lil. lerfeld , is zy fomtyds met Kryftallen van Ko-
xxrv!* perblaauw overfinterd.
HoofD'
STUK.
Loodfpaath.
Deeze Loodfpaath is altoos groenachtig en
fomtyds Olyfkleurig, fomtyds zeer helder
geelachtig, fomtyds geheel donker Grasgroen
en ook wel byna als groen Bottelglas
zig vertoonende. Somtyds is zy geheel, fomtyds
maar aan de kanten doorfchynend. Zy
is week, en zwaar, bruifcbende fomtyds op
met Sterk Water. Op *t fchraapen geeft zy
eene bleek groenachtige Streek , die wat naar
9t geele trekt. De Kleur, welke zy in ’ t eerst
in ’t Vuur verliest, doch in de gloey-Kfitte
wederkrygt, heeft zy nooit , o f maar zeer
zeldzaam, van Koper. Zy houdt veel Lood,
dat ’er gemakkelyk uit £e haaien is , doch geen
Zilver. Men vindtze ook geenszins met Zuur
van Zee - Zout o f Rqttekruid bezwangerd. Het
is derhalve een van de rykfte Lood-Ertfen.
De Geftalteis verfcbillende. Men vindtze,
naamelyk, o f geheel onbepaald, o f knobbelig
als een Dropfteen ; gelyk zy dus aan ’ t voorgemelde
Stuk uit Vrankryk, en ook inzonderheid
te Hofsgrond of Hofergrunde in ’ t Zwarts
wald of ook by Freyburg in *t Brisgaufche, voorkomt.
Een allerfraaist Stukje van dien aart ,
van St. Hubert in Switzerland afkomftig ,
dat ongemeen fchoon donker Gras. of Mosgroen
is, geef ik in Fig. 3 , op PI. XH II,
la Afbeelding, Het is onder de Stalaktitifche
Tros*
Tu Sun. fig. 3
» E L O O D - E R T S E N. 55
Trosachtige knobbeltjes, die het maakt, als A flï.
met kleine Mosplantjes op een Okerige korst x x iv '
begroeid. Ik heb dit, gelyk de anderen, ook S^°°FD*
veel grooter. Meest echter valt zy in Kry- Lood.
ftallen, die de gedaante der geknotte Kalfo fpMths
fpaath (q~) hebben, en deeze zyn fomwylen
zeer fyn , Haairachtig dun, naar Mos gely-
kènde, of grooter, afgezonderd en Staafachtig
zeszydig, met de Oppervlakte glad ofruuw.
Gewoonlykst komen zy zonder Pieramieden
voor, fomtyds met zeszydigé Pieramieden
aan ieder end. Van de eerstgemelde Soort zyn
die twee aan malkander gegroeide in Fig. 4 , Fig. 4.
zo groot als menze zelden ziet , van Zeiler-
feld aan den Haarts afkomftig. Ik heb ook
nog andere dergelyke, zo vanTfchoppau als van
Freyburg in ’t Brisgawfche, en eene van Gluks-
rade op den Haarts, met kleiner Spaath - K ry•
ftallen, die groen, doch met een Okerachtig
beflag overtoogen zyn.
(9) Lood, dat zeszydig j is, Rui tachtig, hóóg. 1 .
TOOd* Plumbum
JRhom-
Deeze,diemen Roode Lood-Erts of Lood* * Roede.
fpaath
Cq) Nilrum trmcatum. Zie bladz. 47, hier voor.
■ (9) Plumbum hexaëdrum Rhombeum fulvum. Syst.
Nut. uts. Sp. 8* Plumbum Sulph. & Arfen. mineralifa-
tum, Mineri Spathiformi rubra. Wall. Syst. Min. II,
V’ 3° 9* D 4