70 H e t Y z e r * E N
/FDMti kerkse Vuur noodig, zelfs fterker dan het Ka*
xxv. per, en overtreft daar in, buiten de Platina ,
HooïD* , 7 *
siuk. alle Metaalen, Voorts wórdt het in ’ t Vuur
zeer lig t , doch niet zo fpoedig als Tin en
Lood,tot een zwarte Schubbige Kalk,welke,
gewreeven zynde , een donker roode Kleur
aanneemt, en zyne brandbaare Grondftof verliest
onder de gedaante van eene roodachtig
witte Vlam, in Gewigt tevens aanwinnende,
* evoc«jDeeze Kalk, Tzer-Saffraan * genaamd, wordt,
liartis gelyk alle Yzerkalken , ligt weder tot volkomen
Metaal, wanneer menze met een brandbaar
Lighaam in *t Vuur brengt: laat menze
nog langer daar in , kan zy op ’t laatst alle
Kleur verliezen. In nog fterker Vuurgebragt,
danfmelt zy tot eene zwarte Slakke, en voegt
men ’er andere Stoffen b y , welke in ’t Vuur
Glas worden, dan vereenigt zig het Yzer daar
mede , naar de meer of minder veelheid, tot
een zwartachtig bruin, groenachtig of blaauw,
Glas: ’t welk echter , als de veelheid van Y-
zerkalk te groot is, geheel onkleurig wordt.
De Hitte van den Brandfpiegel doet het Yzer,
nog veel gezwinder, overgaan tot eene zwarte
, Pekachtige of half verglaasde , broofche
zelfftandigheid , o f in Vonken wegvliegen.
Werking In verbinding met Vettigheid en frifch ge.
met Zwa- blufchte Kalk, geeft het Yzervylzel of Ha*
vel en SaJ- ~ 0 , „ 9 ,
peter. tnerllag een zeer goed. Sement: ook met twee
deden rood gebrande Vitriool of Colcothar, één
db Y z e r - E r t s e n . 7i
één deel wel gedroogde K’e y , Bloed en wat Hb
Haair ondereen gekneed, een Vuurbeftendig xxv.
Leem. Maakt men ’er een Deeg van met Z w a ^ ^ 01,10-
vel en Water , en zet Üit mengzel eenigen
tyd aan ’t Vuur, dan blaast het geweldig op ,
verhit zig kragtig, en werpt een menigte
ODtvlambaare Hinkende Dampen uit. Dit mengzel
is het, waar mede men , hetzelve in de
Grond begraavende, deNatuurlyke Vuurbraa-
kingen kan nabootzen. Brengt men het Yzer
met Zwavel in ’t Vuur, dan fmelt het veel
ligter als o f het alleen ware, en gaat ten deele
over in eene Kalk, ten deele in een foort van
Yzer-Vitriool. In ’ t algemeen is ’t zeer aan-
doenlyk voor de Zwavel, en trekt dezelve
zodanig aan, dat het grootelyks dient en veel
gebruikt wordt, om andere Metaalen , gelyk
Zilver » Kwikzilver , Lood en Koper, van
hunne Zwavelige Ertfen af te zonderen. Zo
bedient men ’er zig ook van tot fcheiding van
den Spiesglas-Koning uit het raauwe Spiesglas.
Kwikzilver, Koper , Zilver en Goud ,
worden door Yzer uit hunne Oplosfingen in
Zuure Vogten Deergeftooten. Door zuivering
en byzondere Handgreepen verandert men het
in Staal ; door het gloeijende in koud Water
o f in Smeer te dompelen , maakt men het hard
en door een enkel lang verblyf hoog in
de L u g t, zo wel als door ftryking aan den
E 4 Zeil-
III, Deel. V. Stok.