44 H e t L o o p , jc $
ITT. de tegenoverzyden dikwils breeder hadden,
*xxiV" met een Vuurigen glans. Te Freyberg vindt
Hoofd, men’ er ooitvolgens den Heer W a l l e r io s .
*T£c#</- Gemeen zyn zy by Matlock in ’t Engelfch
Kryftaiien Graaffchap Derby, als ook by Poncpeant in
Uretagne, doch vallen klein en hebben dikwils
de hoeken of kanten, of ook beiden, zodanig
afgefneeden, dat zy meer naar Teerlingen ge-
Zes«n- lyken. Deeze betrekt L i w NjEüs tot de Zet-.
entwintigzydiggn, alsin Fig. 25. afgebeeld. De
Fig-25« zodanigen zyn , zoW a l l e r iu s aanmerkt,
dikwils met een Roestkleurige, bruine of roodachtige
Korst bekleed ; gelyk ik ze heb van
Mittela in ’t Bcrgsland , aan malkander gegroeid,
als ook van Dansberg in ’t Nasfayfche.
Veertien- Feertienzydige, naar Fig. 24. gelykende, komen
zy%e. Frey berg in Saxen vo o r , en deeze befchryft
'S’ 24 onze Ridder, als een groot Tecrlingachtig
Kryftal , dat alle de agt hoeken geknot heeft
door Vierhoeken, en daar door zes Agthoeken
bekomt. Hy merkt aan , dat in het zelfde
Gefteente ook twaalfzydige Kwarts • Kryftaiien
voorkwamen. Men vindt zodanigen met agt
Driehoeken en zes Vierhoeken; met zes Vierhoeken
en agt Zeshoeken; met twee Zeshoeken
en twaalf ongelyke Vierhoeken: of ook
met agt Driehoeken en zes Zeshoeken, als in
Fig. 20. Een Lood'Kryftal van dergelyken
XLIII. aart, met Kwarts - Kryfcalletjes begroeid ? is
in Fig. 1 , op Plaat XLIII , afgebeeld. Dit
komt