Pen ta gl ossu m. De Bloem vier-of vyfbladig
de Ke!k éénbladig, Trechterachtig ? de Styl
krom. Nov. Gen. AZgypt. F or s k aohl
Flor. p. i i .
5. De Bloem beneden, vyfbladig.
Dï ALIüM. Geen Kelk: vy f Bloemblaadjes. L36
C. De Bloem boven de Vrugt.
M orin a. De Vrugtkelk Baardig getand: de
Bloemkelk tweefneedig. . g. 179
C i RC m Ai De Kelk tweebladig: de Bloem met
twee Hartvormige Blaadjes. g, 72
G lob b a . De Kelk en Bloem driefneedig: het
Zaadhuisje met drie holligheden. ' g. 181
A nc i ötrum. De Kelk met vier Baardjes, die in 3
Kruiswyze punten uitloopen : de Bloem
vierfneedig: de Stempel als een Penfeel. Nov.
Gen. SuppL L inn . p. 10. Forst. Gen. 2.
II. D i g y n i a . Tweewyvige.
Anthoxanthum. De Kelk een éénbloemig,
langwerpig ; de Bloem een gebaard Kafje. n. 33
III. T r i g y n i a . Driewyvige.
f i p E r. Geen Bloem noch Kelk. De Vrugt
eene éénzaadige Bezie. d.68
D E R.
D E R D E K L A S S E .
T R I A N D R I A. D r i e m a n n i c e ,
I. M o n o g y n i a . Eenwyvige»,
I, De Bloem boven de Vrugt.
V a l e r i ANA.De Bloem vyffneedig, bultig aan
den Voet. Eén Zaad, £.*85
M e l o t h r i a . Le Bloem vyffneedig, Raderachtig:
de Vrugt eene driehokkige Bezie. £.203
C rocus. De Bloem byna zesbladig, opgeregf:
gaapende. De Stempels omgeboogen, gekleurd.
’ .
I r i s . De Bloem zesbladig, met de Blaadjes
beurtlings uitgebreid en omgeboogen: de
Stempels Bladerachtig.
MoRiEA. De Bloem zesbladig, met alle
Blaadjes uicgebreid. *®*95
Antholyza. De Bloem zesfneedig, Pypachtig,
bultig omgekromd. . m .5 6
G l a d io l u s . De Bloem byna zesbladig, krom,
met de Blaadjes ongelyk verdeeld. ®*43
WiT sENiA . De Bloem zesdeelig , Rolrond:
de Stempel uitgerand. Nov. Gen. T hunb.
Disf. II. p. 33*
Ijti A, De Bloem byjna zesbladig, meteenregt,
Draadachtig dun,Pypje enScheedachtigeKelk.JW.14
Ho u t t d y n i a . De Bloem zesfneedig, Trechterachtig:
de Styl driefneedig. Nov. Gen. Cap.
Hoott. #».-448. Pl . LXXXV. Fig. 3*
Dr
S A
m
Mm