G i Cca. Vrouui. Het zelfde : een vierfneedigé
Sty l: een vierhokkig Zaadhuisje. ƒ. 2 i4
V!. P e s t a n d r i a . Vyfmannige. i
NEPHELium. Mann. De Kelkvyftandig:geen
Bloem ï tweefneedige Meelknopjes.
Vrouw. De Kelk vjertandïg: geen
Bloem! twee Stylen tusfehen de Vrugtber
ginzels. f . uaß
Xanthiüm. Marin. De gemeene Kelk veel-
bladig: de Bloem vyffneedig: famecgehech-
te Meeldraadjes.
Vrouw. Kelk noch Bloem : twee Stylen: een tweehokkige Pruimvrugt, l. 241
A l ia a o s iA . MannFDe gemeene jgelk éénbla-
djg: de Bloem vyffneedig.
Vrouw. De Kelk éénbloemig, tWee*
bladig: één Styl: de Vrugt een vyftandige
Noot. 1, 245
Partheniüm. Mann* D e gemeene Kelkvyf-
bladig ï de Sehyfblommetjes eenbladigJ
Vrouw. Een zelfde Kelk: de
Straalblommetjes getongd: één Styl: één
Zaad. 1 .24?
Clibarïüm. Mam. De gemeene Kelk ge»
fchubd: de Sehyfblommetjes vyffneedig.
Vrouw. Dergelyke Kelk : de
Straalblommetjes driefneedig: een genavej-
de Pruimvrugt. 3 - /. a$t
Iva. Mann. De gemeene Kelk driebladig: de
Sehyfblommetjes éénbladig.
I v & ó
ïvA. Proüw. Dergelyke Kelk: v y f Straalblommetjes:
twee Srylen: één Zaad. /• **9
AMaran iHUS- Mam, De eigen Kelkvyfbla»
dig: geen Bloem: van drie tot vyf Meel-
draadjes.
Vrouw. Kelk en Bloem als b o
ven : drie Stylen: een omgefneeden Zaadhuisje..
„ Sï
L eea. Mann. De Kelk en Bloem vyffneedig.
Vrouw. Dergelyke Kelk en Bloem één
;Styl 1 een zeshokkig Vmgtkasje. 265
v y fb la d ig .
Vrouw. Het zelfde: een Styl met drie
Stempels: een Kegelvormige Appelvrugt.
Nov. Gen. Arab. Forsk, Flor. p. 165.
E L A t o s t e m a . Mann. Geen Kelk: de Bloemen
enkeld, vyfdeelig ; de Meeldraadjes Veer-
kragtig uitspringende.
V*ouw. Geen Kelk : de Bloempjes
in een Bondeltje vergaard : de gemeene
Stoel wordt een Bezieachtige Vrugt met
veele Zaaddopsjes beftoken. Nov. Gen. Mar»
Auftr. F orst. Gen. 53*
VI. H E x A N d Ri a . Zesmannige.
C o s os. Mann. Een driedeelige K e lk : eèndriebladige
Bloem.
Vrouw. Een vyfdeeligeKelk: een drie-
bladige Bloem: drie Stempels: een eenzaa-
dige Lederachtige Vrugt of Noot, , a. 305