A n TH i s t i r i a. De Kelk, tot den Voet toe j
egaal gefneeden in vier gelyke Slippen. Nov.
Gen. Suppl. L inn. p, 13. item Jun. Disf.de
Gram.
4. Geaairdë, mei een Èlsvormigen Stoel.
S e c a L E. De Kelk tweebloerpig. n, 3«) l
T r i t i c o m . De Kelk veelbioemig* « .4 14
Ho RDEüM. Èen zesbladig, driebloemig Om-
windzel: de Bloem eenvoudig. »*400
Rottbolli a . Een Eyrond ■ Lancetvormige
Kelk, die viak is en enkeld of in tweeën
gedeeld: de Bloempjes overhoeks aan eefl
bogtige Spil. Nov. Gen. Suppl. L inn. p. 13,
item utfupra.
E ’I tm h s.Een vierbladig tweebloemig Omwindzel:
de Bloem famecgefteld. «*3§4
tt ó L i ü m. Ëen ééübladig veelbloetnig Orbwind-
z e l: de Bloem fameögefteld. n,^77
C ïnosürüs. Eenéénbladig zydeliögsOmwind-
zel: de Bloem famengefteld* ». 27ƒ
III. T r iö y n i a * Driewy vige.
t . De Bloemen beneden.
D on at ia* De Bloem negenbladig: de Kelk
driebladig fpits. Nov. Gen. Mar. Aiiftr. Forst*
Gen* f .
H o lost Eü M. De Bloem en Kelk vyfbladig:
het Zaadhuisje aan den top fplytende. g. g ij
Polycarpon. De Bloem en Kelk vyfbladig; het
Zaadhuisje driekleppig. t g.217
L 1«
Lechéa. De Bloem en Kelk driebladig: het
Zaadhuisje driezaadig. g* 2*4
È r 1 o c A ü | l o n . De Bloem driebladig, deKëlk
famengefteld: één Zaad met de Bloem gekroond.
, *■ 45®
M o n t i a . De Bloem één* de Kelk tvVeebïadig: ,
het Zaadhuisje driekleppig, driezaadig. g.aop
M o L LU c ö . Geen Bloêm ; de Kelk vyfbladig;
het Zaadhuisje driehokkig.
M i N d a r t i a . Geen Bloem: de Kelk vyfbladig:
het Zaadhuisje eenhokkig, veelzaadig g .M i
Qn er i a. Geen Bloem: de Kelk vyfbladig \het
Zaadhuisje eenzaadig. £•22ë
K oeni g i a. Geen Bloem: de fcelk driebladig:
één Eyrond Zaad* S*
f r 1 p l a r i s. Geen Bloérri i de Kelk driedeeïig:
een Zaad met een Bladerig uitgebreid Om*
hülzel* b.Gtè
2. De Bloemen boven.
'Pr o s e r p in a c a . Geen Bloem : de Kelk
deèlig, boven: geen Bloem : één driehokkig
Zaad. g .z i i
V I E R D E K L A S S E *
T E T R A N D R ÏA . V iermAn n iS e,
ï. M o n o g y n i a . Eenwyvigé*
1* De Bloemen éênbladig i éénzaadig, benéden!.
pR o l lA i De Bloem vierfneedig; dc MeeL
m
Dd knop
J NÉI