2ö6 H et Z i tVÉRj en
K
m
AjD*n> verfcheide plaatTen in Duitfchland, en fomtyds
XXVII. Veel grooter (a ) : in Kalkfteen , Kalkfpaath en
stuk. Kwarts van verfcheiderley foorten ; in Achaat
Gedeegm gjj verfchillend gekleurde Hoornfteen, zo in
Zilver. Hongarie, als in Saxen en Bohemen.4 in groen*
achtige Steenmerg by Windifchleiten , niet
ver van Schemnits; in een andere gfoenachtige
Aarde in Nieuw Spanje ; in witte Bladerige
Glimmer by Joachimsthall: in Kalkfpaath-
Kryftallen, in Gips-Spaath, in Kwarts-Kry.
Ballen, ja zelfs in geheel doorfchyhende Kwarts
van Madagaskar;in Steenkolen, by Kongsberg
in Noorwegen; in Kies en Markafieten, open
in Mispickel en Loodglans, Kopernickel,
Scherben-Kobalt, by Ratieborzits, Joachimsthall
en elders in Bohemen, als ook op den
Haarts ; in Zilver-Glas-Erts by Freyberg ;
in Rood Gulden in de diepfte Franzftollen by
Siglisberg in Saxen ; in Rofch - Gewas in de
Matthias by Schemnits; in Zilver - Molm in de
Katharina by Johanngeorgeftadt; in Ganze
kothige Zilver-Erts in ’ t Witte Hert by
Schneeberg ; in bladerige Goud-Erts by Na-
gyay in Sevenburgen ; in Kley aan den Stahlberg
in Tweebrugge ; in gemeene , roode,
verharde Kley-Schiefer by Jangeorgeftadt ; in
murwe Vleefchroode Yzerkley byxKapnik in
Sevenburgen, en in verharde Schubbige Yzer*
kley by Joachimsthall in Bohemen.
*t
(*) Zie bladz. 359, in’t voorgaande IV. Stuk.
® fe Z 1 L V fe & - E R T S E We 2 i 7
111 ’ t Gedeegen Zilver verfchilt, zo naar zyttArDEittJ
Geweefzel öf Zelfitandigheid , als in de uit- ^XVn.
wendige Gedaante , aanmerkelyk. De Heer s t u k .
W a L l è r 1 u s telt ’er agt Verfcheidenheden Verfcliei- r ° ' ■ ■ denheden*
van ; naamelyk 1. Digt; 1 . Korrelig, 3. Ge®
tand, 4. Takkig of Boomachtig. 5. Bladerig
of Plaatig, 6. Haairachtig, 7. Kryftallyn, 8.
Aangevloogen Zilver: L 1 n n é . u s , alleen het
Digt'e overflaande, hadt 'er zeven; doch ’t is
zeker, dat ’er Geftalten voorkomen , die tot
deeze niet betrokken kunnen worden; gelyk
tyy thans gaan zien.
Men vindt het geheel (ligt eri zonder be- Digt <S£
paalde Geftalte (b) , masfiaf, Boeren - Erts ge- mds 16 *
naamd, by Budweis in Bohemen, by Andries-
berg op den Haarts, als ook in de Katbarina-
Myn by Rafchau in Saxen ; van waar. ik het
Laagswys heb* tusfchcn Afchgraauwen Berg-
fteen; doch voornaamelyk in Amerika; gelyk
ik hét dus heb in witte Kalkfpaath, uit Mexikö
Öf Nieuw Spanje. Ook heb ik masfief gedeegeil
Zilver en Glas - Erts, in graauweHoornfteenige
Gangftóffe, van den Schlangenberg der Koly-
wanifchë Bergwerken in Siberie , en in eeri
KcbalthoudendGefteenteuitDauphiné. Voorts
behooren zëkerlyk hief toe die Klonten Zilver,
Papas by het Landvolk in Peru genaamd, oni
dat
( h ) Argentum nativüm fo üd um : in masfulS. irregülari
réi Glandulis difformibus. Wall. a.
P 2