan gaf van Straahnde en M e.
sut: dien Van Geflemde Steen , zo W al led
k 1 ü s meldt. P l 1 ft 1 u è is ^ -in dit opzigt ,
Wat duifter, en men zou eër dm izyn Cyanos
mogen denken, waarvan hy den besten uit
Schytië, den volgenden uit Cyprus, dén derden
en Hémelfchblaaüwë Ste'eft * genoemd ; *'(%anm
in rang Uit Egypte afkorftftig ftélt ( z
De B o o t , echter, is dok van dat Gevoelen (A)*
Om wat reden h e t , iü ’t algënieen; een Straal
lende en Gefternde Steen genoemd zou zyn »
begryp ik niet. W a l l e r ioS hadt het bevoo-
rehs eën Jaspis geheten , thans brengt by hét
Onder de Zeolithefi t’huis. Ook hadt hy toeft
'aangemerkt, dat deeze Steen bl&auW was vati
Kleur;
, O) Want van deezen zégt h y : Jneft ei aliquando
& Au.reus pulvis non qualis, in Sapphiris. Sapphirus
enim & Aurejs punctis collücèt. Hifi. Nat. Libr. XXXVII
Cap. 9.
(a) Doch wat ttvyfelende. N.um illë C^tinius) zeg t hy,
Sapphirum noftrum, aut'Lapidem Lazuli, Cyanum vö-
eet, non plane conftat. Libi. II-..Cap. iao. .
N
III. Dsat. y . StbI . ,
B hHI