H e t G o u d E N
AkÏJ él. Grond toe mede kan bedekken O ) : waar
Xxviil. toe, myns oordeels, wel een Kleed van vyf
stuk. V oeten breed en zestien Voeten lang , dat is van
tagtig Vierkante Voeten, zou worden vereifchc;
des men daar toe een Loot Gouds noodig zou
hebben. Mu s s chen b r o e k verhaalt, dat
te Augsburg een Konltenaar geweest z y , die
uit een Grein Gouds een Draad getrokken
had van vyfhonderd Voeten lang (q). Buiten
twyfel zal dit verguld Zilverdraad zyn geweest
(r); waar van men Draaden trekt, die
op twee Ellen Iangte de zwaarte hebben van
. een Grein , en wier Oppervlakte bekleed is
met ongevaar een vyftigfte van een Grein
Gouds , en dus honderd Ellen met de zwaarte
van
( p ) Vergulden ( obaurari pot e s t , ) zeet de Heer W a l -
l e r iu s . Syst. Nat. II. p. 352- Wat denkbeeld zyn Eö.
in deezen gehad hebben , begryp ik niet. Immers om
dien Ruiter, met zyn Paard en al zyn Kleederen en
Wapenrusting , te- vergulden, was nog veel meer Blad-
gouds noodig, dan om liem alleenlyk te overdekken.
( g j 'D e Heer Wallkkihs maakt hier Ellen van: als
kwam het niet aan op een weinig min of meer! Ook
zegt zyn Ed. bovendien , dat zulks gefchieden kan; ’t
welk nog verder gaat.
( r Hoewel in ’t Nederduitfche vertaalde Werk van
den beroemden M u s sch en br o e k gezegd wordt , dat die
Gouddraad , van 500 Voeten lang. één Grein woog;
geeft noch het Latynfche, noch de aanbaaling van B o e r -
h a a v e uit C assius , eenige reden om zulks te denken.
Met wat grond zal reende wonderen der Natuur of Konst
tot ongeloof baarheid brengén ?- Zulk een Draad moest
veel dunner dan Spinrag geweest zyn.
van een Grein ; ’ t welk reeds een verbaazen- ilï.
AidfeHX.
de dunte is; zo dat men een deeltje, ’t welkixxvill.
, , j j . irL _ r ' \ u Hoo fd - een STUK.
honderdduizendfte van een Grein bedraagt,
met het blooteiOog kan zien; terwyl
het Blaadje Gouds , dien Zilverdraad beklee-
dende, minder dan het tienduizendfte van een
Lyn dikte hadt. Elders wordt beweezen, dat
in allerfynst geplet, verguld Zilverdraad, het
Goud minder dikte heeft, dan een millioenfte
deel van een Lyn (*).
I11 taavheid gaat het j o ook alle andere te bo- j Taayven,
heid.
draagende, aan een Draad van een e Lyn
o f een twaalfde van een Rynlandfen Duim dikte
, byna vyfhonderd "Ponden Gewigts; terwyl
een Yzerdraad van die dikte door vierhonderd
vyftig Ponden breekt (O* Dit zou wel fchy-
nen van de ongemeene digtheid af te hangen,
indien het Iaatstgemelde Metaal, dat zo poreus
is èn ongelykflagtig van zelfftandïgheid , in
deezen niet zo naby kwame aan het Goud.
Door vermenging met Spiesglas -Koning, Bis-
muth, Nickel, Kobalt en Rottekruid, inzonderheid
met Tin , ja zelfs door den Rook
van Tin, wordt het broofch; maar Spiauter ,
Yzer, Koper, Zilveren Platina, neemen weinig
van deszelfs Smeedigheid weg, Het
m Mem. de l’Acad. R. des Sciences, de 1713» p. 275.
Octavo.
( t) Zie de Aantekening op hst Koper, hier voer,
bladz. 135.
III. Dkbl. V. Stuk,
I I
JE*
Ki
r i l
VSjffj