Apdbkl. . ^ verfchilt ook, ten opzigt van de uitwen-
Hoofd^’ dige GeflaIte » zeer* Men vindtze geheel
stuk. onbepaald of in Kryfiallen, die dikwils een
£ £ * . ? erJcenr Glans hebben * fomtyds op de breuk
Pi.. cfigt j fomtyds als Glas doörfchynende, fom-
gehed ßladerig z y°» eQ van verfehlende
’ figuur. Rolrond vallen zy in Gluksrade by
Zellerfeld, doch gemeenlyk kantzuilig, fom-
tyds zo fyn als Haair , dat men dan Spiezige
Lood-Erts noemt. Deeze , ’t zy enkeld, !t
zy famengevoegd, hebben alle veranderingen,
die men zig verbeelden kan, en komen in Saxen
met Hoorn-Erts in bruine Oker, op de
Mendip-hills , in Engeland, onder de Bruin»
fleen en Yzerfteen voor. Zodanige Lood-
fpaath heb ik op een bruin Okerige Korst, van
taamelyke grootte , als in het Stukje, Fig. 5 ,
vertoond, ofgelyk zeer fyne Spiesjes, als in
Fig. 6 , met Kopergroen, beiden van Zellerfeld;
en op een dikke Korst van zeer heldere
geele Oker , insgelyks van den Haarts, waar
van Fig. 7 de Afbeelding voorftelt; zyn deeze
Staafjes Schïrlachtig geftreept en rondachtig,
ongeregeld by elkander gehoopt.' F e r b e r
befchryft een dikker half-doorfchynende Glas.
achtige Loodfpaath, uit zekere Myn in 't En-
gelfch Graaffchap Derby, welke als Loodzui-
ker fmaakte . en voor de Blaaspyp zeer ligt
tot Loodglas fmolt. In Gluksrade by Zellerfeld
komt zulk een Spaath voor, wier Kryftallea
len zeer ongeregeld op elkander leggen * wit, Hl. .
groen, blaauw, en in ’t Bleyfeld, aldaar, w it, xxi v.*
groen en zw ar t, vallende. stuk!*0"
Deeze Kantzuilige Spaath is fomtyds vier-, Lood-
fomtyds vy f-, fomtyds zeszydig. Deeze laat-^““ ^*
fte, die de gemeenfte is , wordt nu enkeld ,
dan in geheele trappen by elkander gevonden,
en fomtyds z o , dat verfcheidene als uit een
middelpunt fpreiden. Dus komt zy op den
Haarts in verharde Kle y , o f zwarte Yzerhou-
dende Kwarts o f Moeras-Erts van Yzer,voor.
Dikwils zyn deeze Staafjes geheel zonder Punten,
met de zydvlakten beurtlings breeder en
ook wel met Pieramieden aan *c end. Daar
v a lt , in de Leadhills van Engeland, in de Wild-
berg van ’c Bergsland , in *c Bleyfeld by Zeiler
feld, en by Pzribram in Bohemen , een witte
Loodfpaath, die zig als breede Plaatjes
vertoont, Schragwurfelichte Bleyfpath genaamd,
naar Seleniet gelykende. De kanten loopen
fpits toe en de hoeken zyn fomtyds geknot.
Vermoedelyk behoort hier de zwaare Ruitach-
tige Loodhoudende Spaath, welke men in 't
Venetiaanfche Gebied, in ’t Vicentynfche by
Tretto in St. Uldriksberg aantreft. Een der-
gelyke werdt aan F e r b e r vertoond , die uit
een Myn in ’t Engelfch Graaffchap Derby
afkomftig was. Ook vallen ’er veelhoekige
In de Elfaz, in Loodglans en verharde Lood-
Oker. In ’&■ Kabinet van den Graaf van T e s*
SS N
Xli Dbbi« IV- Sivk.