Afdeei zer * ^ ^et maaken, grootelyks gebruikt
x x iii. wordt. Ten dien einde mengt men doorgaans
sïus!ED" wat Spiauter of, gelyk in Bohemen, een weinig
Koper onder het Tin. Tot gantfch dunne en
fyne Blaadjes geflagen, voert het den naam
van Stanniool; die men, door verfcheide Konst-
greepen, dan dus dan zo kan kleuren. Met
een derde deel Keper en wat Rottekruid ge-
fmolten , maakt het dat zogenaamde Staalkleurige
Metaal, ’t welk wegens den Herken
Glans, dien het door polyften aanneemt, tot
Brand- en Teleskoop-Spiegels zeer dienftig
i s : met vier deelen Koper het witte Cancham
o f Congalam der Indiaanen: met Koper en
Mesfïng, in geringer veelheid, famengefmol-
ten , de Tombak , met weinig Tombak en
Tutanego een fchoon wit Metaal; met Koper
en Spiauter de Pinsbek; met Koper en
andere Stoffen de Klokfpys o f het Gefchut-
gieters en Geelgieters Metaal; met een twaalfde
deel Spiesglas -Koning en maar weinig
Koper, het Hard- Tin', met Kwikzilver alleen ,
of ook met Lood, Bismuth en Kwikzilver,
Spiegelfoliën; met de helft Bismuth te famen
gefmolten , een foort van Tutanego ; met
Bismuth en Spiesglas - Koning een fchoone
mengeling, welke,naar de verfchillende proportie
der Stoffen, dan harder, dan weeker
is , en tot het afdrukken van Penningen zeer
dienftig: met Spiauter een ander mengzel,
'6
rp E T I N - E R T S E N . I I
at welk tot dit zelfde oogmerk, als ook tot
gieten en foldeeren gebruikt kan worden; met xxui.
|_,ood en Bismuth wederom een andere Stpf-^Hoora-
fe , welke door de Hitte van kookend Water
fmelt en dient tot Anatomifche Infpuitingen,
Meest wordt het Tin met Lood v e r v n l f c h t ; ^ , .
waar uit ontftaat het zogenaamde Pond-lm,Loo^
Wanneer men van beiden even veel neemt,
dan heet het mengzel halfgoed o f tweepon-
dig; uit twee deelen Tin en éón deel Lood
beftaande, noemt men het driepondig, en
Uit drie deelen Tin met één deel L o od , vier
pondigTin, enz. Zo ’er vierentagtig deelen
Tin in z y n , tot zeventien deelen Lood, dan
noemt men het Drieftempelig, en, tot zeven»
ennegentig deelen T in , maar drie deelenLoods
hebbende , dan heet het Vierftempehg of
Engelfch Tin. . :
De Tin-Asch, o f het door Vuur verkalkte^De Tin*
T in , wordt niet alleen, zo als zy is , tot po-
lyften van Metaalen , als ook tot het flypen
van Glas en eenige Edele Steenen, gebezigd;
maar ook of alleen, of met Loodkalk ofSpaan-
fche Potafch en wit gebrande Keizels vermengd,
tot harding van het Porfelein en verglaazing
van yeelerley Aardewerk in de, Steenbakke»
ryën. De oplosfing van Tin in Koninglyk
Water is tot bereiding van de roode Goudkalk,
en in de Verwery ,alsgemeld is, om een
hoogroode Kleur uit de Conchenilje te trekken,
lil, V* Stt'K.