III.
Atdrbi..
XXVIII
H OOÏ'Dstok,
[• Goud*
wytten.
zondere Perfoonen, nog verfcheide andere
Aders ODtdekt, zo dat men aldaar , in ’ t jaar
1764, derden Mynen ,o f toegangen tót deZel-
ven, gemaakt hadt (j>),
Zy leggen meest in de omtrek van een Dal,
tusfchen boog Gebergte , dat rond getopt is,
alwaar de Grond beftaat uit een roodachtige
Aarde, met Kley en Zand vermengd, welke
boven de Erts -Aderen zig wat Roeftig en
als verbrand vertoont. Het Gefteente, daar
onder, is een Hoorn'Schiefer, veeltyds met
eenige Kiesftippen of Streepen, en fomtyds
met gedeegen Goud ingefprengd, ’t welk dan
een vast Kenmerk uitlevert van. de Ader, die
uit een wit of graauwachtige, veelal Melkachtig
ondoorfchynende Kwarts beftaat, waar
onder de vette de rykfte is. Deeze Kwarts-
Aders, dan eens anderhalf eftwee Ellen, dan
maar eenige Duimen breed , loopen fteil,
doch niet Loodregt, nederwaards. De edelheid
heeft maar in eenige gedeelten plaats, alwaar
zy gedeegen Goud o f tGoud-Erts bevatten
: voor ’t overige met Koper-Yzer-,
Lood- Ertfen en veelerley Steen- of Aardftof-
fen, bezwangerd zynde. Op die edele plaat-
fen komt ’er zigtbaar Goud in voor, in ver-
fcheiderley geftalte, fomtyds Draadswys’ ,
Takkig of Korrelig, ook wel in dikker of
dunl
(P) Wam. Syst. Mn. II. p. 356.
ft
dunner Blaadjes , doch meest zeer dun op
Kwarts aangevloogen ; zelden op Kies of in XXVIII.
zwarte Rötsfteenen. Een grofkorrelige Kalk-tTn‘;0,'D'
fteen» daar in voorkomende, voert gemeenlyk GW-
Goud by z i g , dat zeer hoog is van Kleur.'”***” *
Somtyds vindt men het bleekeroftneteen Vlies
beflagen, zo dat het Zig als Lood vertoont,
en by de Loodglans treft men het doorgaans
Korrelig aan. Maar,hoe meer van dit Goud,
hoe minder ’er van de Kies voorkome , die
de voornaamie bron is van den opbreng dee- •
zer Mvneo, een eigendykeGoud-Erts, (baks
te befchryven ( f) .
Om eenig denkbeeld te geeven van de ge-^ Goud ^
fteldheid der Goudmynen in Siberie , zal iksiDerie.
hier die van den Slangtnberg, volgens de Y aar-
neemingen van den beroemden Hoogleeraar
P a l l a s , die dezelven in’t jaar 1771 bezig-
• tigd heeft, befchryven ( r ) . Deeze Berg,
zyn naam hebbende van de menigte SLangen,
welke ’er te vooren waren, legt van Irtijch
Noord waards ten minfte vyfeu negen tig % en
van de Oost- en Noordwaards van daar ftroo-
mende Rivier Oby ongevaar anderhalf honderd
Werften, dat is vyfeniwintig Durfche Mylen.
Zyn Randplaats is van alle omleggende ft ei le,
hooge gebroken Bergen vry, in een Valey ,
worm
Stockh. Verhand, van 1745 ,of VIL Theill. p.
( r ) Zie Pai las Reïfe. II. Theil. p. 593.
UI, Debl. V. Stuk .
W® kW, Tmz