H E T D E R D E D E E L ,
o F
HE T RYK d e r MI N E R A A L E N ,
IS BESCHREEVEN IN
V Y F S T U K K E N ,
E n verfierd met agtenveertig Piaaten.
Het III. D eels I. S t u k
Gaat na eene aanmerkelyke V oorrede en om.
Miner aaien of Delj_floffen in ’c aigemeeo befchouwd ,
zo ten opzigt van haaren Ooirfprong, waar omtrent
van die des Aardkloots en de Omwentelingen in
deszelfs Oppervlakte, gefproken worde; inde In l
e i d i n g over tot de Onderfcheiding der Mine-
raaien, ten opzigt van baare Zitplaats, meest in de
Gebergten, deswegen E r ts - Bergen genaamd f en ver?
volgt met de Gefchiedkunde der Mineralogie , haar
opkomst en de verfcheidé Manieren , van ouds tot
heden gebruikt in de Verdeeling der Delfftoffen ;
ftandige befchryving van de Eigenfchappen der
ftel*
Rellende de Klasfificatie van den beroemden Riddcf,
door my eenigermaate veranderd, bladz. 130, om te
gebruiken voor, en eene nieiiwe Manier , om de
Delfftoffen gemakkelyk te onderzoeken en tot de
behoorlyke Klasfe te brengen, in ’t vierde gedeelte
der Inleiding opgeevende. Het Eerfte Hoofdftuk,
voorts, oppert een algemeene Schets van de Veiftee-
oingen of Petrefaktèn , ook wel Verfteende Zaaken
genaamd, ten opzigt van derzelver hoedanigheden
en verdeeling: het Tweede befchryft de Verfteenin-
gen van Zoogende Dieren of zogenaamde Zooiithen,
waar onder van de Olyphants-Beenderen, die, 5t zy
echt of onecht hier en daar in ’t Aardryk gevonden
zyn: het Derde die van Vogelen, OmithoUten\ het
Vierde die van tweeflagtige Dieren, Am phibiolïtheni
het Vyfde die van Visfchen , Ichthyoliten; het Zesde
van Infekten, Entomolithen : het Zevende van Wormen
, Helmintholithen getyteld : waar op vervolgens
het Agtfte die der Conchyliën of Hoorens en Schulpen;
het Negende die der Koraalachtige Zee-Ge-
wasfen , en het Tiende die der Dierplanten, Z&-
phyta , behelst. Alle de Voorwerpen hier toe be-
hoorende , op Twaalf Konstplaaten , zyn naar
meeftendeels zeer zeldzaame Stukken, uit myne Verzameling,
ten naauwkeurigfte afgebeeld.
Het III. D e e l s II. S t u k
De Delfüoffen vervolgende befchryft de Verftee«
ningen van Plantgewasfen, en in de eerfte plaats die
der Boomen en Houten of harde , vervolgens die
der zagte deelen van dezelven , gelyk Bladen en-
Pp 4 Krui