MSI!
f | l
H
IlilEK
Ml
iiél
l illialrlBBif
i
Elaphriüm. De Bloem vierbladig de Kelk
vierdeelig , beneden: het Zaadhuisje eèn-
hokkig, tweekleppig i het Zaad half in een
Bezie. Nov. Gen. Amer. J A c q, p- 3*
Soda da. De Bloem vierbladig , ongelyk: de
Kelk vierbladig, gekleurd: het Vrugtbegin-
zel gefteeld. Nov. Gen. Arob, Forsk. Flor»
p. Sr.
Bi SECTAR i A . De Bloem en Kelk vierbladig:
het Hom'gbakje dubbeld. Nov. Gen. Arob.
Forsk. Flor. p. 82. Een hooge Boom.
Amyr i s. De Bloem vierbladig: de Kelk vier-
tandig, beneden: de Vrugt één eenzaadige
Bezie. b .itf
A c r. o n te c h i a. De Bloem vierbladig: de Kelk
viertandig: de Vrugt een vierhokkige Bezie.
Forst. Mar. Auftr. Gen. 27.
M E L I co FE. De Bloem vierbladig: de Kelk
vierdeelig: het Vrugtbeginzel vierzaadig.
Forst. Gen. 28.
F c chs i a . De Bloem agtfneedig ; boven de
V ru g t: geen Kelk : een vierhokkige veel-
zaadige Bezie. ' A’ 45J
C h l o r a . De Bloem agtfneedig: de Kelk agt-
bladig, beneden: het Zaadhuisje eenhokkig,
tweekleppig, veelzaadig. ^ ^ 452
V acc i n i um. De Bloem eenbladig: de Kelk
viertandig, boven: Draadjes op het Ymgt-
kasje: een Bezie-Vrugt. d 4^
E r i c a . De Bloem eenbladig : de Kelk vierbladig
, beneden : Draadjes op het Vrugt*
kasje: een Zaadhuisje. v d .lfl
% $
5, De Bloemen onvolmaakt.
GNiDiA. De Kelk vierfneedig, Bloemachtig;
vier kleine Bloemblaadjes* <*\545
Lachnjea. De Kelk vierfneedig; Bloemachtig,
ongelyk: uitfteekende Meeldraadjes. £55*
DiRca. De Kelk randeloos, Bloemachtig, on -
gelyk: uitfteekende Meeldraadjes. - «-544
Daphne. De Kelk vierfneedig, Bloemachtig,
gelvk: (Je Meeldraadjes ingeflootên : een
Vleezige Bezié. *53*
Passer i na. De Kelk vierfneedig, Bioemachn>
gelyk: de Meeldraadjes boven de
Bloem.® , d. 549
Is t e l l e r A. De Kelk vierfneedig, Bioemach-
tig , gelyk : de Meeldraadjes jngeflooten :
èen enkel Zaad. * 4-4
Sk i n n e r a . De Kelk vierfneedig, Trechter-
achtig, gekleurd: de Meeldraadjes op des*
zelfs Mond; een vierhokkig Zaadhuisje.
F o r s t . Mar♦ Auftr. Gen. 29.
Dodon De Kelk vierbladig : geenBloem:
het Zaadhuisje driehokkig: twee Zaaden. b. 1 $6
II. D i g y n i a . Twetwyvige.
ÏWeinmannia. De Bloem en Kelk vierbladig:
het Zaadhuisje tweehokkig, twee*
fnuirig.
,Moe H r I v Cr i a. De Bloem en Kêlk vierbladig:
het Zaadhuisje eenhokkig. |
Co dia. De Bloem en Kelk vierbladig: de Bloemen
tot een Hoofdje vergaard: de gemeene
G g % StogJ
f f
É1
UB]
Ml