aS l. ” kai* in ’c a!ge“ieen uit alle Zilver, zelfs dat
^ ofd-1* J* loodglans wordt gehaald , ook Goud
STUK. 5* bekomen. Zelfs de Yzer-Ertfeh hebben
Goud' 5> dikwils één o f twee Loot Goud in ’t Cent-
y jj om- uitgeleverd. Men kan naauwlyks den*
„ ken, dat het Goud, in deeze Zilver-, Ko-
» per , Lood- en Yzer -Ertfen, by derzelver
,i bewerking im’t Vuur eerst zou zyn gebo*
„ ren.”
Dit is het gene men noemen kan en dat ook
van fommigen genoemd wordt, Vermomd Goud.
Ik maak ’er deeze Soort van, die zigweezenf-
lyk van de voorgaande en volgende onder-
fcheidt: naamelyk
II. (2) Goud, dat met een Vris gedekt is of ver»
i J Z t l . eetiis d*
Vermomd
Goud. W y hebben gezien, dat alle Siberifche Zilver
Ertfen Goudhoudende zyn , ’t welk in
fommigen wel met een Vergrootglas, als
fyn S to f, doch in anderen geheel onzigt-
baar, en niettemin in dezelven zo overvloedig
i s , dat het fomtyds wel een der-
tigfte deel daar van uitmaakt. Om zulks te
ontdekken, wordt flegts het Zilver tot dunne
Blaadjes geflagen ;/ c welk waarfchynlyk is
dat men Blikzilver noemt, als hier voor. Deeze
wor-
^ (2) Aurum Minera teftum vel ei combinatum. Mihi.
Aurum Larvatum. Scopolx. Frine, Min, j>, Gjiel.
N am - SyJJtem. III, p, 430.
, . , - 1 ri.
gorden Bypachtig op'gerold , na dat zy m a» « * .
kleine 'Stukjes gefneeden zyn: dan, de veel- * * 0VFD_*
heid gewoogen z^nde , werpt menze in SterksTUK.
Water of Salpeter-Geest. Dus Zet menze
óp ’t Vuur, en laatze kooken. Zolang er
Zilver op te lpsfen i s , wordt mén een Róók
gewaar , welke ophoudende, het Vat van t
Vuur genomen en ’t Goud als een Zwart Poei-
jer, naar brokjes Steen gelykéndè, gevonden
wordt. Dit Poeijer met Warm Water afgé-
wasfcheh zyhde , tot hetzelve niét méér wit
Wordt, en in een Zilveren Lepel géfmolten ,
toont door zyn Gewigt aan, hoe veel Goud
’er in de Klomp Zilver is vervat, ,
Tot de Scheidinge des Gouds van t Zilver g g J J
wordt de zelfde manier , maar met grooter van’t Zil-
^ omflag , gebruikt. Men kan de Scheiding oÖkver*
door middel van Zwavel doen , mids dezelve
zo lang kookende in Pene fterke Loog , gemaakt
van een Zout, dat uit gelyke deelen,
Goudglit, gebrand Zout en Schuim van Glas,
bereid i s , tot dat een weinig daar van , op
een gloeijende Kole geworpen , als Wasch
fmelt', zonder branden. Dien Zwavel werpt
men Op ^t gefmolten Zilver en dan fcheidt zig
het Goud daar af. Doormiddel van Spiesglas
cn famengeftelde Stoffen kan zulks oók ge*
fchieden. Bekwaamst is daar toe een Sement,
dat gemaakt wordt van twee Oneen wel fyn
en fchoon gezift Poeijer van gebakken Steen,
/ en
Eli, Dkku V, Stuk.
i
||>'
B