Ë
y i
mm
*• u i4
Afdeei. s> t Baljuwfcbap Zaruma, dat tot het
Kegtsgebied van Loxa behoort, worden
stuk. „ verfcheidc Goudmynen bearbeid,en fcheon
Mynra^ het Goud daar laag is van Alloy, houdende
>8, ja foms maar i (5 Karaavan
Zaru
ma, en ,, niet meer dan
anderen. , , .
„ ten, valt het er nogthans zo overvloedig
„ dat het, tot de waarde van 20 Karaaten ge*
, , 2uiverd , den Eigenaar meer voordeel aan-
,5 brengt dan andere Myneh , waar het pa-
„ tuurlyk is van dat alloy. Weleer vondt mén
,, er Goud-Aders, doch tegenwoordig zyn
j, ’er alle Mynén van Caxa, tot welker Jtuive-
*> riDS Kwikzilver wordt gebruikt. ZulkSteen-
, , goud hadt ook plaats in ’ t óouverriehieht
5, van EWcamoroi, alwaar mèn , vóór meer dan
„ honderd Jaaren , veel Gouds uit de Mynen
9* haalde, ’t geen wel zo fyn niet als ’t Goud
,, van Pöpayan, maar veel beter dan dat van
„ Zarunia was. De Opftand der Indiaanen
,3 heeft veróirzaakt, dat die Mynen verlaten
3, zyn. Zy verzamelen nog eenig Goud,door
„ Wasfchinge , uit het Zand der Beékcn en
») Rivieren; dóch alleenlyk zo veel zy ndódig
33 hebben , óm de Schatting té befaalen aan d é
, , Spaahfché Kroon. In ’t Gébiéd van d é
„ Burgt Latacunga, by hét Dorp Angamarca,
„ was éeftyds eên Myn, behoörende aan een
„ Inwooner van dat Dorp. Mén haalde daaf
,t zo véél Góüds u it , dat hy ’é r , om geert
3> tyd te verliezen, des nagts door Negérs en
j3 over
L i
„ over dag door Indiaanen in deedt werken;
9 maar deeze Myn verzonk door de nitwer-xxviii.
,, king. van eénen fchrikkelyken Orkaan , ensl^°0ÏB
men kon de Ader niet weder ontdekken , Goud-
’ ’ tot dat eindelyk, door een dergelyk Onwe-W^-
* der, met een zWaare Waterftorting , in ’t
’t jaar 17433 de Myn öp nieuws geopend
” w e rd t, zo dat die Man zyn Werk voort-
„ zetten kon (y).”
Dus ziet men dat de bewerking om het ge- Goud in
deegen Goud te haaien uit Steenige Stoffen,
waar het zig zigtbaar in bevindt, ook uitkomt
op de voorgemelde Goüdwasfcheryën; hoewel
men ’er dikwils Kwikzilver toe gebruikt, dat
inzonderheid noodig is , by deszelfs vermenging
met Mineraalen. Dat dezelve plaats kan
hebben , en weezentlyk plaats hééft, wordt
van niemand ontkend. V o g e l zelf3 die gezegd'
hadt, dat men hét Goüd niet dah gedeegen
vinde, zegt vervolgens , 3, dat men het Ook
„ aantreft in andere Eftfen , met welken het
„ inwendig en zodanig vereenigd is* dat‘ het
zig op geenerley wyze daar iü vértoonö ,•
>y maar alleenlyk doof Scheiding vöót den dag'
„ k om e . Het gedeegen Zilver zelf, de Rood,
,, Wit en Zwatt Guldeti , en Koper • Glas^-
,, Erts, hebben het géwoonlyk in zig: ja meri
jj kan
(D Voyage d’Uixoa. Tom. I. p. 376-
lil. Dïex., Y'. Stuk.
\\m
n | j j jM i'j m y i H M |m I » n fipiff h I ■ ■ Mg mif
^ ----- - - y>-> F-v . 181