A fr liL weIké men dooi‘ de ^ aten va« *e- Vat ban üjb
Wooïd* ^aateni ^ et Zilver * ondertusrchën $' dat iü
STUK. ” die Stoffen z it, vereenigt zig , op den Bodem
van deo Bak, met het Kwikzilver, tot eed
Amalgama, waaruit hetzelve, door Deftillatié
in een Retort, geheel zuiver afgefcheideh
en ten gebruike tot een Klomp gefmolten
Wordt*
Manier Geen Metaal is ’er , buiten ’ t Goud j dat
gaarden inzo overvloedig gedeegen voorkomt , als het
Amerika. Zilver. Somtyds zit het in Steenën zo ver»
borgen j dat men het niet eer zien kan, voor
dat die afgefleepen o f doörgeflagen zyn: fom-
tyds is het ook met een Steenige Schors als
overtoogen. In Amerika vindt nien het zeer
veel onder zyne Ertfen gemengd, in de My-
nen, en derhalve wordt tot het bewerken dier
Ërtfen, welke meestal zeer ryk zyn, eenerley
Manier gebruikt. De gewoonte der Indianen
was, hetzelve af te fcheiden door enkele Smel-
ting, maakende dat het Metaal den eenen weg
heen liep, het Schuim een anderen weg. Hier
toe hadden z y ,te Potofi in Peru,kleine Aarden
Vuurpannen Guairas genaamd, met openïnged
in de omtrek, op welken zy de Kroes plaatsen
, en zodanige Pannen zertende op dë
Bergen, daar altoos veel Wind is, we»dt dë
Erts daar door zeer gemakkelyk, en zonder
behulp van Blaasbalgen, gefmolren, welken men
echter tot de Mynen van Porco gebruikte* ’t Is
TTT
nu eerst ruim twee Eeuwen geleeden , dat AFDE; t.
de Spanjaards het gebruik van Kwikzilver XXVII,
in trein bragtèn ( / > ) . Ten dien einde werdt stok.
de Erts, door middel van Molens, eerst vergruisd
en zo fyn als Meel of Kalk gemaakt t
dit fyne Poeijer mengden zy met Koperrood ,
Kalk of Afch , en maakten ’er een Pap van
met Pekel van Zee-Zout. Hier over fpreid-
den zy het Kwikzilver uit door een Kleed van
Paarden-Haair, zo dat het als een Daauw daar
op vjel , en dan werdt het onder die Pap gemengd
en, op dergelyke manier als de Metzel-
Kallc, beflagen. Dien arbeid vervolgde men
twintig Dagen agtereen , om het Kwikzilver
zyn werking volkomen te doen hebben: maar
federt heeft men den tyd veel verkort, door
Vuur daat onder te ftooken in Gewelven; zo
dat men het Deeg in v y f Dagen toebereid
kreeg. Het Kwikzilver zig dus met al het
Metaal vereenigd hebbende, deedt men de
Klomp in groote Troggen met Water,alwaar het
Vuil werdt weg gewasfchenof afgefpoeld. Het
overbly vendezuivere Amalgama door een Kleed
gewrongen zynde, fcheidde zig het grootfte
deel der Kwikzilvers daar af, en het overige,
tot een foort van Suikerbrood gemaakt,werdt
met
(p) Sonunigen hellen dit op ’t jaar 1566, doch anderen,
«net B a r b a , die Parochiaan te Potofi is geweest,
op ’t jaar 1574.