Z i z ania . Mann. Geen Kelk: de Bloem een
tweekleppig Kafje.
Vrouw* Dergélyke Bloem: twee
Stylen: één Zaad met de geplooide Bloem
omkleed. «.5^
PfiARus. Mam. De Kelk een eenbloemig, de
Bloem een tweekleppig Kafje.
Vrouw. De Kelken Bloem even zo:
één Styl : één Zaad. ».^52
Pometïa. Mam. De Kelk eenbladig, zeer
kort: zes Bloemblaadjes: een verheven Ho-
nigbakje.
Vrouw. De Kelk en Bloem even zo:
een dübbeld Vrugtbegïnzel: een zeer lange
Styl, een Kersachtige Bezie. F o r s t . Gen. 55.
Ep ib a t e r ium. Mam. De Kelk dubbeld: zes
Bloemblaadjes : de Meeldraadjes op den
rand.
Vouw. Kelk etf Bloem even
z o : drie ronde PruimvrugteH met een Nierachtige
Pit. Forst. Gen. 54.
VIL He p tanbri a . Zevenmantitge»
G oettarda. Mam. De Kelk Rolrond: de
Bloem zevenfneedig.
Vrouw. Dergelyke: één Styl?
een drooge Pruimvrugt. e. api
VIII. Polyandr ia. Veelmannige.
Begonia. Mam. Geen Kelk: een vierbladl*
ge Bloem.
1 •' « Bi*
B e g o n i a . Vrouw. H e t zelfde: drie tweefnee-
dige Stylen : ’ t Zaadhuisje beneden, drie-
hokkig, veelzaadig.
A re ca. Mam. De Bloem driebladig : negen
Meeldraadjes.
Vrouw. De Bloem als boven : een
Vrugt met een gefchubden Kelk, die eene
Noot bevat. ... a ,3^3
C a r y o t a . Mam. Een gemeene Kelk: een
driedeelige Bloem: v e e l e Meeldraadjes.
Vrouw. De zelfde Kelk en Bloem:
één Stamper: ééntweezaadige Bezie.
S a c i t t a r i a , Mann. De Kelk en Bloem
driebladig: ongevaar vierentwintig Meeldraadjes.
V r o u w . Kelk en Bloem als boven
: honderd Stampers; talryke .Zaaden. /. aö?
M y R i o p h y l l ü m . Mann. Een vierbladige
Kelk: geen Bloem: agt Meeldraadjes.
Vrouw. Kelk en Bloem
even zo: vier Stampers: vier Zaaden. o. 25?
C e r a t o p h ï LLum. Mann. De Kelkbynaze-
vendeelig : geen Bloem: ongevaar agttieh -
Meeldraadjes.
Vrouw. Öergeïyke Kelk
zonder Bloem: één Stamper: één Zaad. 0.255
T i i e l i g o n üm. Mann. De Kelk tweefneedig:
geen Bloem,- ongevaar twaalf Meeldraadjes.
Vrouw. De Kelk als boven:
zonder Bloem: één Stamper: één bekleed
£aad. •l.'x'i %
Mrft Po*