Afdsïi trent dertig Talenten Gouds verarbeid (g ) „
XXVIU. V-oor ’t overige blylct de overvloed des Gouds ,
sTu°K.iDm in die Dagen > by verfcheide gelegenheden,
i,n de Heilige Schrift gemeld. De.Ismaëlie-
ten droegen Gouden Voorhoofd - Sieraaden (7<q»
gelyk ook de Kinderen Israëls gedragen hadden,
vopr dat her Gouden Kalf, daar van,door
A I ron gemaakt werdt. Uit den Roof der,
yerflagene Midianieten , wpar van het getal
ten minfte honderdtwintigduizend Man was}
kreeg G ideon een Gefchenk, bedraagende
zeventienhonderd Sickelen Gouds. De Kroon
des Konings der Ammonieten , die Koning
D a v id op ’t Hoofd gezet werdt, woog een
Talent Gouds, en was bovendien bezet met
Edele Gefteenten ( De menigte van Goud,
welke door Koning S alomo aan den Tempel
van Jerufalem hefteed werdt, was onverbeel-
delyk, en wordt door fommigen begroot op
drie-.
(? ) Exod. XXXVIII. Vers 24. Hier zou het Talent ,
volgens den Sickel des Heiligdoms, eens zo groot geweest
zyn. Bibt. ffutiii & TremeUH.
(A) De Vulgata heeft Inaures, dat is Baggen of Oorhangers,,
de Biblia jjjfunii & Tretne'.Ui alleenlyk MomliaL
dat is Verfierzelen.
CO 2 SamuSl XII. Vers 30. Een Talentmoest derhalve
, zou men zeggen , minder geweest zyn dan honderd
Marken of vyftig Pond: want zulk een zwaarte op.’t Hoofd,
fchynt wat voel. Ondertusfchen wordt alhier het Talent
( '* Bibt. Sfunii & TremellitJ bp 60 Ponden, dat nog
meer js , begroot.
. jtr
drieduizend Miliióenen (£ ) . Dit vinden wy
voor keker, dat de gaheele Tempel van
nen overtoogen of bekleed ware met gefloö- stuk.
ten, dat is met digt Goud(/J: jE men Zag
’er niets aan dan Goud (m). JosEPHuh
verhaalt, dat ’ er in geweest zyn veertigduizend
Gouden Kandelaars , tienduizend Tafels met
Goud overtoogen , behalve één , die zeer dik
was en van masfief Goud;tagtigduizendSchot-
tels, vyftigduizend Bekkens , twintigduizend
Bekers en nog veele duizenden andere Ge-
reedfchappen , allen van louter Goud- Ook
hadt D a v i d , tót den bouw van; dien pragti-
geu Tempel , byeën gebragt honderdduizend
Talenten Gouds; h welk, volgens Voorgaande
Rekening j wel 'ibedroeg vy f millioeneh
Ponden (n) . Een verbaazende' Schat inderdaad
, welke hy nog maar in zyne vèrdrukkin-
ge hadt verzameld. Ook vinden w y , dat
SAffiy
Lüiscius 'Wowdenhoek. Of men hier Talenten of
Sickelen te vérftaan hebbè, wordt niet gemeld.
(O i KoniNoi VI. Vers 21.
(m) Nihilque èrat in Templo quod non Auro tege-
fetur. Vulgata.,,
(n) 1 Chron. XXII. Vers 14, .alias ijr. Meer dan
vyfhonderdduizend Daalders aan Goud en even zo veel
aan Zilver: "vOlgeiis de Kanttekening in Bibt. §un. &
TremeUH; maar het bedroeg, volgens de hedendaagfeha
waarde, meer dan 3000 m iljoenen Guldens j . ’ t wejk he t
boVetiftaande opheldert.