f) E Z 1 L V E R.E R T S E N. 229
ftofFen. Dus komt het by Kongsberg in Noor« j
wegen voor, gelyk dat fraaye Stukje, uit my-
ne Verzameling in Fig. 1, op Plaat X L V IL siuk.
voorgefteld , aantoont. Men wil dat In Me-
xiko ook dergelyk Getand Zilver valle.
Wel ’t algemeenfte is het Takkige o f Bom- Takktg
achtige (« ) : want van dien aart zyn de meefte °chug°m
gedeegen Zilver - Stoffen te Kongsberg in
Noorwegen en te Freyberg in Saxen. Op de
eerfte plaats vallen de Takken dikwils dik en
zyn fomtyds hoekig of geftreept, loopende
op eene zeer verwarde wyze door de Spaath,
die dan , groötendeels weggenomen zyn de,
een Boomachtige figuur aan deeze Zilver-
ftofFen geeft. Ik heb verfcheide Boompjes
van dien aart. In de Myn genaamd Him-
melsfurften , te Freyberg, breeken zeer ryke
Zilverftoffen , door haare zuiverheid en glans
uitmuntende. Een helder witte Kalkfpaath is
digt doorgroeid met fyne Takjes van het
fchoonfte gedeegen Zilver, dat men befchou-
wen kan. Een Stuk , dat ik daar van bezit,
twintig Loot zwaar, is bovendien met Zilver-
Glas-Erts aangevloogen. By het openen van
deeze Myn viel het Zilver wat geelachtig en
de Erts was nog ryker, de Spaath onzuive-
re r ; gelyk ik daar van ook een Stuk h eb,
vyf-
( e ) Arg. nativum germinans feu Dendriforme, Wall. d.
Dendroides Musciinftar Ramulofum. Lihn. s.
p 3
1II„ D e e l . V. Stuk.