
Hoedrand niet omgebogen.................................................21
19 Plaatjes vrÿ of a a n g e g r o e i d ........................................ 20
Plaatjes aangehecht of aangegroeid, gemakkelÿk van
den steel af te scheiden; sporen rozerood
Gesl. 25. L e p 1 0 n i a
Plaatjes aangegroeid of opstÿgend; sporen bruin- of
zwartpurper . . . . Gesl. 43. P s i 1 o c y b e
Plaatjes afloopend; sporen bruin- of zwartpurper .
Gesl. 44. D e c 0 n i c a
20 Sporen w i t ....................................Gesl. 7. C o 11 y b i a
Sporen roestkleurig of roestbruin . . . .
............................................................. Gesl. 38. N a u c 0 r i a
21 Plaatjes afloopend of bijna afloopend ,. . . 2 3
Plaatjes aangegroeid, zeldzamer vrÿ of bÿna vrij ; sporen
w i t ...................................................... Gesl. 8. My c e n a .
Plaatjes vrij of flauw aangegroeid; sporen zalmkleurig.
...............................................................Gesl. 26. N 01 a n e a.
Plaatjes aangegroeid of opstÿgend, zeldzamer bÿna vrÿ;
sporen oker- roestbruin . . . Gesl. 34. G a 1 e r a.
Plaatjes opstÿgend, aangegroeid of vrij; sporen purperbruin
of zwartpurper . . Gesl. 45. P s a t h y r a .
Plaatjes aangegroeid, zeer zeldzaam bijna vrij; hoed
gestreept; hoedrand de plaatjes niet overschrijdend;
sporen zwart............................................................. . 2 2
22 Steel zonder ring . . Gesl. 49. P s a t h y r e 11 a.
Steel met ring . . . . Gesl. 48. A n e 11 a r i a.
23 Hoed dikwÿls genaveld of trechtervormig; plaatjes
sterk a flo o p e n d ....................................................................24
Hoed kegelvormig, bol of ingedrukt; plaatjes bÿna afloopend;
sporen roestkleurig of bruin roestkleurig
............................................................... Gesl. 35. T u b a r i a
24 Sporen wit . . . . Gesl. 9. 0 m p h a 1 i a
Sporen zalmkleurig . . . Gesl. 27. E c c i 1 i a
25 Steel kraakbeenachtig; plaatjes aangegroeid of vrÿ, la
V
ter vochtig werdend, (niet vervloeiend,) en door de sporen
bepoederd . . . . Gesl. 39. B o l b i t i u s .
Steel niet kraakbeenachtig; plaatjes vervloeiend, vrÿ of
aangegroeid; sporen zwart . Gesl. 46. Co p r i n u s .
Steel niet kraakbeenachtig; plaatjes afloopend, zacht,
aanvankelÿk door een slÿmerig vlies verbonden; sporen
eerst grijsgroen, later z w a r t .............................................
Gesl. 50. G o m p h i d i u s .
26 Steel middenstandig, zeer zeldzaam ontbrekend; plaatjes
tamelÿk van elkander verwijderd, met scherpen
zoom, buigbaar . . . Gesl. 16. M a r a s m i u s .
Steel uitmiddelpuntig; zÿdelings of ontbrekend . 27
27 Plaatjes met scherpen, of bÿna scherpen zoom . 28
Plaatjes leerachtig, vertakt, längs den zoom gespleten.
..............................................Gesl. 20. S c h i z 0 p h y 11 u m.
28 Plaatjes vliezig, met gezaagden of ingescheurd-getanden
zoom..................................................Gresl. 17. L e n t in us.
Plaatjes leerachtig werdend, met gaven zoom; hoed
vleezig-leerachtig, van vezelige samenstelling.
.................................................................... Gesl. 18. P a n u s .
Plaatjes leerachtig, vast, enkelvoudig of aan de achter-
zÿde (bÿ den steel), vergroeid; hoed houtig-leerachtig,
van vlokkige samenstelling . Gesl. 19. Lenz i t e s .