AfLkcl Mf’ GlaT, in ’t Franfch Mine d'Argent Vitreufe
x x v i l noemt, komt in de meefte Zilvermynen voor.
stvk.FDW Zy breekt ip Neder -Hongarie , in doorfehy-
Gias-Erts nende of ondoorfehynende , geelachtige o f
witte Kalkfpaath of in korrelige Kwarts, of
in ondoorfehynende Kryftallen; in de meefte
Boheemfche Mynen in Kwarts en Spaath; by
Joachimsthal in de grootfte menigte en met de
meeften haarer veranderingen ,* by Aberdam
met gedeegen Zilver in Hoornfteen; voornaa-
melyk by Ratieborzits in witte zwaare Spaath,
in Gneis, in Blende , en in de Porothea ook
in Loodglans en witte Yzer-Ertfen; in Go*
thelf-Schalier in onzuivere door Oker gekleurde
Kwarts; te Johangeorgeftadt in Rusgeel»
Kies; in de Himmelsfurften , by Fr^yberg in
Saxen, in roodachtige Hoornfteen of Zwavel-
kies, in *t Furftenbergfche in Kobaltmolm,
enz. In de Morgenfter by Freyberg breekt
’et gedeegen Zilver, en in Andriesgang by
Joachimsthal Roschgewas van Zilver in. In
de andere Wereldsdeelen komt zy vrat zeld-
zaamer voor. Evenwel heeft menze ook in
Amerika.
Onder- Uit de bepaalingen zal men deeze Soort niet
van de S §emakkelyk van de voorgaande onderfcheiden»
Hoorn- Immers volgens die van W a l l e r i u s
Ërts«
beftaat het verfchil byna alleen in ’c uiterlyk
aanzien: want terwyl de Hoorn • Erts ook dik-
wils Zwavel bevat, zo ftrekt de manier van
Ver-
V e re r tfin g niet tot een duidelyk Kenmerk en jjI#
de Kleur is in de Hoorn-Erts vfcrfchillende.
D e Glas-Erts, nogthans, is byna altoos ken- Hoofd-
baar aan eene Loodkleurigheid , welke men
TT __ , - i * '2lCLSmEiT tS% niet in de hoorn-Erts vindt: ook valt zy
niet doorfchynende , en is wel fnybaar, doch
zo week niet,dat men ’er,gelyk in dieHoorn-
Erts, met den Nagel of met eene Naaide ge-
makkelyk- in kan booren.
Zy is zwaarwigtig en fmeedbaar, zo dat zy Hoeda-
zig laat affchraapen, fnyden en hameren.nlghei *
Meestal heeft zy eene Glanzige Oppervlakte ,
doch beftaat zwartachtig in de Lugt en valt
ook fomtyds Paauwenftaartkleurig, of blaauw,
o f groen beflagen , of met gedachtige Zwa-
velkies, of met "Witten Draadfteen als over-
finterd, gelyk by Schemnits in Hongarie. Aldaar
valt, volgens B r ü c km a N, een bruine
Glas-Erts, die inwendig zig groen vertoont,
en eene geelachtige, byna als Orpiment, zou
volgens D a v i l a voorkomen te Planché:
zo ook te Munfter een groenachtige enz. Zy
ontbindt zig t’eenemaal in Salpeter-Geest ,
fmeltende zeer lig t , zelfs aan de Vlam van
een Kaars en geevende alsdan eenen Reuk van
Zwavel. Hier mede alleen is zy geminerali-
feerd, en in zo kleins veelheid , dat de Erts
dikWils honderd en tagtig Mark Zilver in ’t
Centner houdt, behoorende dus onder deryk-
fte Zilver-Ertfen. Aan