aIdbïl v rom e n zweemt naar Hout dat van de Zee-
^xxv^ Wormen doorvreten i s , uit het Nasiaufche j
stu k , a^s 00^ e e n zeer aartig gedendrileerde uit Saxen,
in Fig, 5 afgebeeld. Nog heb ik 5er
één, met zeer fyne Robyn-Kryftalletjes bè-
groeid , van Dillenburg, en een'Droezige ,
met Goudgeele Oker befprengd , uit Nasfau-
Siegen; als ook een Yzerdroeze, die zeker-
lyk hier t’huis behoort, met glinfterende Korreltjes
als overfinterd , van Hageftein in ’t
Nasfaufche. Zo ziet men de groote verfchei-
denheid en fraaiheid van deeze Yzer-Ertfen.
Pyp&clt- Egter moet ik hier, als eene aanmerkelyke
S to f zer" byzonderheid, nog byvoegen , die zeer raare
piyXLV. Pypachtige Tzsrftof, van Hoschnits in Bohe-
men , in Fig. 6 afgebeeld, Wegens het re-
gelmaatig Sarnenftel , inzonderheid van de
Mondjes, die aan 5t breedfte end van dit Stuk
zyn, zou men het bykans betrekken tot de
Tubulariën of Pyp - Koraalen, die, verfteend
zynde, Tubulieten genoemd worden , terwyl
men deeze ook met hoekige Pypjes heeft. De
vergelyking met dezelven , zo ais ik die in
Afbeelding gebragt heb, wyst de grootfte
overeenkomst aan (V). In een ander Stukje ,
dat zeer dun is en gefpleeten, bevind ik dat
het weezentlyk afgezonderde doch gevulde
Pypjes
O ) Zie UI. D eels I. Stuk deezer Natuurlijke Hijle•
rie, PI. IX , bladz. 480, enz.
DU Y Z E R - E R T S E N. 133
Pypjes zyn ; maar , dewyl deeze zig aan ’t
end getepeld vertoonen, en die van ’ t groote xxv.
Stuk hol; even of zy in malkander geflooten
hadden : zo zal ik het liever voor een zonderlinge
Yzergroeijing houden : te meer , dewyl
het Stuk veel gelyjkt naar fommige Hae-
matieten , waar van hét ook de Kleur heeft,
zynde bruin rood, doch dof, zouder eenigen
glans.
XXVI. H O O F D S T U K .
Befchryving van' het K o p e r en deszelfs Ert-
fen, benevens de verfchillende Manieren , hoe
het daar van gefcheiden en tot fm eed baar Koper
gemaakt wordt. Gedeegen en Sement-
Koper. Gèel Koper , Mesfing , Brons ,
enz. Koper - Glas - Erts, Vaal - Erts , Blaau-
we, Roode , Witte , Zwarte , Geele Ko'
per - Ertfen , enz. Als ook de Lazuurfteen,
Armenifche Steen, Malachiet en Kopernic-
kel.
Het Koper, dat men in ’t Franfch Cuivre,
in ’ t Engelfch Copper, in ’ t Hoogduitfch
Kupfer neemt, heeft alle deeze benaamingen ,
buiten twyfel, van ’t Latynfche woord C«-
prum, dat, volgens Pl i n i u s , van ’t Eiland
Cyprus afkomftig zoude z yn ; om dat men het
I 3 allil
« Dib i» V. Stuk.