• lil. is het Goud ruim veertienmaal zo veel waar-
XXVilldig als het Zilver C t ) .
sSrk0/ 1” Is het ondertusfchèn niet groótelyks té ver»
Het Goüclwondereh, dat eene Stoffe, die van het Bagjn
ineen<overdes WereIds a fi 'tot heden , de kostbaarfte
den Aard-blyft onder de Metaalen , algemeener bjrna
® S .ve^ v e r den Aardkloot véifpreid, dan één der-
zelven , en als voor de Voeten leggende gevonden
wordt, zo dat menze liegt3 behoeft
op te raapen ? Dat meer is , terwyl de aödë-
reh doorgaans verertst voorkomen ofvefmömd;
zo dat menze met veel moeite en kollen moet
zuiveren, en vah Zouten, Zwavels, Rotté-
kruidof andere Mineraa.len feheiden; het Goud,
in tegendeel, 21'g dermaate, ten grootlf ên deè-
le , in zyne zuivere volkomene glanzige ,
Metallyné gedaante voordoet, dat de nieellë
Mineralögisteri, hög kortlings, de Vererf flng
van het Goud volftrekt ontkenden. Wy zuilen
in ’t vervolg zien, dat.zy geen reden daar
toe hebben; maar het blyft niettemin een waar-
hèid, dat het meefte Goud gedeegen en Oppervlakkig
voorkomt op den Aardkloot.
Waar De Landftreeken , die hedendaags hét iiieè-
“ eeslieC ftedaar van k e v e r e n , zyn de Afrikaanfche
vinde. Kusten, inzonderheid die van Guinée deswegen
veelal de Goudkust genaamd; het Ryk van
China
(0 Arbothnoth Tab. Antiq. Numinov. &c. Ultrafc
1756. Cap, VI.
China en inzonderheid Japan , by ’£ welke afdkeü
een zogenaamd Goud-Eiland is; de Eilanden
van Oostindie , voorBaamelyk Sumatra ; de «tuk,
Spaanfche Bezittingen aan de Westzyde van
Zuid-Amerika , ook Mexiko of Nieuw Span- »
je; Hongarie en Sevenburgen in Europa; als
ook Siberie. Het wordt uit het Zand der
voornaamlte Rivieren van ons Wereldsdeel,
tot binnen de Grenzen onzer Provinciën, door
Wasfchinge , bekomfen. ’t Ontbreekt zelfs
in het Zand van onze Duinen niet (v).
Het komt op veelerley Manieren , en in
veelerley Stoffen voor , gelyk wy üu zullen
befchouwen.
CO Goud, dat Moot is. J - um
nativum.
Dus bepaalt onze Ridder, dat W a l l .e r i ü s Gedeegen
bevoorens geworteld, doch thans eenvoudiglyk ^ou^*
gedeegen of natuurlyk volgroeid Goud genoemd
heeft, in overeenkomst met andere Autheu-
ren. Door de eerlle benaaming werdt toen
dat Goud, ’t welk men ergens in vast gegroeid
vindt *
%
(O Zie het III. D e e l s II. S tuk; van deeze Nat.
Hiflorie, bladz. 473.
(1) Aurum nudum. Syst. Nat. XII. Tom. 3. Gen.
35. Sp. 1. Syst. Nat. VIII. p. 184. N. l . Aurum nudum
geriumi Coloris. CarTh. Min. 77. Aurum nativum
radicatum. Min. ’32T. Aurum nativum. Wall»
Syst. Min. II. p. 355. W olt. Min, 29. Cronst, Min, 165,
V
III» Deel. V* SrcK.