III. druppen , daar op verfpreid. Med vindtze
A f d e e l , t
XXV. met alleen op verfcheide plaatfen in Sweeden,
sxuk?FD* maar °°k I? Schotland en in Bohemen, niet
ver van Preshits, alwaar zy dikwiis verwisfeit
met banden van Yzerfpaath»
IX. (9) Yzer, dat aantrekbaar is, zwart achtig met
Ferrum „ .
Grano- Zandige deeltjes.
fum.
Greinige.
X. ( ï ° ) Yzer, dat aantrekbaar is, zwartachtig,
Gemeene' eenigermaate Korrelige ongelyke deeltjes.
W a l leriüs betrekt deeze beiden tot
zyne Zwarte Yzer-Erts , als eene Verfchei-
denheid o f Byfoort, die doorgrooter of kleiner
Korreltjes alleen verfchilt, welke fomtyds
vaster , fomtyds zo los famengevoegd zyn ,
dat de Erts door kloppen in Korreltjes van één
valt. Beiden leveren zy ook zeer goed Yzer
uit,en vallen,in Sweeden, op veele plaatfen.
Deeze laatfte, de Gemeene Sweedfche Yzer*
Erts , breekt altoos in ftompe Stukken, met
fcherpe kanten. Ik heb ’er van uit Spanje, by
Rolladal, omfiieeks Gascar,naby de Fabriek
van
(9) Ferrum retra&orium nigrans , particulis Arenaceis.
Syst.Nat. uts. Sp 9, Syst. Nat. VIII. p. 177. N. 15. Minera
Ferri nigra Granularis. Wall. Syst. Min. II, p. 238.
(k ) Ferrum retraÄorium nigrans, particulis fubgra-
nulatis insequalibuü Sys:. Nat. uts. Sp. 10. Syst. Nat.
VIII. p. 177. N. 16. \Yall. utfupra.
ï) E Y Z E R . Ë R T S E N. 97
van St. Miguel , die uit den graauwen z ie t ;
van Nordberg in Sweeden , uit Savoije en XXV.
van elders ; als ook een graauwe Yzerfteen ,
met Granaaten of Yzergraupen, van Chris-
tofftollen, by Ereidenborn in Saxen.
( i ï ) Yzer, dat aantrekbaar is , zwart achtig, xi.
K iM e n d ,.
Weeke»
Kiezige Yzer-Erts zou men deeze kunnen
noemen, die in Sweeden Rodbrackt heet, om
dat zy Roodbreukig Yzer geeft. Men vindtze
met andere Yzer - Ertfen hier en daar in de
Mynen , als ook op ’t Eiland Elba. Zy behoort
mede tót de Zwarte Yzer-Ertfeh, ver*
fchillende daar van door de ingefprengdeKies,
welke zig fomtyds maar alleen door den Zwa-
veligen Rook,onder’t rQöften, openbaart. Het
Yzer, dat ’ervan komt, is koud zynde zeer
week en buigzaam, maar gloeijende fpringthet
veelal onder den Hamer w e g , o f barst eri
fcheurt; waar van het gezegden naam heeft.
Ik heb een Magneetifchen Yzerfteen met Koper
- Pyriet zeer zigtbaar doorgroeid , van
Geishubel in Saxen , en verfcheide andere
Kieshoudende Yzer-Ertfen. i
/(12) Yzer
Cii_) Ferrum retraftorium nigrans, Fyriticofum. Syst.
Nat. nts. Sp. 11. Sya. Nat, VIII. p. 177. N. 21.
G