A fdeel. Yzer-Ertfen , en is de eenigfte Soort, van
g jV * welke het Yzer aangetrokken wordt.
stuk. Zy komtin alle Wereldsdeelen , buiten Afri*
jHagntet, k a , voor. In Europa breekt zy. op veele
plaatfen daar voornaame Yzermynen zyn , ge-
lyk in Sweeden en Noorwegen , als ook in
Lapland, in Hongarie en Saxen. Eigentlyk
is zy doorgaans niet van andere Yzer-Ertfen
afgezonderd. Men heeft in Sweeden waarge>
nomen , dat de zwarte Yzer-Ertfen, die de
besten zyn , naar de toppen der Bergen de
meefte Magneetifche kragt bezitten. Hier uit
is vermoedelyk , of ook de plaatzing en aandoening
der Lugt gelegenheid gegeven heb-
b e , om die kragt aan de Yzer-Erts mede te
deelen. Immers dat zulks weezentlyk in de
Natuur plaats heeft, is uit de Ondervinding,
ten opzigt van de Yzeren Kruifen der Too*
rens, die veele Jaaren fgeftaan hebben, xmbe-
twistelyk. Voorts valt zy ook op Hispanjola
en andere Eilanden; zelfs onder de Rotfen in
Zee komen fomtyds voor , die in de nabuur-
fchap het Kompas doen wankelen. In Peru,
heeft men ’er gantfche Bergen van, gelyk ook
in Siberie, alwaar een groote Magneet-Berg
is, daar meu de beste Zeilfteenen op agt
Roeden diepte en aan de zyden des Bergs
vindt, volgens de Waarneeming van den Heer
G m e l i n , die ’ t zelfde ook van andere Bergen
verhaalt. De graauwe, Glimmerige en
Bloed*
Bloedfteenige Yzer-Ertfen , worden , als zy m.
in de nabuurfchap van Pyrieten , of by Ko- xxv,*
per-Ertfen, voorkomen, ook dikwils Zeil* Boofd-
fteeDkragtig bevonden. Men w eet, dat de
«TUK.
Magneet.
enkele wryving met Yzer het Staal in een goeden
Magneet verandert ( y ) . Hierom leiden
ibmmigen die eigenfchap van de Elektriciteit
af en, dat die 'er eeüigszins vat op hebbe, is uit
de werking van het Blixem - Vuur op de Kom-
pasfen niet onwaarfchynlyk. Ook is ’er aangetoond
, dat men de Magneetifche kragt kan
mededeelen aan geel Koper (z).
De Magneet is dan eigentlyk maar Z e ilfte en .^ ’g^^
kragtige Yzer-Erts. In de Saxifche, by
Schwartzenberg , vindt men dikwils Sehirl
daar in , en de Siberifche is fomtyds van Kopergroen
doortoogen. Men vindtze Yzer-
zwart of Staalgraauw, zelden bruin, rood- of
witaehdg: op de breuk is zy weinig glanzende
en oneffen , meeftendeels hard, en geeft ge-
meenlyk een zwarte ftreek. Zy is niet altoos
ryk in Yzer , de Siberifche doorgaans arm.
Niet alleen het volkomen gezuiverd Yzer ,
maar ook veele Yzer-Ertfen en Yzer-Kalken
zelfs, ja Stoffen, die maar een weinig Yzer
in zig bevatten , worden ’er, op zekere manier,
C«) Zie Uitgezogte Verhandelingen. II. D eel , bladz.
450 en VI. Deel bladz. 266, enz.
(z) Zie de zelfde V. D e e l , bladz, 417.
m\