jjk dende, te bewerken, zyn deeze Mynen meest?
XXVni* endeek verwaarloosd. Immers te Santa Ma-
Hoofd- rto> beooften Panama , daar het Goud in een
STUK foort van Ertsof Markafiqt verfpreid is, wordt,
dezelve eerst aan ftukken geflagen, dan naai;
de Molens gevoerd en zo fyn als Meel geipa?
len: dit Poeijer wordt in Houten Bakken ,
met een bekwaame veelheid Kwikzilver, tot
een Deeg gemaakt, en, na eenigen tyd.aan
, de Zonnefchyn bloot gefield te zyn geweest ,
afgefpoeld en uitgewasfen, tot dat ’er , niets
dan Goud en Kwikzilver overblyve., welke
men dan door Deftillatie van elkander, fcheidt,
bin^de^" ” Z°^an,'&e Mynen, daar het Goud. in
Goudmy- j> Steenen beflooten voorkomt , worden My-
Popayan,,J Een van Caxa geheten. Die der Provincie
,, van Popayan, te vooren gemeld, behooren
,, tot de zuiken niet. Het Mineraal is aldaar.
,, in Aarde van verfcheide foorten gemengd,
, , en moet daar afgefcheiden worden door uit-
,, fpoeiing met Water, even als zulks met de
„ Steenige Goudfcoffen , wanneer dezelven
,, fyn gemaakt zyn , na de vermenging met
, , Kwikzilver gefchiedt, om de Vuiligheden
„ weg te neemen. Men doet ten dien einde
, , de Aarde in een grooten Bak, Cocha ge-
„ naamd, die aan*den eenen kant een Gat tot
„ inbrenging van ’t Water, aan den anderen
„ kant een Gat tot uitloop heeft, en, na dat
„ de Modder fterk is omgeroerd > laat men die
„ met
met het Water uitloopen, tot dat ’er in de
? Bak' niets dan Zand , Steentjes en Gond, x x vm .
overblyven. Alsdan roeren zynog uerker,ÏIÜK.
en doen dus ook de Steenige Stoffen uit- Goud-
loopen, behoudende niets dan t Goud. Het
uitgeloopene wordt in een. tweede en derde
„ Bak opgevangen , om, zo er eenige fyner
* Deeltjes mede overgegaan waren, die ook
te verzamelen. Deeze arbeid gefchiedt, in
alle de Mynwerken des Gebieds van Po-
” payan, door Neger-Siaaven, welken ieder
„ Eigenaar ten dien einde houdt. De waarde
*„ van dit Goud is doorgaans 22, fomtyds
3’ gaat die tot over de 23» en is zeer zelden
„ minder dan 21 Karaaten. In ’t Baljuwfchap
’ ’ van Choco heeft men, behalve v.eeleWafch-
mynen van dien aart, ook eenigen daar het
, Goud zig ingewikkeld fc>evindt in andere
* Mineraalen, Steenen. of Zwavelachtige Stof-
,, fen *, weshalven men genoodzaakt is daar
JJ toe Kwikzilver te gebruiken. Men vindt
*, aldaar ook fomtyds Mynen, waar de Plati--
na oirzaak is , dat uienze heeft moeten ver-
,, laaten: dewyl men ’er het Goud niet dan
met ongelooflykè moeite van kon afzonde-
** ren. In fommigen, is het vermengd met
„ een Tombak zo fyn als die van ’t Ooften,
„ welke de byzondere eigenfehap heeft, van
„ nooit Koperroest te maaken of aandoening
„ te lyden van Zuur.