AfdI eV zeIve Maatwerk maaken zouden. Zyn Ed.hadt
XXV. zulks getrokken uit de Alpemeene Reizen Cz').
stuk. He Heer A d a n so n fchryft, dat de Negers
Gedeegenaldaar Pypeo • Koppen van een fuort van
ïzer' Goudftof bereiden. Verfcheide Autheuren
zyn ’er, die hier en daar in Europa gedeegen
Yzer zouden aangetroffen hebben. De Hoog-
leeraar Fa l l a s , zelfs , vondt op een laage
plaats aan de Rivier Jenifea, in Siberie; niet
verre van een ryke Myn van Magnetifche Y-
zer-Erts; op den Grond blootleggende een
byfter groot ftuk, dat hy voor gedeegen Yzer
hieldt, zynde wel tweeduizend Rusfifche Pon»
■ den zwaar. Het liet zig gemakkelyk hameren
en fmeeden en was zeer zwaarwigtig. Men
vondt ’er ook losfe Korrels van en kleine brokken.
Sommigen , echter, twyfelen zeer, o f
dat Yzer niet door Konst uit de Erts gefmol-
ten zy. Immers gedeegen Yzer is , tot heden,
een zeer zeldzaam ding , gelyk ik elders aangemerkt
heb (a ) ; ten ware men daar voor houden
mogte , ’t welk zig'volmaakt als Yzer
voordoet, en ’t gene van den Zeilfteen aangetrokken
wordt : hoedanig ik beiderley heb.
By den zeer kundigen Hoogleeraar v a n d e
W y n p e r s se te Leiden , heb ik Yzerkorrels
die nacuurlyk fcheenen en fmeedbaar waren ,
ge*
(V) Tom TI. p. 510.
(«) Verhand, van 7 Zuuwfch Genootfehap. IX. Deel ,
i t f z » bladz, 339,
1 ' m /.■
gezien. Ook verhaalt de Heer l f F r a n c ^ m*
v a n Be r k h e y , dat door z y n E d ., onderA^?®^L*
een Oker-Bedding , op de Naarder-Heide , Hoofd-
een ftuk (DuStil) fmeedbaar Y z e r , dat Schil-s™K'
_ , . . ; _ Gedeegen
rerachtig is en den hamerilag wedermaat, ge-Vzer.
vonden zy ; gelyk hy ook , in zeker Kabinet,
dergelyken, met zyne Afbeelding over-
eenkomftig , gezien hadt, die aan den Gel-
derfchenkant, in de Oehrgraaveryen van den
Heer B r a n d t , waren ontdekt ( b ).
Zo zeldzaam , nu, als het natuurlyk gedee HetYzer
gen Yzer is, zo algemeen vindt men dit
taal in allerley Plantaartige en Dierijke Stof de Natuur
fen, o fw e l, na de verbranding, in derzelverveliprei *
Asfche; doch meest van zulke Planten, als op
Oehrachtige gronden gr^eijen, en in de Vogten
van Dieren, die op dergelyke Planten graazen,
overvloedigst in de roode Stoffe des Bloeds.
Buitendien zyn ’er Yzerdeeltjes vervat in veele
Minëraale Wateren; waar in zy zig of door den
Smaak, door de aanzettende Oker, door Bloedoog
of ’t Afkookzel van Galhooten, open-
baaren. Ook de gemeene zoete Wateren ,
zelfs Regen en Sneeuw, zyn zeiden van Yzer*
deden gantfeh ontbloot ( c)» Zeer weinige
Aard-
I I Natwurl. Rist. van Holland. II, D. IT. Stuk , bladz.
3S7 & 945* YIII. Fig. D.
(O Zie de Waarneemingen daar omtrent, in het XVI.
Deel der Verhandelingen van de HoUandfehe Maatfcliappy
der IVeetenfchappen. II. Stuk, bladz. 306.
III. Dkbl. V . Stuk.
fSSfi