IT I .
Afdekl.
XXVI
Hoof cr
(TU K *
Kopenviskei.
Samen-
fiel lende
deelen.
berg en Johangeorgeftadt in Saxen; by Eisle-
hen, Hohenftein enSablfeld in Opper-Saxen;
by JoachimsthaU in Bohemenen bySchladming
in Stiermark. Zeer dikwils komt het op biobak
aangevloogen, of met dezelv?vermengd,
voor.
Het is ongemeen zwaar en half hard, fprin,*
gende , wanneer het gebeukt wordt, in onbepaald
hoekige brokken. Het glanst op de
breuk; is of geheel digt, of fynkorrelig, of
kleinfchubbig, trekkende uit het Koperroode
wat naar ’t Zilverwitte, witgeele of graauwe;
gelyk het op zyne Oppervlakte zeer dikwils
een bleek groen beflag heeft, ’t welk men
noemt, Oker van Kopernickel of Nickel Oker,
te vooren reeds door my befchreeven ( h ).
Het ontbindt zig , geen Zwavel bevattende ,
t’eenemaal in Salpeter-Geest, dien het hoog
groen maaktanders woidt de oplosfing
groenachtig of ook geel, en ’er blyft veel niet
opgelost over.
Sommigen hebben dit Metaal voor eene
Koper - Erts gehouden , en gemeld, gelyk
L i n n ^ üs doet, dat het uit Koper, Spiau-
ter, Yzer, Pyriet, Rottekruid en Kobalc be-
ilaan zoude;zynded^swegen wit,Afchgraauw
en rood , gemarmerd : doch hedendaags verzekert
men, dat het geen Koper houde, maar
20 veel te meer Yzer. Dit ontdekt zig, in-
Zonderheid na de Roofting, door den Zeil- XXVI.
Reen , die den Kopernickel byna geheel aan-«tuk.0*
trekt; gelyk ook hetzelve in ’t Glas en de Koper-
Metallyne Koning, daar uit gefmoken, in vry
groote veelheid wordt gevonden. Zwavel is
niet altoos, ten minfte niet in aanmerkelyke
veelheid , in deeze StofFe * maar Rottekruid
ontbreekt ’er neok aan. Hier van gaat wel
een groot gedeelte door ’ t Rootten w e g ,
doch daar blyft nog de helft van het geheel
over* welke fomtyds wel uit een weinig Ko-
per, maar meest uit Yzer en Kobalt beftaat.
De laatfte vertoont zig dikwils door zyne Kleur
in ’t Glas, dat van den alleenlyk gerooften
Kopernickel met Borax of met Pis -Zout ge^
fmolten wordt. Wanneer alle, deeze bekendé
Metaalen, zo veel mooglyk is, daar van ge*
fcheiden zyn , zo blyft een byzonder Koning-
jeover* dat men van geen der gedagte Metaalen
, noch uit derzelver vermenging, kan
bekomen.
Dit Metallyh Kohingje ( Regulus) alleen en K o n ïn g -
zuiver willende hebben , zomoet men den Ko-1i?\ ovpaenrpernickel
eerst roosten, alsdan wordt hy groen Nickel.
en altoos 20 veel groener van kleur, hoe ry-
ker hy is in dit Merallyn gehalte, fchietende
tevens zeer dikwils in groenachiige, harde en
klinkende Boompjes uit. Dan fmelt men hem
met een dubbelden Blaasbalg in een open Tein
, d*bl v, stukc gel*