L u d w i g i a . Dp Kelk vierdeelig: het Zaad-
hui je viephokkig , vierhoekig. g- 340
S a n t a l u m . De Bloem vierbladig, in de
Kelk ingeplant: de Vrugt eene éénzaadige
Bezie. ft* 295
j
10, De Bloemen onvolmaakt, beneden.
S truthiola. De Bloem vierfneedig: hec
Honigbakje m.et agt Klieren: de Vrugt
eene éénzaadige drooge Bezie. g. 363
C r INI TA. De Bloem vierfneedig, Trompet,
achtig • de Kelk Borfteüg: de Meeldraad?
jes zeer klein : de Styl zeer lang. Nov. Gen.
Cap. Houtt. g• 362. PI. XL . Fig. r.
C r a m i r i a . De Bloem vierbladig: een drooge
éénzaadige, gedoomde Bezie. g 3&S
R i v i n a . De Bloem vierbladig: een éénzaadige
Bezie, met een ruuwZaad. d. 161
Embothuiüm. De Bloem vierbladigon.
gedeelde Meelknopjes , op de tippen der
Bloemblaadjes zittende: de Vrugt een
Spilrond Blaasje. Nov. Gen. Suppl. L ii$n. p,
16. Forst. Mar. Aujlr. Gen.
N iG RIN a. De Bloem vierbladig: geen Kelk:
zeer korte Meeldraadjes ; de Vrugt een
Doosje? Nov. Gen. T hui^b. Disf. III.p.58;.
Item in Flora Joponica.
S-ffiL ANTHüs. De Reik vierbladig: geen Bloem:
het Honigbakje Ringachtjg, om het Vrugt-
beginzel: de Vrugt een éénzaadige Bezie,
P(qv. Qetf. Araty, Forsk. Flor. p. 34.
Salvadqra. De Kelk vierfneedig: de Vrugt
een éénzaadige Bezie: het Zaad korrelig, d.ï6$
C ampho ro sm*. De Kelk vierfneedig; hec
Zaadhuisjeéénzaadig: de Vrugt een Haauwt je.g. 368 ‘
A i c h e m i l l a . De Kelk agtfneedig: één Zaad,
in de Kejk bcflooten. g*37^
Dorsten i a. De Kelk een vlakke Vleezige
gemeene Stoel. S- 35Ö
Pteranthüs. Dp Bloem vierbladig, met
twee gevleugelde Blaadjes: geen Kelk;
maar een zevenbloemig Bloemkasje. Nov?
Gen. Arab. Forsk. Flor. p. 36.
pOMETEs. Een vierbladig, driebloemig Kroontje:
de Vrugt driezaadig. - g. 3<Si
11. De Bloemen onvolmaakt, boven.
S i r ium. Eep Klokvormige Kelk: een drie-
bokkige Bezie: een vierbladig Honigbakje. d.
A c jenA. Een vierbladige Kelk: een gedoomde
eenzaadige Bezie. g’ Z$7
IsiüARpi A, Een Klokvormige blyveqdeKelk:
een vierhokkig Zaadhuisje. g . 3f®
E l^eagnus. Een Klokvormige afvallende
Kelk; een Pruimvrugt. d.157
G onocarpüs. Geen Kelk: eenvierfneedige
Bloem jL een agthoekige eenzaadige Pruimvrugt.
Nov. Gen. T honb. Disj, lil. p. JJ* &
Fl. Japon. p. 69. T. 15.
IL D i g y n i a . Tweewyvige.
B.üfon i a. De Bloem en Kelk vierbladig: het
Zaadhuisje éénhokkig, .tweekleppig, twee-
gaadig. „ . £*„377