men aan den Voet van een Eikelachtig hoofd-»
je vergaard.
5 alanophora. Vrouw..Ontelbaare zeer kleine
Blommetjes op byzondere Stoeltjes, ’t
gezegde Hoofdje bekleedende : een zeer
klein rond Vrugtbeginzel. Nov, Gen, Mar,
4 ufir. Forst. Gen.. 50.
II. D i a n d r i a . Tweemannige.
Jb n g u r i a, Mann. De Kelk vyffneedig: de
Bloem vyfbladig.
Vrouw. Hetzelfde : de Vrugt eea
tweehokkige veelzaadige Appel, /«2ig
K o s a r i a . Mam. De Kelk tienfneedig: de Bloem
Wratachtig.
Vrouw. Het zelfde : één Styl: een
Pappige Vrugt. Nov. Gen.Ardb FoRSK.F’/pr.
p.
L e m n a . Mam. De Kelk eenbladig :geen Bloem.
Vrouw. Het zelfde: één Styl: een één*
hokkig Zaadhuisje. 9,252
III. T r i a n d r i A» Driemannige.
Zea. Mam. Een tweebloemig, tweekleppig
Kaf je.
Vrouw. Een éénbloemig, tweekleppig Kaf-
je : één Styl: één naakt4rondachtig Zaad. n, 493
T r i p s a c im . Mam, Een vierbloemig, tweekleppig
Kafje.
V rouw en twee-of vierdeelig,
tweekleppig Kafje: twee Stylen : een Zaad
in 't doorbporde Kafje,
» C ö iï.
C ö i x. Mam. Een tweebloemig, tweekleppig
Kafje r
Vrouw. Het zelfde : een tweefneedige
Styl; één Zaad met een Noot bekleed. «.510
pLYUA. M ann, Een éénbloemig, tweekleppig
Kafje.
Vrouw. Hetzelfde: een tweefneedige
Styl: één naakt Zaad. ^»513
C a r e x .M ann. Een éénbloemige Kat: geenBloem.
Vrouw. Het zelfde: een Kelk; één S ty l:
een gerokt Zaad. _ » .5H
Sp a r o a n iom. M ann. Een driebladige Kelk
geen Bloem*
Vrouw. Het zelfde;twee Stempels:
een éénzaadige Vrugt. ^ «.491
T yp ha. Mann. Een driebladige Kelk . geen
Bloem.
Vrouw. Een Haaïrige Kelk: geen Bloem
één Styl: een Pluisdraagend Zaad, «.486
AxYR i s . Mann. Een driedeelige Kelk: geen
Vrouw. Een tweebladige Kelk: geen
Bloem. , , Tr tI
Bloem: twee Stylen: één rondachtig Zaad. ƒ.216
P h y l l a n t h u s . Mann. Een zesdeelige Kelk»
geen Bloem.
Vrouw. Hetzelfde: drie Stylen:
een driezaadig Huisje. A2S7
T r a g i a . M ann. Een driedeelige Kelk: geen
Bloem.
Vrouw- Een vyfdeelige Kelk: geen
Bloem: eeu driefneedige Styl; eendriehok-
kjg Zaadhuisje.
“ * Boeh