D i l a t r is . De Eloem zesbladig, ruig: het derde
Meeldraadje kleiner: de Stempel-enkeld.
JVov, Gen. L iisn* Suppl. p, io.
a. De Bloem beneden de Frugt.
W ach e n d o r f i a . De Bloembynazesbladig,
uitgebreid; zonder Kelk. «.98
C om me l i n a . De Bloem zesbladig , met drie
of vier Kelkachtige Blaadjes. De Honing-
bakjesgekruist, gedeeld. w-103
H j p p o c r a t e a . De Bloem vyfbladig, de Kelk
vyfdeelig: drie tweekleppige Zaadhuisjes. d.QQ
L o e f l i n g i a . De Bloem en Kelk vyfbladig:
het Zaadhuisje éénhokkig. gt 206
JIViLLr c i i i A , De Bloem en Kelk vierfneedig;
het Zaadhuisje tweehokkig. g 203
T amarimdüs. De Bloem driebladig, de Kelk
vierdeelig: de Vrugt een fappige Peul. ^*43
Call i s i a. De Bloem en Kelk driebladig: het
Zaadhuisje tweehokkig. m.112
Hapal anthüs. De Bloem en Kelk driebla*
dig: drie Zaadhuisjes. Nov.Qen. Amer. Jac-
qu i n. p. i,
Ru MP Hi a. De Bloem driebladig, deKelkdrie-
fneedig: de Vrugt een Pruim met een drie-
Tiokkige Pit.
C neorum. De Bloem driebladig, de Kelk drie-
taudig: de Vrugt een driezaadige Bezie. </.88
X y r i s , De Bloem driebladig, de "Kelk twee-
kleppïg: het Zaadhuisje driehokkig. ».41
C o m o c l a d i a . De Bloemeq Kelledriedeèlig:
geen Styl: een Pruim vrugt. £.54
Olax.
O l a x . De Bloem driefheedig, de Kelk geheel:
de Vrugt een Eikel. ^*5®
R o t a l a . Geen Bloem: de Kelk drietandig:
het Zaadhuisje driehokkig* 8m 204
O r t e g i a . Geen Bloem: de Kelk vyfbladig:
het Zaadhuisje éénhokkig. £ ,2®5
P ol y c k emüm. GeehBloem:de Kelkvyfbla-
dig, van onderen driebladig: één naakt
Zaad. • é -*QT
3, Grasachtige Bloemen, inet Kaf achtige Kelk-
klepjes.
S c h & n u s. Geen Bloem: de Kelk vaü gebondelde
Kafjes: een rondachtig Zaad. »*4$
C y per us . Geen Bloem: de Kelk vaü tweezly
dige Kafjes: een naakt Zaad. ». $9
SciRPüS* Geen Bloem: deKelkvanSchubach-
. tige Kafjes: een naakt Zaad. n»84
E r ï o p i i o r u m . Geen Bloem: de Kelk van
Schubachtige Kafjes i een Woldraagend
Zaad«j n' I23
N ardus . De Bloem tweekleppig.' geen Kelk:
het Zaad bèdeKt. 128
L ygeum. Twee tweekleppige Bloemen: een
Scheedige Kelk; een tweehokkig Zaad. ». 133
K y l l i n g i a . Een Eyrond langwerpig Kafje,
dat gefchubcj is : de Kelk en Bloem tweekleppig.
Nov. Gen. Suppl. L inn. p. n*
F u i r en a . Een Katje met gebaarde Schub,
betjes: geen Kelk, de Bloem van drie Bladerachtige
Hartvormige Kafjes, die in eea
Klaauwiertje uitloopen» Nov» Gen» Supt/L
l L i m . p. x i . P om*