Ill
AsnKEi.
XXVII.
Hoofdstuk.
Gedeegen
Zilver.
Aange'
vloogen
Zilver.
de Erfprins Frederik by Kongsberg in Noorwegen.
Affchéi-
ding van
vreemde
Stoffen.
"Het zyn kleine driezydige Pieramie-
den, welke met dergelyke KryBallen van Zilver
Glas-Erts op Bladerig gedeegen Zilver zitten ,
dat in Kalkfpaathbreekt. De Heer R o m i e u
de l’I sle maakt ook gewag van de kleine
Zilver-Dobbel Beentjes, welke J d s t i in het
Rosch-gewas van Zilver waargenomen heeft,
e n , volgens D a v i l a dubbelde vierzydige
Pieramieden , welken men , voor eenige Jaa-
ren , by Markirch in de Elzas, met Rood-
gulden heeft gevonden. Dropfïeenachtig komt
ook het gedeegen Zilver fomtydsby Freyberg
en Wittichen voor; ’t welk men bykans tot
het KryBallyne kan betrekken.
■ Eenige opmerking verdieDt nog het Aange»
vloogen of Oppervlakkig gedeegen Zilver (0),
fommige Steenachtige Stoffen bekleedende.
Dus valt h e t, volgens W a l l e r i u s , by
Lcefaafen en Sahlberg in Sweeden. Ik heb niet
lang geleeden zeer fraai je Stoffen van dien aart,
alwaar een Roozeklearige Cinnaber-Erts das,
als met een Vlies van aangevloogen Zilver ,
Oppervlakkig is bekleed , van Stahlberg in
Tweebrugge bekomen.
’t Gedeegen Zilver komt op het onver*
wagcfle, niet alleen in Gangen van Zilverfioffen,
(o) Argentum nativum Superficiale. Walt,, h. Arg. nat.
Superficiale in epidermide Lapidum. L i n n . «.
fen. maar fomtyds ook in andere Mynen voor. „ ITI*
Dus merkt L i n n ^ üs aan, dat, ter plaatfe XXV1L
waar de Nordmarkfe Yzer-Ader van eenKIey-^K0/ 0“
laag doorfneeden wordt, overvloedig gedeegen Gedeegen
Zilver is gevonden, en vervolgens wederom”^ IVer‘
Yzer. Dit Nordmark legt in Wermeland ,
eene Provincie van Sweeden; alwaar het Zilver
gepaard ging met Koper- Nickel. Anders,
wanneer het flegts in Kwarts, Spaath,Steenen
of Aardfloffen z i t ,, gefchiedt de affcheiding
van dezelven best door Amalgamatie met
Kwikzilver, dat men den Kwik' Arbeid in de
Bergwerkskunde noemt. Men brengt , naa.
melyk , de vergruisde en gewasfen Stoffen in
de Amalgameer-Molen. Dit is een Bak van
gegooten Y ze r , die uitwendig een rand en in
Y midden, op den Bodem, een knop heeft, waar
op een Yzeren Kruis, dat met zyne vier enden
inwendig byna den rand raakt, omgedraaid
kan worden. Een Vat, zonder Bodem, Baat
op den rand, en door deszelfs dekzel gaat
een Stok met een Kruk, hebbende het Vat
van vooren twee of drie Gaten , waar door
men het vuile Waterkan aftappen. Nadat jiiu ,
op het Gruis der Zilverfloffen Water gegooten
is en Kwikzilver daar by gedaan, zo wordt
het draaijen door twee of drie Man verricht ,
die elkander verpoozen, en, onder het geduurig
bydoen van nieuw Gruis, de Stoffen zo lang
maaien, tot dat zy als Pap geworden zyn £
III, Daai. Y, SiUki